Maarten en Diew go East
  • Home
  • Schrijfsels
  • Photos
    • Australië
    • Cambodja
    • Filipijnen
    • India - Noorden
    • India - Zuiden
    • Indonesië
    • Laos
    • Maleisië
    • Myanmar
    • Nepal - Annapurna
    • Nepal
    • Nieuw-Zeeland - Zuidereiland
    • Nieuw-Zeeland - Noordereiland
    • Singapore
    • Thailand - Noorden
    • Thailand - Isan & Zuiden
    • Vietnam
  • Guestbook
  • Route
  • Fun Facts!

“One's destination is never a place, but a new way of seeing things.”

Waar we zijn, wat we doen, wat we zien, wat we denken. Allemaal hier terug te vinden in schrijfsels van onderweg. Bedenkingen en comments van de andere kant zijn zeer welkom :)

Blog

Wereldstad Bangkok, een streepje geschiedenis in Ayutthaya en getting ready for our roadtrip in Chiang Mai!

12/27/2013

0 Comments

 
Foto
Meteen wanneer we het vliegtuig opstappen naar Thailand is alles al anders: AirAsia is the bomb! Het is heel vreemd om opeens allemaal Aziatische mensen te zien om de één of andere reden… Zowel hun gezichten als hun kleding: weg traditionele lungi’s en sari’s, hello to high heels, rokjes, topjes, jeans, spleetoogjes en ontsnorde mannengezichten! En ook de zeden en gewoonten zijn meteen anders, wat maakt dat het personeel van AirAsia niet zo tuk is op de manieren van de vele Indiërs op het vliegtuig… Rochelen, onbeleefd bevelen blaffen, het op een zuipen zetten: de typische Thaise glimlach is dan snel verdwenen natuurlijk. Na een kort vluchtje landen we in het midden van de nacht in Bangkok. De grensovergang is een makkie en terwijl die arme Indiërs moeten aanschuiven in lange rijen en best wat geld moeten neertellen krijgen wij zomaar een stempeltje voor 30 dagen: viva Europa!

Samen met Ana – een Argentijnse die al jaren in Spanje woont en waarmee we samen op het vliegtuig zitten – wachten we de rest van de nacht tot de eerste skytrain gaat en om 6u glijden we airconditioned en met het zachte achtergrondgeluid van Thaise reclamespotjes op de skytrainschermpjes hoog door de Bangkok-skyline waar we tussen de hypermoderne wolkenkrabbers de zon zien opkomen: prachtig! De skytrain is gloednieuw en proper, de straten van Bangkok zijn brandschoon en staan vol vuilnisbakken: Sawatdee Thailand! Aangekomen in ons hostal worden we opnieuw aangenaam verrast door de heel andere hygiënische standaarden van Thailand: alles is gezellig ingericht, schoenen worden aan de deur achtergelaten (ok, dat gebeurt in India ook maar de degoutante straten zorgen ervoor dat ook je blote voeten daar volhangen met vuiligheid dus veel zin heeft het niet…), er wordt druk schoongemaakt en onze kamer is HEMELS! Prachtig ingericht, gezellig licht, een kingsize zachte matras, heerlijk ruikende kussens en lakens, dikke, fluffy handdoeken: wat een zaligheid na een slapeloze nacht van onderweg-zijn! We schrobben India van ons af in de weliswaar gedeelde maar spik-and-span en zalige douches en kruipen in ons bed… Na een paar uurtjes vertrekken we om Bangkok te ontdekken and boy do we like it! Die eerste dag en alle dagen daarna blijven we ons verbazen over de properheid van het land: heerlijk! De straten zijn geveegd, er ligt niet overal poep en vuilnis, de markten stinken niet, de straatstalletjes zien er smàkelijk uit zelfs! De koks hebben hàndschoentjes en mondmasker aan godbetert! En hun eten is h-e-e-r-l-i-j-k! Met minimale middelen slagen ze erin de geweldigste combo’s te bereiden met een perfecte balans van zoet, hartig, zuur, bitter: ongelooflijk! Gezien we een nachtje hebben overgeslagen zijn we niet bepaald alert dus we struinen wat door de stad en eindigen in de namiddag op het plein voor het koninklijk paleis waar die avond de verjaardag van koning Bhumibol wordt gevierd. Dat hoort u goed, Thai zijn zeer koningsgezind! Omwille van de verjaardag van de koning worden de protesten in Bangkok tegen de huidige regering zelfs stopgezet. Meer nog: de demonstranten vegen het door hun bezette plein van de democratie helemaal schoon voor de gelegenheid, om aan te geven dat ze tegen de regering zijn, níet tegen de koning. Je ziet overal al dan niet levensgrote portretten van de koning, versierd met bloemen en/of geflankeerd door olifanten op straat, in bus- en treinstations, in restaurants en hostals en bij mensen thuis hangen. Als je ergens het volkslied hoort, MOET je rechtstaan – ook als buitenlander – en beledigingen van het koningshuis worden hier niet licht opgenomen maar bestraft met gevangenisstraffen. Koning Flup kan nog leren van Bhumibol’s PR! Zijn verjaardag wordt dan ook uitgebreid gevierd en we zijn net in Thailand om dat mee te maken: hoi! Het grasplein voor het paleis zit/ligt vol met gezinnen en koppeltjes gekleed in het geel (de kleur van de koning), met Thaise vlaggetjes of alleszins versierd met de Thaise-driekleur-oorbellen, petjes, sjaaltjes of gewoon met beschilderde gezichten. They sure love their country! Vooraan het plein is een enorm podium opgezet waar de ganse dag en avond een rij geüniformeerde hostessen onbeweeglijk blijft staan en waar afwisselend politici, de legertop en woordvoerders een praatje komen maken voor het volk. Op 2 enorme schermen aan weerszijden van het podium zien we afwisselend fotoreportages van het leven van de koning (nogal over the top afgebeeld als intellectueel, held, avonturier, devoot boeddhist,…) en interviewers die rondom het plein mensen bevragen over hun vaderlandsliefde. Bijzonder! Wanneer de zon ondergaat, staat iedereen recht en worden kaarsjes aangestoken, die eerder gratis werden uitgedeeld, terwijl iedereen eerst het volkslied en dan nog een speciaal lied voor de koning zingt. Zodra het gezang is afgelopen, wordt in het midden van het grasplein vuurwerk afgeschoten, en wat voor een vuurwerk! Minutenlang zien we een georkestreerd geheel van vuurpijlen in de Thaise driekleur afgeschoten worden in verschillende, welbepaalde richtingen terwijl hoog boven onze hoofden alle mogelijke soorten vuurwerk uit mekaar spatten en de hemel fel verlichten: super!

De volgende dag moeten we vroeg opstaan om naar de ambassade van Myanmar te gaan voor ons visum. We nemen de skytrain naar het drukke businesscentrum van Bangkok en waar we dachten dat we de hele dag kwijt zouden zijn aan wachten in lange rijen en Myanmarese bureaucratie worden we aangenaam verrast! Met onze paspoorten, een kopie hiervan, een ingevuld formulier met onze persoonlijke gegevens (werk, ouders, doel van je reis,…) en 2 pasfoto’s schuiven we aan in de lange maar snel opschuivende rij 1 ter controle van ons pakketje en krijgen we een nummer waarmee we voor rij 2 worden afgeroepen waar we betalen en onze paspoorten afgeven. Op een uur staan we weer buiten! De volgende paar dagen in Bangkok dwalen we wat rond, bezoeken we de bekendste ‘Wat’s’ met ofwel enorme bronzen liggende of petieterig kleine jade zittende boeddha’s in tempels die een overvloed aan glinsterende spiegels en gouden en glitterend detail zijn voor onze Westerse ogen, bezoeken we het eveneens overdadig versierde koninklijke paleis, gaan we naar de hypertoeristische zaterdagmarkt buiten de stad waar we onverwacht terechtkomen op de dierenmarkt vol vissen, reptielen en fuzzy puppy’s, lopen we in de hippe wolkenkrabber-wijken van Bangkok een superchique mega-shoppingcenter binnen, dwalen we door internationale soi’s (soi = (meestal) smal zijstraatje) waar we ons afwisselend in India en Perzië wanen, gaan we naar de Hunger Games II kijken in de meest fancy cinema óóit, krijg ik sushi met mayonaise voorgeschoteld (heiligschennis!!!!), kopen we ongevouwen, ongekreukte dollars van na 2006 voor onze reis naar Myanmar (want dat is het enige wat ze daar aannemen…), lopen we door Chinatown en gaan we op even gezwinde wijze ons vers afgeleverde visum voor Myanmar halen. Bangkok is echt een wereldstad, je kunt er werkelijk àlles vinden! Van de oudste, kleine en donkere wandelstraatjes in Chinatown gaat het naar de meest futuristische hoogbouwwijken waar de skytrain boven je hoofd aan hoge snelheid tussen vlamt en je alle nieuwste trends ziet in de vitrines van de high-end winkels of voor je uit ziet wandelen op de rijke Thai die uit glanzend opgeblonken BMW’s stappen. Je ziet gesluierde vrouwen met Jimmy Choo’s die vanonder hun niqab komen piepen terwijl ze met hun handen vol Louis Vuitton-zakken uit de shoppingcentra komen gewandeld, je ziet honderden Thaise meisjes die gekleed (bijna verkleed…) zijn als poppetjes in wit en roze met minirokjes en 2 staartjes terwijl oude Chinese vrouwen in traditionele kledij roeren in potten met onbestemde inhoud, Thaise mannen met lang haar en het obligate mondmasker je voorbij snellen op moto’s en we talloze expats passeren waarvan hun snelle tred verraadt dat ze hier thuis zijn. Geen loslopende koeien of ossenkarren hier, wel kleurige tuktuk’s op LPG die een typische, zoete geur nalaat, oude bussen waar vrouwen met mondmasker de passage komen vragen waarbij ze de munten schudden in een lange, metalen buis, honderden scooters, Japanse wagens vooral en de occasionele chique Westerse bak. Op de stoep staan vuilnisbakken, de tegels liggen recht en mensen wijken beleefd opzij zodat iedereen vlotjes kan passeren. Honger zal je hier nooit hebben, want op elke straathoek en meer staan eetstalletjes die gedroogde, geperste inktvisjes verkopen, gegrilde varkens- en kippenspiesjes in de heerlijkste marinades, gesneden ananas en mango, pikante groene papayasalade, noedelsoepjes of pad thai: te consumeren ter plaatse aan kleine tafeltjes, rechtstaand of to-go in plastic zakjes! Elke middag en avond gaan Maarten en ik op zoek naar goedkope maar heerlijke streetfood en staren we noodgedwongen ongegeneerd in de borden van de Thai die er aan tafeltjes zitten te eten om te zien wat het karretje serveert. Wijzen en aangeven hoeveel borden is de enige manier waarop we hier kunnen bestellen, niemand spreekt Engels :)

Onze eerste dagen in Thailand zijn een India-detox. We zijn tegelijk ontzettend blij en melancholisch om hoe verschillend de twee landen zijn. De respectvolle manier waarop Thai met mekaar en hun omgeving omgaan is heerlijk: ik merk dat ik langzaam verleer constant naar de grond te kijken om niet onverhoeds in onbestemde vettigheid te stappen en dat ik niet meer op mijn hoede mannen passeer op straat omdat die af en toe ‘per ongeluk’ tegen je borsten aan komen gelopen of ‘wegens plaatsgebrek’ in bus of trein je kont aanraken. Waar we in India echter opgingen in de massa Indiërs, ligt de ratio in Thailand enigszins anders en het ‘soort’ toeristen dat Thailand bezoekt is ook beduidend anders. We zien misselijkmakend veel oudere mannen met piepjonge Thaise meisjes aan hun arm, groepen half-aangeklede Britten en Aussie’s die om 10u ‘s ochtends al met een pintje in hun hand lopen, jonge gezinnen die hier zijn voor een familievakantie, chique aangeklede koppeltjes die een enorme trolley achter zich aanslepen,… De variatie is enorm en we voelen ons er een beetje in verloren. De massa toeristen die Thailand al decennialang te slikken krijgt heeft hen ook wat doorwinterd gemaakt in de omgang met ‘farangs’ (buitenlanders), wat heel logisch is maar niet altijd aangenaam. De openheid, dito glimlach en oprechte interesse die we in India zo vaak zijn tegengekomen is hier haast volledig verdwenen. Waar ik het vervelend vond dat de (low-budget weliswaar…) keuken in het zuiden van India variatie miste, kan je voor een prikje overal eten in Thailand maar moet je net op zóék gaan naar authentiek Thais eten omdat je om de oren wordt geslagen met pannenkoeken, burgers en pasta’s of Thaise gerechten die aangepast zijn aan het zwakkere smakenpallet van de buitenlanders. De ‘touristtrail’ omvat meestal de ‘(toeristisch) meest interessante’ elementen van een land dus deze helemaal vermijden zou niet logisch zijn. De Taj Mahal blijft prachtig ondanks de duizenden winkeltjes eromheen. Machu Picchu blijft een mystieke plaats, ook al kan je er ondertussen op het 3G-netwerk. Hier is die trail echter zo erg ‘doorgelopen’ dat het ons wat te zeer ‘in your face’ is, wat jammer is.

Na enkele dagen Bangkok zetten we koers naar het noorden, voor het eerste deel van onze reis in Thailand. We nemen de trein naar Ayutthaya, gelegen in de open laagvlaktes in het centrum van het land en de wieg van de Thaise beschaving zoals we die nu kennen. Van hieruit strekte het vroegere Siamese rijk zich uit over het land en voorbij de grenzen tot in Laos en Cambodia, waarvan Ayutthaya op een bepaald moment de hoofdstad was. Ayutthaya is eigenlijk een eiland, omcirkeld door de Lopburi, Pasak en Chao Phrayarivier. In de oude stad staan nog altijd de ruïnes van de paleizen, schrijnen, kloosters en chedi’s die hier toen te vinden waren maar verlaten werden toen de hoofdstad werd verplaatst naar Thonburi (en van daar naar Bangkok) na een zoveelste aanval op de stad van de Birmezen die Ayutthaya tezeer beschadigde om alles herop te bouwen. Ayutthaya was de hoofdstad van midden 14e eeuw tot eind 18e eeuw en vanaf de 16e eeuw was er veel contact met het Westen. Diplomaten bezochten Siam, handelscontracten werden afgesloten met Frankrijk, Engeland en Nederland en er werd extensief gebruik gemaakt van buitenlandse adviseurs en zelfs ministers aan het hof! Buiten de oude stad vindt je dan ook kerken, moskee’s, en de overblijfselen van een Nederlandse, Portugese, Engelse en Japanse wijk,… Heel bijzonder! Hoewel we de geschiedenis van de stad bijzonder interessant vinden zijn de ruïnes eigenlijk niet zo indrukwekkend… We begrijpen goed dat ze de moeite niet meer hebben genomen om alles herop te bouwen, bijna overal zijn enkel nog de fundamenten terug te vinden en is de bakstenen basis van de gebouwen zichtbaar omdat het plaaster allang is verdwenen. Halve bakstenen boeddha’s zijn niet half zo indrukwekkend als bronzen boeddha’s en omdat voor elk afzonderlijk gebouw (!) inkom wordt gevraagd geven we het al snel op. Onze dagen in Ayutthaya spenderen we met 3 Nederlanders: Joep (student marinebiologie op stage in Koh Phangan) en Rik & Sanne (koppeltje op wereldreis). De ruïnes zijn dus misschien niet zo indrukwekkend als gedacht maar ons verblijf in Ayutthaya is toch supergezellig! We fietsen samen rond in de stad, eten heerlijke streetfood op de nachtmarkt,… Heel tof!

Na een paar dagen nemen Maarten en ik de nachttrein naar Chiang Mai, verder naar het noorden. Onze trein is pas om 23u30 maar omdat de laatste ferry zogezegd om 20u al gaat – bevestigd door meerdere onafhankelijke bronnen – vertrekken we goed op tijd uit het hostal. Aangekomen bij de rivier blijkt de laatste ferry pas om 22u te gaan. Bummer. Nou goed, in het station blijkt er gratis wifi te zijn dus dat maakt het lange wachten alweer aangenamer! Na een halfuurtje in het station blijkt dat onze trein 2u vertraging heeft… Bummer. We proberen nog een zitje te bemachtigen op een vroegere trein maar die zit vol, dan maar wachten! De vertraging wordt gelukkig niet langer en om 00u40 sporen we Ayutthaya uit. De prijs van de trein in Thailand is een pàk duurder dan in India, en gezien we in Zuid-Amerika toch ook altijd 'rechtopzittend' nachtbussen hebben genomen, gaan we voor een standaard zitje in plaats van een berth. Gelukkig heeft ene H. Thys ons in augustus voor ons vertrek gewaarschuwd voor ijskoude treinen en bussen in Zuid-Oost-Azië, toen we vertelden niet van plan te zijn onze slaapzak mee te nemen. Die doet dankzij haar, naast talloze gelegenheden in Nepal en India, opnieuw goed dienst op dit ritje! Er zijn geen ramen op de trein en hoewel die nu niet bepaald snel gaat, rijden we wel de veel koelere bergen in en zien we alle Thai goed ingeduffeld klaarzitten voor de rit. Maarten en ik hebben lange broek en gesloten schoenen aan, duffelen ons in in trui en jas en slaan de slaapzak open. De 4 luide Amerikanen enkele zeteltjes achter ons hebben een maandvoorraad bier bij en dragen minishortjes en topjes. De hoeveelheid alcohol waarmee ze zich hebben laten vollopen op het station en later in de trein zal vast geholpen hebben! ’s Ochtends gaan de rolluikjes van de ‘ramen’ weer open en zien we een prachtig, heuvelachtig en intens groen landschap aan ons voorbij glijden, compleet met obligate rijstvelden en boeren met conische rieten hoed. We stoppen kort in enkele stationnetjes maar op een bepaald moment verdacht lang… Na een uur gaan we toch es horen wat er aan de hand is, het is ondertussen middag en flink heet in de stilstaande trein. Blijkt dat er een ‘vip’-delegatie wordt verwacht van politici uit het noorden die naar Bangkok afzakken voor de protesten. 3 vip-treinen moeten zo passeren, dan kunnen wij verder… 3u lang staan we stil op de sporen in de vlakke zon en het is uiteindelijk 18u30 wanneer we arriveren in Chiang Mai: superpopulaire bestemming en daardoor rijkelijk laat om te arriveren zonder reservatie… We nemen een songthaew (in Chiang Mai gloednieuwe maar meestal krakkemikkige pick-up omgebouwd tot ‘bus’ door achterin langszij 2 banken te installeren) naar de ingang van de oude stad en wandelen dan maar naar ‘de’ hostalwijk. Alles zit vol of is te duur maar een vriendelijke hostaleigenaar verwijst ons naar een hotelletje om de hoek waar je nog een goedkope, propere kamer kan vinden. Het heeft klinisch-witte muren en een even hospitaalachtig bed maar whatever, na 2u rondlopen zijn we blij dat de rugzak van ons af kan! We slapen uit, verhuizen naar een gezelliger hostal voor dezelfde prijs en trekken de volgende paar dagen de stad in voor wat sightseeing en rijden ook de stad uit met de fiets om de omgeving te verkennen. Chiang Mai was vroeger blijkbaar een slaperig, charmant stadje maar zodra mensen zoals wij (want laten we eerlijk zijn, ‘wij’ overkomen stadjes waardoor ze allemaal op mekaar gaan lijken, gevuld met resto’s en hostals…) zo’n pareltje ontdekken, blijft het dat niet lang meer! Het is dan ook heel toeristisch geworden maar het is zo populair dus er móet toch iets zijn dat we missen? We zoeken de gezelligheid al dwalend van Wat tot Wat, eten hier en daar iets van een straatstalletje, fietsen rond in de bossen naar een klooster en lopen vlakbij ons hostal heel toevallig Leo tegen het lijf! Leo is 1/2e van Leo en Olivia, een koppeltje uit Londen dat we een paar keer gekruist zijn op de Annapurnatrek in Nepal. Leo werkt online als animatiedesigner en Olivia geeft les in een kleuterschool in Chiang Mai, waar ze de laatste 2 jaar gewoond hebben. We spreken af voor koffie en lunch een paar dagen later en daar zijn we achteraf gezien blij mee want de buzz van Chiang Mai gaat om de één of andere reden wat aan ons voorbij… Naast de populariteit van het stadje zelf, komt de meerderheid hier naartoe om een trek te boeken in de bergen van noord-Thailand – wat wij ook van plan waren – maar als we de boel wat beter bekijken is er niet veel trekken aan… Elk agentschap biedt hetzelfde aan: een olifantenrit (wat we omwille van gruwelverhalen vermijden), een bamboeraft (waar niet veel raften aan is), bezoek aan een ‘hill tribe’ (dorpen van Hmong en Karen-leden die in de bergen van Myanmar, Thailand, Laos en Vietnam over de grenzen heen leven maar waarmee je niet kan communiceren waardoor het wat te zoo-achtig wordt voor ons) en over 3 dagen wandel je maar 6 à 7u… Na Annapurna is dat een lachertje en heeft zo’n ‘trek’ voor ons weinig zin. Je kan een trek doen die op maat wordt gemaakt, maar dan wordt het weer duur. Verder is het vooral chillen geblazen in Chiang Mai maar om de één of andere reden lijkt iedereen hier z’n draai te vinden behalve wij twee… Het dagje met Leo is dan ook een welgekomen afwisseling in onze besluiteloze bui en na koffie, fruitshake, lunch en veel gelach en gezever helpt hij ons een goeie deal te bekomen om eigen vervoer te fixen, uit Chiang Mai te komen en richting het westen te trekken.

In India hebben we ervaring opgedaan met een scooter maar voor de hoogtes die we hier gaan klimmen is een scooter niet voldoende. We kunnen elk een eigen tweewieler huren maar dan wordt het weer wat duur en om nu zonder enige ervaring met twee man en een rugzak op een heuse moto te gaan kruipen vinden we wat zot dus we gaan voor de tussenoptie: een semi-automatic Honda Wave van 125 cc. Niet stoer, wel voldoende kracht om ons de bergen in te krijgen :) Niet dat we daar ooit wél mee hebben gereden, maar het geeft ons toch een iets veiliger gevoel dan de Honda Rebel of CBR250R die we ook kunnen krijgen aan een toch iets duurder prijsje… De volgende dag vertrekken we voor onze roadtrip! Maar meer daarover een volgende keer :)


0 Comments

prachtig kerala en tempeltrippen in karnataka en tamil nadu. goodbye india!

12/12/2013

1 Comment

 
Foto
Na de chillness in Goa, trekken Maarten en ik verder naar de provincie Karnataka. Een kleine 53 miljoen inwoners waarvan je een deel misschien telefonisch ooit hebt gesproken, vanuit Bangalore oplossingen biedend in het grappige Indische Engels als outsourced callcentermedewerkers :) Veel tijd rest ons niet meer in India, dus we kiezen ervoor om in Karnataka enkel naar Hampi te gaan en via het zuidelijke Mysore richting Kerala te trekken. Karnataka is een provincie met een rijke geschiedenis van talloze overheersers. Het mooiste voorbeeld daarvan ligt in Hampi, een (nu) klein dorp in het midden van de provincie. Op de oevers van de Tungabhadrarivier werd het plaatsje gesticht door 2 broers begin de 14e eeuw, om verder uit te groeien tot de hoofdstad van het enorme Vijayanagarrijk. Zegt jullie niet veel? Ons ook niet. Wat wel tot de verbeelding spreekt zijn de ruïnes van dat enorme rijk, dat 200 jaar lang een monopolie had op de zuidelijke handel in kruiden en katoen en daardoor enorm welvarend was. De bazaar die er nu onooglijk uitziet liep over van de handelaars en de wanden van de paleizen, waar nu haast niets meer van overblijft, waren beslagen met goud. Moslimheersers uit het noorden veroverden het rijk in de 16e eeuw en vernielden de hele stad. Wat er overblijft is een ruïnestad van honderden tempels, aquaducten, olifantenstallen, badplaatsen... Door mekaar geschud op onze nachtbus strompelen we naar de deur, om er niet in te slagen van de bus te stappen door het leger rickshawchauffeurs dat ons in unisono toeschreeuwt om toch vooral met HEM mee te rijden naar Hampi-centrum! We zijn kapot, het is heet en het kost maar 12 eurocent. We gaan mee met de enige chauffeur die ons niets onder onze neus duwt. Blijkbaar moet Hampi ooit een klein paradijs van rust geweest zijn, maar dat is het ondertussen niet meer. Het dorpje lijkt uitsluitend te bestaan uit hostals, eethuisjes en souvenirwinkeltjes maar de kleine, aarden straatjes waaruit het bestaat blijven nog wel charmant, het is goed weer en we blijven ook maar 2 dagen dus no biggie. Aan de overkant van de rivier is het veel rustiger maar omdat de ferry niet vroeg of laat gaat en we weinig tijd hebben, besluiten we toch in het drukkere gedeelte van Hampi te verblijven. We huren fietsen voor 2 dagen en toeren rond: bananenplantages en droge vlaktes met kale struikjes wisselen prachtige, enorme ruïnes af gebouwd met, tussen en op enorme granieten rotsblokken die door reuzen rondgestrooid lijken te zijn in de omgeving. Metershoge beelden van Ganesh, uitgehouwen uit één enkel granieten blok, de afgeschermde badplaats van de koningin ter grootte van een zwembad, prachtig uitgesneden tempels met pilaren die muziek maken als je erop klopt, trappen geflankeerd door gebeeldhouwde paarden, wanden bedekt met beelden van tempeldanseressen en als toppunt de enorme Virupakshatempel voor Vishnu: een piramidale toren van 9 verdiepingen bedekt met allemaal verschillende beelden van alle personages uit het Hindoestane mythische godenrijk: ongelooflijk! En dit alles onder een stralend zonnetje: heerlijk! Na 2 dagen Hampi nemen we de nachttrein naar Mysore, met net geen miljoen inwoners de 2e grootste stad in Karnataka en een handige transporthub om verder zuidwaarts te reizen naar Kerala. We blijven opnieuw maar 1 nacht daar dus nadat we een supergoedkoop hostal hebben gevonden, vertrekken we naar het paleis van de Maharaja, de hoofdattractie hier. Het paleis werd eigenlijk vrij recent (1897) ontworpen door een Brit in Indo-Saraceense stijl: een mix van Europese en Indische architectuur. Het oorspronkelijke houten paleis werd in as gelegd nadat een vuur in de keuken was uitgeslagen bij een feestje van de prinses :) En het moet gezegd, Irwin did a good job! Alles is opgemaakt in enorme proporties met bogen, koepels, gallerijen en pilaren; marmeren trappen, met ivoor ingelegde deuren, kleurrijke glasramen en als kers op de taart een gigantische open feestzaal die aan één zijde met trapsgewijze tribunes naar beneden uitzicht geeft op de enorme tuin, en binnen overal spiegels heeft die een eindeloos perspectief creeëren. Als Tomorrowland nog een derde locatie zoekt, we've found it! Verdere wapenfeiten: heerlijke Zuid-Indische thali op een bananenblad samen met een minikleine supervriendelijke Koreaanse vrouw van 56 die we toevallig tegen het lijf lopen en die elk jaar een maand rondreist, Iran was een aanrader! :) We lopen toevallig een klassieke, Indische danswedstrijd binnen die plaatsvindt in een kunstgallerij. We ontdekken de volgende ochtend een bedbuginferno...

Bedbugs, ofte bedwantsen in het Nederlands. Enkele decennia terug haast overal uitgeroeid maar nu opnieuw aan een opmars bezig door het verhoogde internationale verkeer. Zijn klein en teekachtig. Planten zich razendsnel voort. Zijn moeilijk te vermoorden. Verstoppen zich overdag in je slaapkamer om 's nachts je bed in te kruipen en met z'n allen aan jou als feestmaal te beginnen, resulterende in enorm jeukende beten over heel je lijf... Als je heel yummie bent – en voor de meeste bijtende insecten blijk ik dat te zijn want Maarten heeft niks maar in Goa loop ik naast muggen- ook zandvlooienbeten op – reizen ze ook lekker met je mee! Hoe weten we dat? Omdat onze rugzakken VOL zitten met de beestjes... We zetten onze dagplanning in de frigo en trekken met onze rugzakken naar het loeihete dakterras van het hostal. Rugzak uitladen, spullen uitschudden en ophangen op de wasdraad in de zon, antibedbugspray kopen, handmatig de beestjes doodpitsen... 4 uur zijn we zo bezig, en dan moeten we naar het busstation voor onze nachtbus naar Kochi in Kerala.

Kerala is opnieuw een provincie met een uitgestrekte kustlijn, is inlands heel groen en vruchtbaar en heeft gebergte waar de provincie in het (noord)westen grenst met Karnataka en Tamil Nadu. Gunstig gelegen aan de westkust van India is het net als Goa een provincie die overheersd werd door de Portugezen, de Nederlanders en vervolgens de Britten. Het is de provincie in India die het dichtst bevolkt is maar de hoogste levensstandaard heeft en waar 91% van de bevolking kan lezen – uitzonderlijk hier. Vrouwen worden er bovendien minder in een hoekje gedrumd dan in de rest van het land, omdat Kerala een geschiedenis heeft van een matrilineaal systeem. De meerderheid van de bevolking is Hindoe maar een kwart is Christen en er leeft een grote moslimgemeenschap. Algemeen een buitenbeenstaatje dus! Tijdgebrek doet ons keuzes maken en we besluiten naar Kochi te gaan, een havenstadje, naar de fameuze 'backwaters' rond Allapuzha en daarna landinwaarts te reizen naar Munnar, een 'hill station' in de bergen vlakbij Tamil Nadu. In Kochi hebben we vooral veel rondgedwaald in de chillness van het mooie, koloniale stadje en ons na de bedbug-ellende (we hebben bij aankomst in Kochi onze rugzakken gedoopt in kokend water om eventuele overlevenden of eitjes ook vakkundig uit te roeien...) getrakteerd op een fancy ontbijt met café au lait :) En we hebben Bert uit Berlaar gezelschap gehouden! Een toffe pee die onverwacht opeens alleen in India zat en naast wie we heel toevallig op een bankje met uitzicht op de rivier waren gaan zitten. Hij was ook zo vriendelijk om mijn 6m sari, blouse, petticoat en juwelen die ik gekregen had met Diwali alweer wat dichter te brengen naar Herenthout: heel sympathiek!

En dan de beroemde 'backwaters', what can I say... Van Allapuzha richting het zuiden heb je enkele grote meren die verbonden zijn door allerlei grote en kleine kanalen waarlangs rijstvelden liggen, dorpjes, huizen,... Heel mooi en dus heel populair om met een boot (werkelijk alle mogelijke soorten boten zijn beschikbaar) af te varen. Het moet ooit idyllisch zijn geweest en in het laagseizoen is het dat vast nog altijd maar de regio is zich pijnlijk bewust geworden van hoe aantrekkelijk hun leefomgeving is en heeft het idyllische kantje versmacht met werkelijk honderden 'houseboats' – drijvende paleizen met kok en bediening – en toeristenbootjes met brullende motor. De omgeving blijft mooi natuurlijk, ook als je de trip in een goedkope ferry doet zoals wij :) Maar zo fantastisch als het overal wordt voorgesteld, is het tijdens het hoogseizoen absoluut niet. Na Kochi en de backwaters nemen we de bus landinwaarts naar Munnar: één van de mooiste omgevingen die we ooit hebben gezien! Munnar ligt op een kruispunt van 3 rivieren op 1600m hoogte met veel regen en heeft dus een zeer mild klimaat van rond de 23° C: heerlijk na al die Indische hitte! De reden waarom we ernaartoe gaan is de prachtige omgeving want het stadje zelf is vuil en lelijk. De ligging van Munnar is namelijk perfect om thee te kweken. Massa's thee! Voor een prikje konden een paar honderd jaar geleden enkele Britse officieren grond kopen die voor de oorspronkelijke bevolking niet geschikt was voor landbouw, maar voor de Britten wel voor theebomen die met hun lange wortels in staat waren om aan water te geraken. Resultaat: een adembenemend landschap vol, maar dan ook vól kort afgesnoeide theebomen die in golvende patronen de heuvels van Munnar bedekken! We gaan naar het theemuseum (gezien hoeveel thee ik dagelijks binnengiet bleek ik verbazingwekkend weinig over het goedje te weten: geïnteresseerden mogen mij altijd mailen :)) en huren een scooter om rond te tuffen in de omgeving: zalig! Af en toe heeft ie het moeilijk met de hellingen maar Maarten en ik cruisen een volle dag heerlijk rond in de bergen met zicht op de mooiste landschappen! Na onze rustdagen in Munnar – met dagelijkse variaties op de befaamde Zuid-Indische dosa in een eetzaal telkens stampvol met Indische toeristen en wij :) – verlaten we Kerala en reizen we westelijk door naar Tamil Nadu.

Sound familiar? It is! Want de Tamil tijgers uit Sri Lanka (bij goed weer kan je het eiland van de kust zelfs zien liggen zo dichtbij!) waren geen doetjes en probeerden op gewelddadige wijze een 'Tamilthuisland' te stichten op het eiland, omdat ze zich door de Ceylon wat in een hoekje gedrumd voelden. Fun fact: volgens een eeuwenoude Hindoemythe is het eiland Sri Lanka ontstaan toen de aapgod Hanuman van Sri Lanka naar Tamil Nadu sprong. Tamil Nadu ligt in de zuidoostelijke hoek van India, helemaal onderaan rechts in het puntje! Hun taal, Tamil is van Dravidische oorsprong, heeft zelfs een ander geschrift en ze zijn met 63 miljoen. De 'legende' gaat dat hun voorvaders deel uitmaakten van de eerste beschavingen in de Indusvallei maar verjaagd werden naar het zuiden door de 'Ariërs' (vreemd hé?), een geschiedenis die maakt dat ze zich nog steeds 'anders' voelen dan de Indiërs uit het noorden waar voornamelijk Hindi wordt gesproken. Tamil Nadu wordt bijvoorbeeld nog steeds geregeerd door voornamelijk 'Dravidische' partijen. Ze hebben zelfs een aparte filmindustrie (in het Tamil) van Bollywood, 'Kollywood' :) Best wel een chauvenistisch-nationalistisch volkje!

Tamil Nadu bezoeken is voornamelijk tempeltrippen, en dat is dan ook wat we doen! Van Munnar in Kerala nemen we de bus naar Madurai, een redelijk zenuwslopend ritje door de stromende regen in vlotjes genomen haarspeldbochten langs ravijen in de bergketen die we nu verlaten. Overal zien we aarde en rotsblokken op de weg liggen, naar beneden geschoven door de vele regenbuien. We zijn blij wanneer we de vallei uit zijn en de vlaktes bereikt hebben! Madurai is een mini-Varanasi: een aan de oever van de Vaigai gelegen, meer dan 2000 jaar oud bedevaartsoord vol tempels, vol pelgrims en vol vuiligheid. De belangrijkste (Madurai is in concentrische cirkels rondom deze tempel gebouwd) is de Meenakshi Amman tempel en samen met oranje-gerokte, kaalgeschoren mannen en vrouwen staan we op blote voeten 's ochtends aan te schuiven om binnen te mogen. De tempel is een kleurrijk feest van incarnaties van Shiva en Parvati, met as (van gebrande, gedroogde koeienvlaai wat de devote Indiërs ook en masse op hun voorhoofd en lijf smeren) bedekte beelden van Ganesh, gouden pilaren, bloemenverkopers in omzuilde open zalen van 10m hoog, gigantische bronzen poorten en joelende pelgrims. Hindoeïsme is in de regel geen godsdienst die in stilte en contemplatie wordt beleefd... Van Madurai gaat het naar Thanjavur waar we 's avonds aankomen en diezelfde avond nog de Brihadeeswaratempel bezoeken. Thanjavur werd een stad in de Middeleeuwen onder de Cholas en werd daarna – verrassing! - overheerst door wisselende dynastieën. De tempel mocht wel blijven bestaan en werd ook telkens uitgebreid. Abhi in Gorakhpur vertelde ons al: we hebben geen café's, want als we willen chillen, gaan we naar de tempel. Dat zien we hier ook weer: gezinnen en koppeltjes dwalen rond in het complex, zitten en liggen in de galerijen, op platforms, de tempeltrappen en de tuinen binnen de poort. Het is de grootste tempel in India, 1000 jaar oud en werelderfgoed. Alles is gebouwd uit graniet en de middelste toren van de hoofdtempel is 66m hoog. Het sluitstuk op deze centrale tempeltoren is een enorme massief granieten koepel van 81 ton die via een 6,5 km lange helling (!) bovenop de toren werd geplaatst.Vooraan staat een gigantisch beeld van Nandi – de stier die het rijdier is van Shiva – gehouwen uit één enkele granieten rots. 's Avonds is de tempel vooral gezellig maar de volgende ochtend kunnen we pas echt genieten van de schitterende beelden en uitgesneden figuren op de wanden van de tempel en muurschilderingen onder de galerijen rondom. 

Next stop: Chidambaram! Opnieuw een door pelgrims veelbezocht stadje omwille van de bijzondere, 2000 jaar oude Kailasamtempel die wordt beheerd door de brahmanen (de hoogste kaste, die van de priesters) met een schrijn van een dansende Shiva, iets wat je nergens elders vindt. De architectuur van de tempel staat volledig in het teken van de kosmos: de plaatsing van elk object, de oriëntatie van elke zaal heeft een specifieke symboliek. De tempel staat exact in het midden van 's werelds magnetische evenaar. Whatever that may be :) Het is in elk geval wel een magische plek en de meest inspirerende plaats die we in India bezoeken. De energie die als een wervelwind door de tempel lijkt te stromen is bijna letterlijk voelbaar. Er lopen zo'n 400 brahmaanpriesters rond, gekleed in niet meer dan een halflange witte wikkelrok, behangen met kettingen en koorden en wiens haar ongeveer 10 cm boven het voorhoofd is weggeschoren en de rest lang wordt gedragen in een grote dot aan de linkerzijde van hun hoofd. Ze hebben over hun hele lichaam witte strepen van as (yep, opnieuw van koeienvlaai) en zingen de hele tijd door mantra's. We zijn net in de tempel wanneer het belangrijkste dagelijkse ritueel wordt uitgevoerd. Middenin de tempel op een binnenplein is de schrijn van Shiva in zijn kosmische dans, daar gieten de priesters ghee (vloeibare boter), melk, asse, yoghurt, rijst en sandelhoutpasta over de lingam (een symbolische weergave van Shiva), maken ze complexe bewegingen met vuur en openen en sluiten ze de gordijnen die voor Shiva hangen, om het wegnemen van de onwetendheid en het zichtbaar maken van de 'heerlijkheid' te symboliseren. Gedurende dit hele urendurende proces worden mantra's geroepen en worden kleine tinkelbelletjes en grote klokken de hele tijd geluid. Ondertussen drummen en proberen van alle zijden van de schrijn – die op een soort podium staat – pelgrims zoveel mogelijk te zien van het beeld en slaken ze gilletjes van opwinding telkens wanneer de gordijntjes opengaan. Heel bijzonder! Alsook onze ontmoeting met Ganesh, 42 jaar, brahmaan, priester in de tempel. Er heilig van overtuigd dat het de bedoeling was dat we mekaar spraken, om van mekaar te leren. Hij is meestal niet zo'n prater maar hij voelde dat Shiva wilde dat hij ons aansprak in de tempel. Hij observeert 'onze energie' tijdens het ritueel en stuurt dan zijn 'dienaar', een Sri Lankaan, om ons te halen, waarna hij ons uitlegt waar zijn geloof in Shiva en de kracht van de tempel en het universum voor staan. Een uurtje later lopen we hem toevallig tegen het lijf in het centrum: geen toeval voor hem! Hij trakteert ons op een bananenblad-thali, spreekt nog wat over filosofie en verdwijnt dan weer. Ohm Shiva. Only in India.

Tempeltown 4 wordt Mahaballipuram, nu een klein dorpje maar vroeger een belangrijke havenstad aan de oostkust van India bij de Bengaalse baai. De tempels en beelden uit de 7e eeuw zijn gehouwen uit granieten blokken en zijn dus allemaal massieve structuren: heel vet! En dan komen we aan het einde van onze trip met Pondicherry, een vroegere Franse kolonie en nog altijd een kleine afzonderlijke provincie, omgeven door Tamil Nadu. In een notendop: De stad ademt nog steeds Frans-koloniale charme en rust uit aan de ene zijde van het kanaal dat de stad doormidden deelt en Indische zotheid aan de andere kant van het kanaal. Je kan hier vrijuit en relatief goedkoop alcohol verkrijgen, heel vreemd om na Goa opeens overal reclame te zien voor bier en whiskey :) Thuis van 'Auroville', dé universele stad van vrede een eenheid voor de mens, gesticht in '68 door 'The Mother'. Een Franse spirituele dame die de 'metgezel' was van Sri Aurobindo, een Indische nationalist, filosoof, yogi en guru (Op te zoeken: heel bijzonder tweetal!). Heel Pondicherry hangt vol met hun portretten en hun ashram – waar ze beiden ook begraven zijn - in het midden van de stad wordt drukbezocht door pelgrims van over het hele land en daarbuiten. Die mix maakt 'Pondi' een heel fijn en atypisch Indisch stadje. We struinen rond in de rustige, brede lanen, gaan naar de bazaar waar ik weer buitenkom met een half boeket in mijn haar van alle bloemen die ik in de bloemenverkopersgang heb gekregen, eten onze laatste Zuid-Indische dosa's en massa's chaat, bezoeken de ashram en dat zal het zo wel ongeveer zijn. Leuk!

Laatste stop in India is waar we onze vlucht naar Thailand hebben: Chennai. Wat is daar te zien en beleven? Heel weinig. Het is een drukke, vuile, ongeorganiseerde grote stad waar we niet veel te zoeken hebben. Het enige interessante was onze ontmoeting met Jack: 24 jaar, net afgestudeerd als maatschappelijk assistent en druk bezig met netwerken om een organisatie op te starten (gesteund door uitsluitend Indische subsidies: heel belangrijk voor hem) die zoveel mogelijk de armoede en het gebrek aan opleiding van kinderen in Zuid-India probeert weg te werken/ te verlichten. Heel intelligente, boeiende kerel die ons veel vertelt over het nog steeds zeer actieve en discriminerende kastesysteem, de corruptie die hier nog steeds welig tiert en waar we onze laatste dag in India mee doorbrengen. Doorheen onze twee maanden in India merken we in het dagdagelijkse leven eigenlijk heel weinig van het kastesysteem, dat mensen op determinerende wijze toewijst aan een bepaalde (status van) job en positie binnen de maatschappij. Op onze laatste dag in India krijgen we echter een ontnuchterende uiteenzetting over de - zelfs na Mahatma Gandhi's publieke afwijzing van het nu eigenlijk illegale kastesysteem - pijnlijke realiteit in het land. Zijn vader is een visser en Jack heeft met een beurs die hij via een katholieke organisatie heeft verkregen – heel onkarakteristiek voor zijn kaste - zijn diploma behaald. Het feit dat zijn vader visser is, had hem normaalgezien 'veroordeeld' tot dezelfde categorie job, in India blijkbaar behorende tot de laagste kaste. Jack gaat goedgekleed: wit hemd, chique paar schoenen, mooi horloge: op het zicht lijkt hij te behoren tot de rijkere Indiërs. Wanneer ik heel toevallig vraag wat zijn ouders doen van werk in de 'lobby' van ons hostal vertelt Jack ons dat zijn vader visser is op fluisterende toon, opdat de hoteleigenaar (die misschien van een hogere kaste is) het niet zou horen en op die manier zou weten dat hij behoort tot de laagste kaste. Hij werkt als DJ en als mensen hem ernaar vragen is dat wat hij vertelt dat hij doet, omdat dit werk als hoog wordt ingeschat. Op die manier hoeft hij niet de (negatieve) consequenties te dragen van het behoren tot de laagste kaste. Voorbeeld: toen hij omwille van een beurs in een goede school zijn opleiding kon volgen, moest hij zodra zijn prof hoorde dat hij een visserszoon was op de grond gezeten les volgen, en hij vertelt dat dat in zoiets dagdagelijks als een trein bijvoorbeeld niet anders zou zijn. Zeer ontluisterend om te moeten horen. Maar zelfs in zijn goedgeklede, welopgeleide 'vermomming' is het niet mogelijk om zijn kaste verborgen te houden voor de buitenwereld. Blijkbaar bestaat er nog steeds een centraal register toegankelijk voor officiële instanties doorheen heel het land waarin bij geboorte je kaste geregistreerd wordt. Je gaat dus zolang je leeft met een kaste-naamplaatje door het leven. Zelfs al heeft hij dus het geluk gehad om via een beurs aan een hard vissersleven te ontsnappen, dan nog moet hij gebukt gaan onder vooroordelen. Deze fundamentele oneerlijkheid heeft geleid tot zijn studiekeuze voor maatschappelijk assistent om zelf jonge mensen te kunnen ondersteunen in hun sociale promotie/mobiliteit. Boeiende ontmoeting en les zo helemaal op het einde.

Het is heel vreemd om India na zo'n lange tijd te verlaten. Na de grote schok in het begin, de irritatie, overweldiging en chaos kwamen daarvoor plezier, verwondering en genieten in de plaats. En hoewel we allebei wat melancholisch zijn om India te verlaten is het op bepaalde punten tegelijk ook weer tijd om te vertrekken en tijd voor iets nieuws. Zuid-Oost-Azië :) Off we go met AirAsia!

1 Comment

    Author

    "Reminds me of my safari in Africa. Somebody forgot the corkscrew and for several days we had to live on nothing but food and water."

    Archives

    February 2015
    January 2015
    December 2014
    November 2014
    October 2014
    September 2014
    August 2014
    July 2014
    June 2014
    May 2014
    April 2014
    March 2014
    February 2014
    January 2014
    December 2013
    November 2013
    October 2013
    September 2013

    Categories

    All

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.