Maarten en Diew go East
  • Home
  • Schrijfsels
  • Photos
    • Australië
    • Cambodja
    • Filipijnen
    • India - Noorden
    • India - Zuiden
    • Indonesië
    • Laos
    • Maleisië
    • Myanmar
    • Nepal - Annapurna
    • Nepal
    • Nieuw-Zeeland - Zuidereiland
    • Nieuw-Zeeland - Noordereiland
    • Singapore
    • Thailand - Noorden
    • Thailand - Isan & Zuiden
    • Vietnam
  • Guestbook
  • Route
  • Fun Facts!

“One's destination is never a place, but a new way of seeing things.”

Waar we zijn, wat we doen, wat we zien, wat we denken. Allemaal hier terug te vinden in schrijfsels van onderweg. Bedenkingen en comments van de andere kant zijn zeer welkom :)

Blog

The last one: de beklimming van Mount Doom, vrije val vanop 3,5km hoog en de laatste rit van The Black Bandit. Nieuw-Zeeland part III: het noorden!

2/25/2015

2 Comments

 
Picture
Op 6 februari om 20 voor 10 's ochtends bollen we met The Black Bandit van de Interislander en zetten we wiel aan grond op het Noordereiland, ons àllerlaatste stukje aardbol op reis! We vinden makkelijk de weg van de ferryhaven naar Rebecca's huis in de heuvels van Wellington. Rebecca is onze eerste 'officiële' couchhost hier in Nieuw-Zeeland maar voor de eerste keer gaat het niet erg vlot... De ontvangst is koeltjes, bijna alsof ze ons niet verwacht had? Rebecca is van Hongkong en haar partner John, Amerikaan, is niet thuis omdat hij voor 7 weken naar Antarctica en Argentinië is. Episch tripje toch wel :) We kletsen een beetje maar we moeten er serieus aan sleuren dus we zijn blij het huis uit te kunnen! Er zou een festival zijn in Porirua, niet ver van Wellington, ter ere van de verjaardag van Nieuw-Zeeland vandaag, Waitangi Day. Op 6 februari 1840 tekenden de Maori stamhoofden in Waitangi (een dorpje in Northland) een verdrag met de Britten dat hen zou toelaten om hun eigen landen te behouden maar dat Nieuw-Zeeland wel een Britse kolonie maakte en Britten het recht gaf om land te kopen. Alleen ging er iets mis in de vertaling waardoor er tot nu nog onenigheid is over wàt er nu precies in het verdrag werd afgesproken en de regering al miljoenen dollars betaald heeft aan de Maorigemeenschap om geleden schade te compenseren. Dus rijden we naar Porirua! We hebben er alleen iets teveel van verwacht, het heeft meer weg van het Wereldfeest in Leuven: een soort van vrij podium, activiteiten voor kinderen in de zaal en allemaal eetstandjes uit verschillende delen van de wereld. Er zijn vooral Maori aanwezig, we kijken wat naar een wedstrijd voor kinderen in het skatepark en wachten bijna 2u lang op een haka (de jullie vast welbekende Maorikrijgsdans die met opengesperde ogen, tong uit de mond en luid krijgsgeroep gepaard gaat en die de nationale rugbyploeg, 'The All Blacks', nog altijd vóór elke wedstrijd uitvoeren) die uiteindelijk nooit komt, ze kunnen de mannen niet vinden die beloofd hadden de haka uit te voeren... :)

Dan maar terug naar Wellington! We parkeren bij een baai en wandelen naar het centrum waar het wemelt van het volk, een heel deel daarvan verkleed voor de Rugby Sevens, nog zo'n Kiwiklassieker! Rugby met 7 spelers in helften van 7 minuten en deel van het kwalificatieproces voor de Olympische Spelen in 2016! Waarom toeschouwers er zich voor verkleden is ons niet helemaal duidelijk maar het is wel grappig om een zebra achter het stuur te zien zitten of de smurfen te zien rondlopen op straat. Ook los daarvan blijkt Wellington een cool stadje te zijn! De hoofdstad van Nieuw-Zeeland moet in de algemene kennis vaak de duimen leggen voor Big Boy Auckland maar dat is onterecht! Mooie gebouwen, leuke vibe, hippe caféetjes en resto's: dik in orde! Het lijkt wat op Melbourne, maar dan zonder de overvloed aan hipsters :) We checken een heerlijk absurde fototentoonstelling van Yvonne Todd, snacken supercheape sushi (8 stuks voor 5 dollar!) en keren tegen etenstijd terug naar huis om te beginnen koken voor Rebecca,... Die ondertussen ziek is geworden :/ We willen het uitstellen maar we mogen toch beginnen met koken terwijl zij in de buurt van het toilet blijft, voor het geval dat,... We praten wat tijdens het koken en het valt al iets beter mee, Rebecca blijkt gewoon een heel ongeaffecteerd persoon te zijn, maakt haar cynische gevoel voor humor des te droger :) Tegen 22u rollen we de slaapzetel uit, heerlijk om nog eens binnen te kunnen slapen! De volgende dag trekken we opnieuw de stad in voor het Te Papamuseum (het museum van Nieuw-Zeeland, keicool!!!) én voor lunch met Hanne Menheere, Chirobekende en medereiziger :) Bijpraten over een Indische curry is gezellig en na onze take 2 in Te Papa gaan we een keilekkere burger en wedges eten bij een funky zaakje dat opereert uit een busje en pikken we bij Rebecca thuis nog nét de finale van de 7's mee waar de All Blacks winnen van Engeland: go Kiwi's! Dag 3 in Wellington lopen we nog wat rond in de stad, checken we het befaamde 'beehive' parlementsgebouw en bezoeken we de Weta Cave, de rekwisietenstudio die alle Lord of the Rings- en Hobbitfilms verzorgd heeft en ook Spiderman, Avatar, Tintin, The Chronicles of Narnia, King Kong,... Echt heel cool om daarin een rondleiding te krijgen!!!

En dan beginnen we officieel aan onze toer van het Noordereiland met Dannevirke en Norwood, respectievelijk een dorp van Deense en Noorse kolonisten, gekozen voor hun ervaring met boomkap en naar Nieuw-Zeeland gelokt met de belofte op een beter leven en een stuk land waar ze dan wel eerst de bomen vanaf moesten halen zodat de west- en oostkust van Nieuw-Zeeland verbonden konden worden. De duizenden jaren oude, megagrote hardhouten kauri's waren jammer genoeg nét iets anders dan de zachte dennenhouten bossen die de Scandinaviërs gewend waren... Enfin, er zijn hier grappig genoeg nog altijd veel nakomelingen van die eerste bewoners en we worden in Dannevirke welkom geheten door een gigantische houten viking :) We kamperen er op een open stuk tussen de heuvels waar de wind de hele nacht met veel lawaai doorheen waait zodat we niet zo goed slapen in ons flapperende tentje.

Dan maar gauw terug naar de zee bij Hawke's Bay waar we maar meteen van de gelegenheid gebruik maken om nog wat wijntjes te proeven :) We passeren nog door Napier, volledig platgelegd door een zware aardbeving in 1931 en na de heropbouw daardoor sindsdien de zelfverklaarde 'Art-Decohoofdstad' van de wereld, en doen een wandelingetje door de stad alvorens terug landinwaarts te trekken en te kamperen op een kleine 30km van Taupo. Dat stadje ligt bij het Taupomeer, een 616m² groot kratermeer waarvan de caldera is ontstaan door een superuitbarsting 26.000 jaar geleden, de grootste uitbarsting van de laatste 70.000 jaar. Indrukwekkend :) Veel presteren we niet in Taupo, Maarten maakt een wandelingetje in de stad terwijl ik mijn tijd spendeer in de bib om mij voor te bereiden op mijn sollicitatiegesprek 2 dagen later en we gaan kamperen op de dichtstbijzijnde kampeerplaats bij de start van de Tongariro Crossing voor morgen.

Mooi plekje maar het grietje van het koppel Denen langs ons is een ongelooflijke kletsmajoor die tot 23u als enige op de hele camping doortatert en ook de enige is die er niet in slaagt om de volgende ochtend om 4u30 in stilte (andere kampeerders, weet je wel?) haar tent op te ruimen... Onze vingers tintelen van de kou éénmaal we in de Black Bandit zitten om te vertrekken naar het beginpunt van de hike, er staat ijs op de auto! We rijden in het donker naar Mangatepopo en ontbijten daar terwijl rondom ons de zon zoetjesaan het iele landschap begint te onthullen. Om 6u vertrekken we en steken op het pad geflankeerd door dorre, koppige struiken al gauw de andere vroege vogels voorbij tot we bijna helemaal alleen zijn op één van de drukst bewandelde daghikes ter wereld: zalig! We zien de zon opkomen en de hemel van zacht- naar staalblauw kleuren en zijn blij met onze beslissing om in plaats van de meerdaagse hike hier te boeken, eieren voor ons geld te kiezen en te wachten op goed weer om de daghike te doen in Tongariro. Wolken of regen kunnen deze hike compleet maken of kraken! We zijn al snel bij Mount Ngauruhu, jullie waarschijnlijk beter bekend als 'Mount Doom' uit Lord of the Rings. We zijn nummers 3 en 4 om de beklimming naar 2291m te beginnen die dag en horen van de ouders van de twee die al boven zijn dat het losse zand onderweg echt een killer is. It will have to do :) We volgen het pad dat we zien tot we bij een recht stuk los zand komen, steil omhoog. Dat zal wel zijn waarover ze het hadden zeker? Dus we beginnen eraan. We vorderen nauwelijks en af en toe draai ik me om naar de jongen die een kwartier na ons de beklimming is begonnen met een felgroene rugzak maar op een bepaald moment zie ik hem niet meer. Heeft hij het opgegeven? 5 minuten later hoor ik zijn stem op zo'n 20m nààst mij zeggen, “I think this way is easier...”. In plaats van het pad naar boven te volgen, hebben we het pad om naar beneden te gaan gekozen, waar je inderdaad in de omgekeerde richting geen meter opschiet... Het pad waar hij zit heeft hier en daar rotsuitsteeksels waar je je aan vast kan houden of je voeten op kan afzetten. We steken de vlakte van steentjes tussen ons en het eigenlijke pad dwars over, zóóóveel gemakkelijker daar! Niet veel later staan we op de kraterrand, alleen met ons twee: supercool! Wanneer we terug naar beneden gaan zien we een hele processie naar boven trekken, zo fijn dat we alleen van het uitzicht hebben kunnen genieten! We 'skiëen' naar beneden in het losse zand op ons oorspronkelijke pad, veel makkelijker zo :) Eens beneden zitten we met de tijd die we 'verloren' hebben aan onze zijtrip natuurlijk middenin de massa maar het was het toch waard! We gaan over de kale vlakte rond Mount Ngauruhu en opnieuw omhoog tot het hoogste punt van de track vanwaar je 3 smaragdgroene meren ziet liggen en een prachtig zicht hebt op de 3 vulkanen in Tongariro National Park. We eten onze boterhammekes op bij dit viewke en gaan dan door tot 'The Blue Lake' en dan is het spektakel voorbij en wordt het eerlijk gezegd een ontzettend saaie wandeling naar beneden en vervolgens door een bos tot aan Ketetahi Shelter. We hadden een shuttle geboekt voor 17u30 omdat we gehoord hadden dat de wandeling heel lang zou zijn maar het is 15u15 en we zijn er al... We kunnen de überchille chauffeur van onze shuttle ervan overtuigen om ons al een uur eerder mee te nemen dus om 17u staan we alweer bij onze Batmobile!

Next stop: Rotorua! Ofte, 'Sulphur City', je ruikt al van een paar kilometer afstand dat je er bijna bent dankzij de talloze geothermische bronnen in en rond de stad. We vinden met de hulp van het informatiecentrum een nog betaalbare slaapplaats mét wifi voor mijn sollicitatiegesprek van vanavond! We chillen even in het natuurlijk tot 37°C vloerverwarmde zwembad, douchen ons en om 20u Nieuw-Zeelandtijd en 8u Belgische tijd heb ik mijn eerste interview voor een project via PZ zodra we terug zijn. Het lijkt alvast heel boeiend, hopelijk vinden ze me een geschikte kandidaat! De volgende dag maken we een wandeling door het park vol dampende zwavelpoelen en gaan we naar het Rotoruamuseum alvorens deze keer om 23u interview n°2 aan te vatten en meteen de bevestiging te krijgen dat ik mag starten! Dinsdag 4 maart begin ook ik net als Maarten te werken, supergoed nieuws natuurlijk maar ook ontiegelijk snel na thuiskomst, we zullen erdoor moeten!

Onze volgende bestemming ligt alweer verder naar het noorden, het Coromandelschiereiland. We rijden door een ravijn bij het begin van het schiereiland en kamperen daar ergens, het is weekend dus het is superdruk! We zetten ons in de zon bij de rivier en lezen een beetje met een lekker Argentijns Trapiche wijntje erbij, maken guacamole (het avocadoseizoen is hier aangebroken: yummmm!) en zorgen ervoor dat alles in de tent ligt want we worden door de fee-collector gewaarschuwd dat er mensen uit het dorp eten en alcohol komen stelen dat buiten blijft liggen! Wat doen we verder in Coromandel? We gaan een goudmijn bezoeken, we stoppen bij Opoutere Beach (gewoon, omdat het kan en voor dat beetje Limburggevoel in Nieuw-Zeeland :)), we passeren Hot Water Beach waar we jammer genoeg laagtij gemist hebben (dan kan je een put graven in het zand waar vervolgens heet water uit opborrelt: self-made hot pool!), we wandelen naar Cathedral Cove (een enorm kalkstenen fenomeen aan de kust), we gaan de enkele overgebleven honderden jaren oude en enorm grote Kauribomen bekijken, we stoppen bij het schattige Coromandel Town waar ik hun befaamde gerookte mosselen proef (lekker!), we kamperen bij een cool koppel waarvan de man ons de volgende ochtend trots verse eitjes en vers (het varken werd de dag voordien pas geslacht) spek komt brengen en we nemen een prachtige route langs de westkust terug via Thames, het schiereiland weer af richting 'vasteland'.

DOC-sites zijn hier niet maar op een dik halfuur rijden vóór Auckland vinden we een regionale campsite, we rijden 4 keer verloren ernaartoe maar om kwart voor 8 's avonds zijn we dan eindelijk in de Hunua Ranges... Supermooie plaats en we zijn er, voor de eerste keer, hélemaal alleen! Fijn om te merken dat zélfs wanneer je alle 'must-see's' van Nieuw-Zeeland achter de rug hebt er nog altijd superveel moois te vinden is! De volgende ochtend hebben we een afspraak op de agenda staan met Leah, Iers, net gearriveerd in Nieuw-Zeeland en geïnteresseerd in onze Black Bandit! We spreken af bij een McDonald's in één van de buitenwijken van Auckland en Leah is er al met een comité van 4 vriendinnen :) Ze doen een ritje, kijken nauwelijks onder de motorkap en hebben geen vragen, alleen of we hem kwijt willen voor 1500 dollar. Op zich ok voor ons, ze moet er wel nog een dag over nadenken.

In afwachting daarvan rijden we door naar Northland, Auckland voorbij en de meest noordelijke regio van het Noordereiland. Zo helemaal op het einde van onze reis geraken we toch wel wat in uitbolmodus, ook al omdat het Noordereiland echt wel een pàk minder spectaculair is dan het Zuidereiland. Veel staat er dus niet op de agenda in Northland buiten genieten van het landschap, fijn wat kamperen, onze mails in de gaten houden voor nog geïnteresseerden in de auto,... én skydiven :) We nemen de mooie kustroute, kamperen bij het strand in Uretiti, wagen ons toch maar niet de ijskoude zee in maar genieten van het fijne zonnetje en chillen wat bij ons tentje! De volgende dag checken we onze mails in Whangarei en blijkt dat Leah de auto 'te groot' vindt om te pendelen... Ze vreest dat ze er niet zomaar parkeerplaats mee zal vinden in het centrum van Auckland. Het ging gisteren zo goed dat we dit niet echt verwacht hadden dus we zijn best wel teleurgesteld. Gelukkig hebben we contact onderhouden met nog 3 andere geïnteresseerden en hebben we de volgende dag alweer een afspraak op het programma staan! In Whangarei vinden we een private campsite bij een vijftig+ Zwitser in de tuin. We zijn de eerste kampeerders daar, hij is nog maar nét begonnen! Hij woont op 3 kwartier uit Whangarei in de heuvels tussen de schapen en koeien, heeft een keischattig en gloednieuw badkamertje geïnstalleerd in zijn tuin en een soort van schuur met piano, gitaar, gasvuurtjes, afwasbak en zetels en een 'terrasje' met een killerview op de hele baai! Één van zijn beste maten, een evenzeer vijftig+ en eeuwig stonede Oostenrijker, woont in zijn caravan naast het huis en ze hebben ook een vriendin op bezoek die de website voor zijn campsite aan het maken is maar anders met haar hond in haar auto onder de Auckland Harbour Bridge woont. Een interessant drietal, kortom :) 
Terwijl zij gaan vissen gaan we naar de Abbey Caves om glimwormpjes te gaan kijken! In heel Nieuw-Zeeland zijn er een paar plaatsen waar je ze kan zien en de meest bekende zijn de Waitomo Caves, een beetje uit de richting voor ons, heel dure toegangsprijs en heel erg toeristisch. Hier hebben we de grot hélemaal voor ons alleen en waar je overal elders in Nieuw-Zeeland wandelpaden en trapjes hebt staat er hier in tegenstelling een groot bord bij de ingang dat leest: 'WARNING: these caves are NOT SAFE! Entry is DIFFICULT and at your own RISK' Owkeej! We klimmen over de glibberige rotsen naar beneden, ontwijken de stalactieten om ons heen en volgen het stroompje dat door de in bochten en golven uitgesneden gestreepte rotswand verder de grot in leidt. We waden meestal door een enkeldiep beekje maar hier en daar komt het ijskoude water tot voorbij ons middel: friiiis! Maar het is de moeite, telkens we onze hoofdlamp uitdoven zien we een blauwgroene sterrenhemel verschijnen boven onze hoofden, supercool! Er passeert ons een aal van anderhalve meter, we spotten een haast transparant rivierkreeftje (dat we waarschijnlijk per ongeluk verblinden met onze zaklamp, woeps...) én we zien een Tui (leeft enkel in Nieuw-Zeeland, keimooie zwarte vogel met wit 'colbertje' die een heel mooi en typisch gezang heeft) wanneer we weer buitenkomen! Keivet!
Terug aangekomen bij Chris de Zwitser zetten we ons in de tuin met onze fles rosé die we in van één van de wijngaarden in Marlborough gekocht hebben, koken we en eten we op het terrasje met zicht op de boven de baai ondergaande zon. Het is hier echt prachtig en we hadden met veel plezier nog langer willen blijven in 'Island View' campsite maar we hebben de volgende dag afgesproken met 2 Zweedse jongens om de Batmobile te tonen. Na onze skydive :)

Om 10u staan Pinxten M. en De Schutter D. een beetje zenuwachtig bij de luchthaven van Whangarei. Even wachten tot onze tandems uit de lucht gesprongen zijn, die in sneltempo van haast onzichtbare stipjes vergroten tot een uitploffende parachute en dan is het onze beurt! Ik krijg in een dik Newcastle's accent (denk: Schots with a twist...) en in spervuurvorm mijn veiligheidspraatje alvorens mijn tandemmer wegbeent om zich klaar te gaan maken. Euh, say what? Ik ga er maar vanuit dat hij het allemaal nog eens herhaalt zodra we in het vliegtuig zitten :) We klimmen in het minivliegtuigje tot we na een kwartiertje op 12.000 voet zitten (3.658m). Ik ga eerst! Het deurtje gaat open en ik moet mijn benen over het landingsgestel zwieren. Mijn benen bengelen nu meer dan 3km boven de aarde, heel raar :) Ik krijg een duim te zien vóór mij en een seconde later voel ik me uit het vliegtuig geduwd worden, één heftig kriebelende tuimel en we hangen horizontaal en vallen aan meer dan 200km per uur naar beneden! Het uitzicht is schitterend maar ik moet even wennen aan rustig te kunnen ademhalen met zoveel luchtverplaatsing om mij heen. Yoga, komt handig van pas op de meest onverwachte momenten :) Na ongeveer 45 seconden klapt de parachute open en met een ruk gaat het opeens véél trager! We doen wat snelle twists in de lucht, Maarten mag van zijn tandemmer de parachute besturen en na een paar minuten schuiven we zachtjes neer op het grasveld: supercool! Het moment dat je uit het vliegtuig springt is best een adrenalinerush maar voor de rest van de sprong hebben we allebei het gevoel dat we er 100% van hebben genoten wat super is! We vreesden een beetje dat het voorbij zou zijn voor we er erg in hadden maar dat was dus niet het geval :)

En wat heb jij gedaan vandaag? Ik ben uit een vliegtuig gesprongen en nu ben ik onderweg naar Auckland om aan twee Zweden onze auto te tonen voor verkoop! Bizar dagje :) Vreemd genoeg is het verkeer zelfs nààr Auckland toe superdruk en we komen net op tijd om 17u aan. Maarten neemt 1 van de 2 mee op een testrit waar ze zolang bij wegblijven dat ik even vrees dat onze Zweud ergens tegenaan geknald is maar drie kwartier later zijn ze dan toch terug en spreken we de volgende ochtend opnieuw af, ze willen hem nog even laten nakijken bij een garage en als dat ok is nemen ze hem! Op een halfuurtje van Auckland aan de westkust zitten we dan 's avonds op onze laatste kampplaats, én wat voor één! Granieten heuvels rijzen hoog op vanuit het bos achter ons, de zee ligt te glinsteren in het avondlicht vóór ons en het veld waarop we kamperen loopt vol wilde kalkoenen, schapen, konijntjes en een tiental brutaaltjes van eenden. Alvast een betere om mee te eindigen dan langs de highway bij Byron Bay in Australië :)
Om 9u de volgende ochtend blijkt dat het garageverhaal maar 'een test' was om te zien of we bereid waren hem te laten nakijken, fair enough! Zij gaan het geld afhalen terwijl wij naar onze couchhost thuis rijden om onze spullen uit de auto te halen. Onderweg vragen we ons af ze nu nog nàdat ze al geld hebben afgehaald over de prijs gaan discussiëren. Is dit mogelijk? Dat we onze Black Bandit verkopen aan de vraagprijs? Onze couchhost Kylie komt net thuis wanneer wij daar aankomen, we halen gauw de auto leeg, keren terug naar onze Zweuden, gaan naar de Post voor de 'transfer of ownership', moeten nog even met hen terugrijden naar hun hostel omdat ze hun paspoorten zijn vergeten maar dan is het geregeld. Auto weg en niet eens onderhandeld over de prijs: ZALIG! 
We wandelen weg en zetten ons met onze zakken vol cash en een kamerbrede glimlach achter een koffietje om verdwaasd wat mensen te kijken. Did this really happen?

De rest van de dag dwalen we wat rond in het centrum van Auckland en 's avonds pikt Kylie ons op om ons een lift te geven naar huis op het schiereiland Te Atatu nét buiten Auckland. Het is vrijdagavond voor hen én wij hebben iets te vieren dus we drinken er eentje (twee, drie,... twaalf?) met haar broer Ian en diens vrouw Elysha bij wie Kylie inwoont. We gaan naar de winkel om alle ingrediënten te halen voor een barbecue, gooien steak op de grill en wedges in de oven, er komen maten van Ian en Kylie langs,... Gezellige avond! Wat doen we met de rest van onze heerlijk stressvrije 6 dagen in Nieuw-Zeeland? We gaan naar een strand bij de westkust met zwart, vulkanisch zand met Ian, Elysha en vrienden van hen. We doen nog 2 barbecue's waar Maarten keer op keer zijn wedges verbetert tot de perfectie! We gaan souvenirshoppen in de stad. Maarten maakt zijn famously heerlijke spaghettisaus voor onze hosts, we schatten zo'n 5 liter en er blijft niets van over! We delen reisverhalen met Kylie en tips met Ian en Elysha die binnen 2 jaar eenzelfde trip gaan doen in Azië en Europa. We helpen de ouders van Ian en Kylie met een hele hoop nieuwe meubels het huis inladen en delen mee een familydinner van keilekkere risotto! We horen dat we bij celebrities couchsurfen: Ian heeft anderhalf jaar gewerkt op een crabfishing boat en was te bewonderen in al zijn stoerheid op 'Deadliest Catch' op Discovery Channel én de oudste Thomas-zus heeft als naakte slavin gefigureerd in 'Spartacus' :) We spreken af met Sarah, tweede helft van het Menheere-duo, Chirowelbekende en net gearriveerd om 5 weken in Nieuw-Zeeland rond te karren en tegelijk haar zus een bezoekje te brengen. 

En we pakken voor de allerlaatste keer onze rugzak in...


Het heeft geen zin om hier te beginnen beschrijven hoe we ons daarbij voelen. Blij, droef, nerveus, alles tegelijk? Het is alsof we in een tijdscocon zitten waar het voorbije anderhalf jaar al even onwerkelijk lijkt als onze nakende thuiskomt. Maar we kijken er wel ontzettend naar uit om iedereen terug te zien!


Wij vertrekken dadelijk naar de luchthaven voor een reis terug in de tijd! Tot vrijdag, in België! :)

2 Comments

Nieuw-Zeeland: Deel II! De hoogste piek van het land, uitgeregend in Abel Tasman en wijnproeven in Marlborough. See you South Island!

2/12/2015

2 Comments

 
Picture
Van Arthur's Pass rijden we na onze hike naar Avalanche Peak dezelfde dag nog zuidelijk richting Mount Cook, in een grote boog om de Zuidelijke Alpen. En het begint weer te regenen... Seriously? We stoppen in Mount Somers bij de publieke toiletten en zien daar een picknicktafeltje en gezien het even mindert beslissen we daar alvast snel te koken, de kampplaats waarnaar we onderweg zijn heeft geen cooking shelter. Na het eten zien we dat je er ook mag kamperen voor 15 dollar per tent, 3 dollar meer dan in de DOC-site waarnaar we onderweg zijn én hier hebben ze douches, een keuken, stromend water en een toilet dat doortrekt... De keuze is snel gemaakt :) We zetten ons tentje op en vallen doodmoe snel in slaap! De volgende ochtend blijkt het een mooie dag te zijn en genieten we van een douche en het plezier van es níet eerst naar de rivier te moeten met een kookpan om afwaswater te gaan halen en een leger zandvliegjes om ons heen. Het regent zelfs niet! Life is good :) We zetten ons in het zonnetje met onze muesli én zelfs een koffietje (courtesy of Mrs. Wendy Cullen, campsite manager!), heerlijk! 
We rijden verder tot Geraldine om inkopen te doen (de dorpjes zijn in Nieuw-Zeeland zo mogelijk nóg kleiner dan die in Australië en er is niet overal een supermarkt...) en mails te checken via de wifi in de plaatselijke bib. Waar ik heel toevallig net een mailtje lees van mijn zus met de contactgegevens van familie van een vriendin van mijn oma... In Geraldine! Frans en Marianne Lemmens doet niet meteen een belletje rinkelen bij de bibliothecaresse maar de kersen vooraan in de straat van het adres, die mogen we zeker niet nalaten te proeven! Frans en Marianne blijken de trotse kwekers van die kersen te zijn :) We krijgen koffie, thee en bananencake en kletsen gezellig wat terwijl Frans af en toe naar buiten moet voor klanten en Marianne intussen pakketjes bijmaakt. Het is een prachtige dag en dan loopt de verkoop extra vlot dus Marianne moet even weg om kersen bij te gaan plukken. En dan bedenken we dat we evengoed een handje kunnen toesteken, is dat werk voor hun ook weer sneller gedaan! We leren weer heel wat bij over het melkveehoudersbestaan in Nieuw-Zeeland (toch wel ettelijke hectares groter dan bij ons!), het verlaten van je thuisland, het actieve leven van Kiwi's zelfs op - volgens Beneluxinterpretatie - 'vergevorderde' leeftijd (inspirerend!) en nemen dan afscheid om verder te rijden tot Lake Tekapo. We krijgen nog een flinke zak prachtig donkerrode, superlekkere kersen mee en die overleven geen 10 minuten in de auto, we snoepen ze meteen op! 
Bij Lake Tekapo vinden we een vijftiental kilometer uit het dorp bij een kleiner meer een keifijne kampplaats zonder enig artificieel licht. Perfect, want we blijven bewust hier slapen omwille van de prachtige sterrenhemel die je hier kan zien! Het hele gebied is sinds enkele jaren een 'sterrenhemelreservaat' en lichtvervuiling wordt hier tot een absoluut minimum beperkt. In combinatie met de grotendeels heldere hemel hier geeft dat zicht op een màssa aan sterren, je kan zelfs de melkweg zien! We zetten onze stoeltjes bij het water en drinken een wijntje met zicht op de ondergaande zon en de eendjes en zwarte zwanen op het meer, kruipen onze tent in met een filmpje en duffelen ons om 22u30 goed in – het wordt hier extrèèm laat donker – om ons te verbazen over het schouwspel boven onze hoofden. Supermooi!

Om 7u staan we op, pakken we in en rijden we door tot Mount Cook, met 3724m Nieuw-Zeeland's hoogste piek. De rit er naartoe is weer schitterend! Door een enorme vlakte omringd door grillige, granieten bergen met helemaal aan het einde de besneeuwde reuzen van de Alpen en als pronkstuk de prachtige Mount Cook tegen de achtergrond van een staalblauwe hemel! We zetten meteen ons tentje op en trekken weer de hoogte in naar Mueller's Hut. 1000m steil omhoog tot 1800m. Het eerste stuk kunnen we ons verstand op nul zetten, er zijn trappen (!) aangelegd, maar dan is het 'plantrekkerij' en wordt het weer een klimpartij over rotsen tot de bergkam waar we nog een kwartiertje de hoek omslaan tot aan de hut. Naar goede gewoonte krijgen we weer een prachtig uitzicht voorgeschoteld: besneeuwde toppen waar regelmatig met veel gekraak ijs vanaf barst dat in lawines naar beneden stort. Bergen, altijd een aanblik om stil van te worden. Omwille van de rust die ze uitstralen maar ook omwille van het gevaar en hoe nietig ze je doen voelen als kleine mens. We blijven lang op 'het terras' van de hut zitten en 5,5u nadat we dezeochtend vertrokken zijn staan we weer beneden. Hoe ongelooflijk dat de Nieuw-Zeelanders dit soort landschap zomaar in hun achtertuin hebben liggen?! Stel je voor dat dit het soort weekendjes zijn die je op 4u rijden kan doorbrengen! We frissen ons op en zetten ons in de schaduw (het resterende gat in de ozonlaag ligt knàl boven Nieuw-Zeeland en dat merken we jammer genoeg regelmatig, ondanks het veelvuldig smeren van SPF50!) in onze stoeltjes met een ciderke :) Zodra de zon achter de Alpen verdwijnt wordt het fiks koud dus we kruipen na het eten snel onze tent in, kijken een erbarmelijk slechte Australische film half uit (“Tomorrow When the War Started”, ons aangeraden door onze couchhost uit Canberra. Laat hem zeker ongezien.) en gaan slapen. 
Middenin de nacht word ik kotsmisselijk wakker en ja hoor, een uur later moet ik de tent uithollen. De rest van de nacht is meer waak dan slaap en ik laat Maarten de volgende dag alleen op wandel vertrekken terwijl ik, nog altijd misselijk, in de DOC office rondhang en een documentaire kijk over het nationale park hier. Na de spectaculaire hike van gisteren was Maarten's wandeling blijkbaar heel saai. Jammer voor hem maar ik ben toch blij dat ik niets heb gemist :) We rijden meteen door tot de kampplaats in Mount Somers waar we eerder ook al verbleven, steken een wasmachine in - die ook 's avonds nog droogt omdat het hier zolang licht blijft - en zetten ons nog zolang mogelijk in het zonnetje. Nieuw-Zeeland is al goede training gebleken voor onze terugkomst: genieten van de zon zolang ze er is :) De volgende dag ben ik beter maar is de hemel weer muisgrijs en hangt er een dikke mist. We wilden naar Mount Sunday rijden waar Edoras is opgenomen voor 'Lord of the Rings' maar veel gaan we daar nu niet van zien. 

Dan maar meteen door naar Christchurch, aan de oostkust van het Zuidereiland. Om 14u komen we aan bij Kate, een vriendin van Luka. We hebben haar 3 jaar geleden kort ontmoet op het meest bekende festival van België, Clamotte Rock in Herenthout-City, waar ze ons uitnodigde haar zeker te komen opzoeken in Nieuw-Zeeland. Ze heeft even in Antwerpen gewoond en is na nog een tussenstop van een jaar in Londen en een paar maanden in India na 4 jaar buitenland weer thuis! Christchurch werd zowel in 2009 als 2011 hevig getroffen door een aardbeving en ook het huis van Kate's familie werd hierdoor vernietigd. Hun thuis wordt heropgebouwd en voorlopig verblijven ze in een klein huurhuis van hen dat ze nu gelukkig zelf ter beschikking hebben. De eerste nacht zetten we onze tent op in de tuin, Kate's mama Jan heeft een vriendin uit Barcelona op bezoek die in de living slaapt: full house bij de McKeogh's! :) Kate neemt ons mee op een wandeling door de stad en het geeft zowel een trieste als hoopvolle aanblik. Alle bezienswaardigheden die in de reisgidsen staan zijn ruïnes, de uitgaansbuurt werd volledig platgelegd, musea en kunstgallerijen worden heropgebouwd,... Maar langs de andere kant is de stad ook in volle opbouw, worden gevels opgefleurd met prachtige, enorme graffiti (waaronder onze ROA!) en is de winkelstraat nu een opeenstapeling (soms heel letterlijk) van kleurige containers die er even funky uitzien als 'gewone' winkels. Ze promoten zichzelf tegenwoordig zelfs als 'Quake City', alles om er bovenop te komen! 's Avonds eten we met z'n allen samen buiten op het terras, Jan is een geweldige kok en er sneuvelen ettelijke flessen wijn zo met ons zessen! Wanneer we gaan slapen hebben we echter één probleem... De kat van de buren, “charming Charmaine”, die serieus affectieverslaafd is brengt haar dagen door bij Kate's familie - om uitgebreid geaaid te worden - en haar nachten (en maaltijden) bij haar baasje. Alleen is ze zó gefascineerd door onze tent dat ze niet te bewegen is om naar huis te gaan. Allemaal goed en wel maar op een gegeven moment zet ze haar nagels in het buitenzeil en we zouden onze tent toch liefst waterdicht willen houden :) We pakken haar op en kloppen aan bij Kate waar haar mama voorstelt om de tent gewoon open te laten staan, ze wil gewoon even kijken en zal dan vast wel naar huis gaan! Maar nieuwigheden zijn voor katten blijkbaar interessanter dan eten en de hele nacht wandelt ze over ons heen zodat er van slapen niet veel in huis komt. Bugger. De volgende twee nachten kunnen we gelukkig gewoon in de living slapen. Aaaah tussen 4 muren, toch echt wel comfortabeler dan in een tent! De volgende dag doen we wat online administratie, bezoeken we het museum (tof!) en koken we onder de vakkundige leiding van Jan een heerlijk avondmaal bij mekaar van steak, aardappeltjes uit de oven, een slaatje en courgettefritters. Bij een aantal lekkere wijntjes hebben we het onder andere uitgebreid over het reizigersbestaan (Kate's ouders hebben zelf al veel tijd in het buitenland doorgebracht, onder andere in Duitsland, Libië en China), het roadtrippen in Nieuw Zeeland met alle gevaren vandien en gelijke onderwijskansen voor Maori kinderen. Best wel boeiend om het hierover te hebben met drie leerkrachten! 
Op onze laatste dag in Christchurch rijden Maarten en ik naar Banks Peninsula - vakantiebestemming par excellence hier - en een vulkanische uitstulping van de oostkust waar je een prachtig ritje kan maken over de oude vulkanische bergrand met zicht op het heuvellandschap en ettelijke baaien tot je middenin bij het schattige dorpje Akaroa aankomt, voorheen een mini Franse kolonie. We eten een portie fish & chips (ofte op zijn Kiwi's: 'fush & chups') en rijden via een megalange en supersmalle onverharde weg langs de andere kant van het schiereilandje via Lyttleton, de haven van Christchurch, terug. Leuk uitje! 's Avonds neemt Markus, Kate's papa, ons nog mee naar hun 'echte' huis, waar we zien wat de aardbeving bij zoveel familie's hier heeft teweeggebracht: confronterend. Het was super om nog eens een uitvalsbasis te hebben voor 3 nachten en we bedanken Kate's familie voor hun gastvrijheid, ook onder hun provisoire omstandigheden, alvorens onze trip verder te zetten opnieuw het binnenland in over Lewis' Pass naar Nelson Lakes!

We stoppen er bij het door extréém veel zandvliegjes geplaagde Rotoroameer, we praten op onze kampplaats met een Cubaans meisje over de huidige situatie in Cuba (rottig) en het leven aan en na Harvard, waar ze gestudeerd heeft (boeiend) en beginnen bij St. Arnaud bij gebrek aan tijd een daghike richting Lake Angelus. We hadden hier een vierdaagse hike willen doen maar kunnen die er niet meer inproppen vóór de start van onze hike in Abel Tasman en willen het Noordereiland ook niet helemààl tekort doen door nog eens op onze stappen terug te keren. Alleen jammer wanneer we op onze saaie hike naar boven van wandelaars die wél het hele circuit hebben gedaan moeten horen dat we er ook een zware maar doenbare tweedaagse hadden kunnen van maken... Te laat! We verlengen onze daghike dan maar (hij blijkt veel korter te zijn dan verwacht) door een heel eind richting Lake Angelus te lopen over de bergkam en worden getrakteerd op weer maar eens een prachtig uitzicht op de ons omringende grijze reuzen! Het dagelijkse zandvliegjesfestijn is hier jammer genoeg weer extreem vervelend, ze zijn met veel en het zijn stiekemerds! We lopen 2 avonden op rij superveel megahard jeukende beten op. Wat een paradijs zou Nieuw-Zeeland zijn zonder die bloody bastards!

On we go naar de noordkust van het Zuidereiland, onze laatste bestemming hier. We lopen wat rond in het chille stadje Nelson, halen onze tickets op voor de Abel Tasmanhike, we slagen er éindelijk in onze Australische rekening af te sluiten (Commonwealth is officieel de slechtste bank óóit...), we horen van de Queenstown council dat de boete voor onze Black Bandit geannuleerd werd, we zoeken en vinden een couchhost voor Wellington én we komen in de bib Dorien Knaeps tegen waarmee ik samen psychologie heb gestudeerd :) We kamperen bij Ruby Bay, een superchille kampplaats naast een enorm keienstrand met doortrektoiletten, vuilbakken, drinkbaar water uit een kraantje én koude douches: driewerf hoezee! De camping manager is een heerlijk figuur met een droog gevoel voor humor die op zijn krakkemikkige fiets op de enorme kampplaats van tent naar campervan fietst om de campingfee te innen. We zetten onze kampeerstoeltjes op 'de dijk' en drinken een wijntje bij de ondergaande zon: hier komen we terug! De volgende dag verkennen we de rest van de noordkust: Motueka waar we bij 'Toad Hall' keilekkere pie (steak & cheese en hert) smullen als lunch en terugkomen voor heerlijke koffie, naar Takaka voor lookouts over de kustlijn en dan naar de dichtstbijzijnde kampplaats bij het begin van de Abel Tasmantrack. Great Walk n°2! Alleen zitten daar een viertal irritante, arrogante Fransozen langs ons die uitgebreid lachen met het Waalse accent (Gaat het een beetje ja, Frenchies? Ik heb ons verdedigd!!!) en tot 3u 's nachts luidruchtig over volstrekt stompzinnige onderwerpen liggen te leuteren en één van de twee meisjes ruzie krijgt met haar lief nadat hij op mijn vraag best wat stiller wil praten maar zij kwaad wordt omdat blijkbaar “... mijn welzijn voor hem belangrijker is dan het hare, zij wil blijven kletsen putain!”. 3u later gaat onze wekker alweer en rijden we naar Marahau om onze hike te starten.

We hadden al gezien dat het weer slecht zou zijn maar dat het zó slecht zou zijn hadden we niet zien aankomen... We zitten namelijk in 'the sunniest region of the South Island!'. Ze hebben hier sinds vóór Kerst geen regen meer gezien. But we got lucky! Het miezert, regent en gíet voluit de volledige eerste dag. Aangekomen bij de eerste hut wringen we onze T-shirts uit (we waren nog hoopvol dat het zou stoppen en hebben onze regenjas daarom niet aangedaan...), lunchen we en wachten we op een regenpauze om verder te wandelen. Na een halfuurtje stopt het even en wandelen we snel door, om na 2u weer in de regen door te trotten... We komen na 23km doorweekt aan bij Bark's Bay, onze slaapplaats, en wachten opnieuw op een moment zonder regen om onze tent te gaan opzetten. Lang leve quick-dry in deze omstandigheden! We zien véél katoenen T-shirts en jeans in de hut vruchteloos te drogen hangen... In een lichte miezerregen zetten we snelsnel onze tent op (we winnen volgens ons moeiteloos de tent-opzet Olympics. In under 3 minutes...) vooraleer de cooking shelter in te spurten waar na een kwartiertje nog 4 doorweekte Duitsers, een kanoënd Zweeds koppel, een no-nonsense Tsjechische en een zanikende Amerikaanse aankomen. We verdelen de ruimte onder ons tienen en hangen kleren en rugzakcovers te drogen overal waar er plaats voor is. Het is ellendig, maar we zitten tenminste allemaal in hetzelfde schuitje :) De volgende ochtend zijn onze koekjes opgegeten door muizen maar de rest is veilig gebleven, olé! De anderen hebben meer schade geleden en hadden muizen over hun tent lopen... We zijn vroeg wakker en gebruiken een window of opportunity van even geen regen om snelsnel de tent nat in te pakken alvorens het weer begint te gieten. We wachten nog 2u langer en dan vermindert de regen tot miezer, time to head on! De Amerikaanse komt met ons mee, ze heeft iemand nodig 'om haar te motiveren onderweg'. Ze heeft al de ganse avond en ochtend gezeurd over hoe vervelend het voor haar is dat het regent (want voor ons is de regen natuurlijk helemaal geen probleem hoor!) en we hebben geen zin om babysit te spelen dus we vertellen haar meteen dat we snél wandelen en weinig kletsen zodat we zo weinig mogelijk tijd moeten doorbrengen in de regen en zo snel mogelijk op de volgende kampplaats zijn. Ze mag mee, maar dan wel volgens ónze regels :) Deze keer doen we wél onze regenjassen aan en dat blijkt meteen een slecht idee. Het regent maar het is hier niet koud dus na een kwartiertje is onze regenjas ook aan de binnenkant 'nat' en plakt hij tegen ons lijf. Great. Tegen de middag komen we aan in Awaroa en klaart het eindelijk op! We leggen alles te drogen in de zon terwijl we lunchen en wachten op het laagtij om de rivier over te steken voor het laatste deel van de hike vandaag. Het mag dan nog terug beginnen regenen, de tent is tenminste droog! Anderhalfuur later zijn we in Totaranui, onze laatste kampplaats van de hike en wàt voor één! We liggen in een baai op 5m van een prachtig, goudgeel strand bij een helderblauwe zee, echt prachtig! Er is geen wolkje meer aan de hemel dus we zetten snel onze tent op en reppen ons naar het water... Om daar even snel weer uit te spurten want het water is iiiiiiijskoud! Het is een luxekampplaats, ze hebben zelfs koude douches! Die gelukkig niet zo koud meer aanvoelen na de ijzige zee waar we net uitkomen :) Thermals aan en we beginnen aan mijn voorgerecht: Nieuw-Zeelandse kokkels, vers van het strand! Maarten heeft terwijl we de rivier overstaken er een vijftiental bij mekaar gezocht, en dat terwijl hij zelf niets eet wat de zee voortbrengt! We stomen ze open en ze zijn echt keilekker! We zetten ons aan het picknicktafeltje samen met 2 Zwitsers, onze zeuramerikaanse en een niet-zeuramerikaanse om te eten, delen reisverhalen en lachen wat af tot het donker wordt en... begint te regenen, waarop iedereen naar zijn of haar respectievelijke tent crosst :) De volgende dag zouden we de hike nog kunnen verder zetten maar eerlijk, we hebben er niet veel zin meer in. Het is wel een supermooie dag weer dus we nemen onze muesli mee naar het strand en zetten ons bij Antoine de Zwitser en Cassidy de niet-zeuramerikaanse om te ontbijten. Heerlijk! Een halfuurtje later zijn we alweer klaar om te vertrekken op onze liftmissie naar The Black Bandit die nog aan het andere eind van de hike geparkeerd staat, een kleine 100km verderop. Na 3 kwartier wandelen worden we opgepikt door een uitgeweken Brit, professor astronomie, waarna we in Takaka verder meegenomen worden door Shane, een uitgeweken Zuid-Afrikaanse airco-installateur, waarna we bij Kaiteriteri verder worden opgepikt door Liz, een Britse gepensioneerde die haar dochter hierheen is gevolgd. 3,5u later al is het een blij weerzien met The Batmobile en rijden we terug naar Ruby Bay. Twee keer naar dezelfde kampplaats om te kamperen is al genoeg om ons een thuisgevoel te geven, zo ver is het gekomen...

Van het westen van de noordkust rijden we naar het oosten van de noordkust, de Marlborough Sounds! Wat kan je hier zien? Prachtige fjorden, schattige dorpjes, veel zeevruchten en natuurlijk: wijngaarden! De regio rond Marlborough staat bekend om zijn witte wijnen, vooral Sauvignon Blanc, dat moeten we gaan testen :) Maar eerst de Sounds! We rijden door bossen en over lege bergkammen met aan weerszijden kilometerslange grillige fjorden tot de French Pass, één van de uiterste punten van de fjorden met zicht op de Cook Straat. De weg leidt ons dwars door weides vol schapen en koeien die in de stevige wind tussen de flaxgrassen lopen te grazen. Buiten een handvol boerderijen is hier niets, het lijkt alsof je naar het einde van de wereld rijdt. De dag erna gaan we wijnproeven rond Blenheim terwijl er in de verte een bosbrand woedt die die nacht al 150 hectaren bosbouw in de as heeft gelegd en waarboven voortdurend blushelikopters af en aan vliegen, creapy! We gaan ook voor de eerste keer sinds lang nog eens 'echt' uit eten bij één van de wijnkelders, Hans Herzog, (yummmmm!) en we nemen een rosé mee van Huia, for a special occasion :)

En dan is het na 6 weken tijd om het Zuidereiland te verlaten! We kamperen bij Whatamango Bay (Heb je'm? What a mango!), de dichtstbijzijnde bij de ferry in Picton waar we de volgende dag om 4u30 al moeten zijn... En het is de meest winderige kampplaats OOIT! De wind huilt en giert de hele nacht om ons heen en het heeft ook flink geregend. We parkeren onze johnnybak als windbreker dwars vóór onze tent maar veel helpt het niet... Er schuiven donkere, dreigende wolken voorbij de helwitte maan boven de fjord waarin we kamperen en we moeten 's ochtends vroeg onze tent stevig vasthouden bij het inpakken om ze niet weg te laten waaien. Maar de belangrijkste test die ochtend: start de auto om 4u15? We hebben één keer een lege batterij gehad bij Mount Cook dus fingers crossed! Maar The Black Bandit laat ons niet in de steek :) Om 6u15 zitten we dan eindelijk op de ferry maar veel zien we niet; het is bewolkt, regenachtig en koud en de Cook Straat ligt er niet bepaald kalm bij... Tot zover het zogenoemde 'mooiste ferryritje ter wereld', voor ons is het vooral heel bouncy :)




En dan het Noordereiland, te beginnen met Windy Wellington! Meer daarover in blog 26, de laatste van 18 maanden ervaringen neerschrijven :)


2 Comments

Nieuw-Zeeland: Deel I! Reünie in Queenstown, hiken in de bergen, varen in een fjord en regen. Véél regen :)

1/30/2015

2 Comments

 
Picture
Nieuw-Zeeland, toch wel een droombestemming en de laatste etappe van onze reis. En wat voor één! Spectaculair landschap, vreemde dieren, vriendelijke Kiwi's (zoals de Nieuw-Zeelanders zichzelf noemen) en tijd om onze reeds sinds lang vervlogen conditie op te krikken met meer walks dan je je kan voorstellen. Maar eerst daar geraken vanuit Oz :)




Gelukkig verloopt dat allemaal vlotjes! Van Cairns vliegen we op Kerstavond om 23u30 naar Brisbane waar we ons 2u later meteen met onze slaapzakken installeren op de rijen zeteltjes bij de bagageband. Geen leuningen tussenin: een meevaller, we kunnen ons helemaal uitstrekken! Zo'n dingen leer je nadat je al een paar nachten hebt doorgebracht op luchthavens :) We negeren zolang mogelijk de groeiende bedrijvigheid om ons heen tot we dan toch maar opstaan rond 8u op Kerstdag en ons naar de terminal voor internationale vluchten begeven. De shuttlebus laat ons gratis meegaan en met die 10 laatste uitgespaarde aussie dollars trakteren we ons op 2 fikse koffie's, die kunnen we gebruiken! De internationale terminal van Brisbane is eigenlijk echt wel chill, als je dan toch Kerst moet doorbrengen op een luchthaven, dan liever zo één! 8u lang free wifi, natuurlijk licht dat door grote dakramen stroomt en supercomfy zetels onder échte bomen! De tijd gaat zo uiteindelijk nog snel voorbij en om 18u vliegen we weg van Australië over de Tasmaanse Zee naar Nieuw-Zeeland! Een kort vluchtje maar een paar tijdszones later zetten we na een rocky landing om 24u wiel en voet aan grond op het noordeiland in Wellington waar we van security in de restaurantzone mogen slapen onder een 5m hoge Gollem die met gulzige glimlach “a fish, so juicy sweeeet!” probeert te vangen. Dolletjes! Om 10 voor 5 's ochtends op tweede Kerstdag gaat de wekker alweer en begeven we ons naar onze gate waar we begroet worden door het kleinste vliegtuigje waar we ooit al in hebben gevlogen. Het heeft zelfs propellors, is that still a thing? Een uitklaptrapje van 5 treden is voldoende om het vliegtuig in te stappen, net een privéjet! Die we weliswaar delen met 50 andere mensen... De vlucht had best langer mogen duren! We vliegen laag dus kunnen de volle 2u genieten van het prachtige landschap van het zuideiland dat onder ons heen doorglijdt en na 2 toertjes boven de gebergten rondom het helderblauwe Wakatipumeer bij Queenstown komen we na 2 dagen eindelijk aan op bestemming!




Onze laatste trip begint in het zuiden van het zuideiland van Nieuw-Zeeland: in Queenstown bij Mark & Miri, die we in Nepal hebben leren kennen en met wie we samen 2015 in gaan zetten! Ze zijn zelf aan het werk maar hebben vrienden gestuurd om ons op te pikken, mét bordje :) Liz en Dan tonen ons waar de supermarkt is en droppen ons bij Mark & Miri thuis waar we beginnen met onze laatste krachten te verzamelen om ons naar de winkel te slepen... En we onaangenaam verrast worden door de astronomisch hoge prijzen voor voedsel... Australië was duur, zei U? Think again! Waar iedereen die in beide landen al gereisd had ons zei dat het budgetmatig véééél beter zou meevallen in NZ is dat anno 2014/2015 duidelijk niet meer het geval: alles is een derde tot drie keer (!) zo duur nog als in Australië. Wetende dat de Nieuw-Zeelandse economie vooral stoelt op schapen, koeien en Lord of the Rings heb ik medelijden met de Kiwi's die hun halve maandloon lijken te moeten neertellen alleen al voor boodschappen. Wanneer we terugkomen zijn Mark & Miri's 'housemates' Rob & Mary net wakker, 2 Britten die hier een jaar komen wonen en reizen op een working holiday visum. We kletsen even, eten iets, springen in de douche en doen dan een dutje: na 2 niet eens volledige nachten op luchthavens is het nodig...

Het plan was om tot Nieuwjaar in Queenstown te blijven, van daaruit in tussentijd alvast enkele dagtripjes te doen en op 2 januari met onze nieuwste automobiele aanwinst het land te gaan verkennen. Dat draait een pietsie anders uit. Niet supererg want het is heel fijn om Mark & Miri terug te zien en rond te hangen met hun housemates en vrienden! Desalniettemin zitten we wel 3 dagen langer dan voorzien in Queenstown en zijn we niet verder geraakt dan 4 dagtripjes. De rest van de tijd werd gespendeerd aan het zoeken van een bolide, waar we best wel wat pech mee hebben. 3 (!?) keer zeggen verkopers op het laatste moment, nadat alles al afgesproken is, af: omdat ze zelf nog 2 weken op vakantie willen, omdat ze hem – woeps – toch net verkocht hebben aan iemand anders, of gewoon, omdat ze de auto toch nog wat langer wil houden, sorryyy!... Los van het feit dat er niet zo'n grote automarkt blijkt te zijn in Queenstown, zijn de rest van de auto's die we zien roestbakken of krijgen we ze zelfs helemaal níet te zien omdat verkopers niet komen opdagen. Wtf? Inderdaad ja, dat dachten wij ook. Ten langen leste vinden we dan toch een Canadees met een fatsoenlijke bak aan een nog nét redelijke prijs die hem aan ons van de hand wil doen. Nadat hij de volgende ochtend nog even checkt of hij hem niet duurder kan verkopen aan nog 2 andere geïnteresseerden... Maar een nagelbijtende nacht later is ie op 5 januari 2015 dan toch van ons: een mat zwarte Toyota Vista, bouwjaar 1993! A true Batmobile. Of zoals Rob hem doopt: The Black Stallion. Waarna we meteen een boete aangesmeerd krijgen van 200 dollar (!) omdat het registratiepapiertje niet achter de voorruit stak, dat we nodig hebben om van eigenaar te wisselen in het postkantoor! We vliegen meteen naar het gemeentehuis en doen een verzoek om de boete kwijt te schelden met als bewijsmateriaal het reçuutje van het postkantoor, afgeprint 5 minuten vóór de boete werd uitgeschreven... Het zou in orde moeten zijn!

Wat kunnen we jullie nog verder meedelen over onze tijd in Queenstown? Nog eens een thuisgevoel hebben is heerlijk, we lachen wat af met Mark & Miri en Rob & Mary en delen daarbij ettelijke pintjes en ciderkens, we genieten van het heerlijk Europese zomertemperatuurtje (niet te warm, niet te koud!) bij het prachtige Wakatipumeer, we zien wat er nog overblijft van onze conditie (niet veel) op onze wandeling naar de top van Ben Lomond (1400m omhoog tot 1748m in 3u45, toch sneller dan gemiddeld!) met een prachtige 360° view van de omringende toppen, we gaan soldenshoppen voor kampeermateriaal, we gaan kijken naar de laatste Hobbitfilm (ín Nieuw-Zeeland: sweeeeeet!) en we vieren Nieuwjaar natuurlijk! Welgeteld 12 uur vóór jullie stonden Maarten en ik, samen met een hele hoop Kiwi's en Britten, op het terras van Mark & Miri te kijken naar het vuurwerk dat boven het Wakatipumeer werd afgestoken en de Remarkables rondom mooi belichtte.

Op 6 januari trekken we dan eindelijk weg uit Queenstown om te beginnen aan onze eerste meerdaagse hike hier: een combinatie van de Greenstone Track en de Routeburn, die laatste 1 van de 9 'Great Walks' in Nieuw-Zeeland. We zijn 4 dagen onderweg met stralend weer en het is allemaal dik de moeite! De Greenstone is meer een hike met vlaktes, bossen en granieten 'kleine' bergen rondom maar de Routeburn is werkelijk spectaculair met zicht op de besneeuwde toppen van de Alpen en 2 prachtige zijtripjes naar hoogtes vanwaar je een schitterend 360° uitzicht hebt op de bergruggen en valleien rondom. Na onze training op Ben Lomond zijn we vanaf dag 2 goed 'in form', hoewel dat misschien ook iets te maken kan hebben met onze schattenjacht bij de gidsenhut op de Greenstone... Mark heeft hier 7 jaar geleden als gids gewerkt en daar toen ergens onder een steen een loper verborgen voor de hut. Hij geeft ons aanwijzingen waar hem te vinden en wij hopen maar dat de sleutel ondertussen nog niet overgroeid is. En we hebben geluk! Er is niemand op de track achter of voor ons dus we haasten ons binnen, grabbelen koekjes en noten mee, een Sprite voor bij onze boterhammekes die dag en een fles Merlot die we met veel plezier over de volgende 2 dagen bij aankomst telkens consumeren :)


We vinden op de Greenstone fijne gratis kampeerplekjes en de ene campsite die we geboekt hadden op de Routeburn is mooi gelegen, met cooking shelter en zelfs stromend water (!) op 100m van een helblauw meer gevoed door water dat uit de gletsjer aan de overzijde stroomt. Pas mal :) Op onze laatste dag hadden we de track eigenlijk al kunnen verlaten maar onze hike is geen lus dus we moeten nog terug zien te geraken tot bij onze auto, toch enigszins afgelegen geparkeerd en een kleine 50km verderop :) We slapen dus nog een laatste nacht in het park maar we vinden (met de hulp van Dan, vriend van Mark en jager van beroep: hoe cool!) een legaal gratis plekje op de Routeburn in een zijvallei die voornamelijk wordt gebruikt door jagers. We steken aan de laatste hut de rivier over en trekken de vallei in waar we heeeelemaal alleen zijn: heerlijk!

De volgende dag begint onze missie: getting back to the Batmobile. Na een halfuurtje stappen komt er uit een zijweg een monovolume aangereden van een koppeltje Tsjechen dat in Australië woont, hier op vakantie is en die ons een eind mee willen nemen. Maarten wordt afgezet bij het einde van de toegangsweg tot de Routeburn om alvast verder te wandelen - maar hopelijk verder te kunnen liften - tot de parking van de Greenstone en ik rij met onze beide rugzakken met hen mee tot Glenorchy waar ik 2 minuten later alweer wordt opgepikt door een koppeltje Britten dat me helemaal meeneemt tot Queenstown! Ik ben er al om 11u, eet iets en neem een douche en 2u later is Maarten daar ook met The Black Stallion! We vieren dat we geen gedehydrateerd voedsel meer moeten eten met een goeie pizza, kijken een filmpje en gaan slapen. In de living op matje en zetel wel want 'onze' logeerkamer is intussen al ingenomen door een andere gast van Mark & Miri :)

De volgende ochtend nemen we van iedereen afscheid en laden we The Black Stallion vol met eten, rugzakken en tent: nu begint onze trip pas echt! We rijden door de groene heuvels van Otago vol – maar dan ook vól – schapen tot Dunédin, een universiteitsstadje aan de oostkust waar we mogen logeren bij DJ & Lucy, vrienden van Mark & Miri. Zodra we Queenstown uitrijden slaat het weer zowat om: van staalblauwe hemel met een fijn zonnetje wordt het muisgrijs met een fris windje en wanneer we in Dunédin aankomen rijden we recht de mist in! Het stadje is echt mooi gelegen op allemaal kleine heuvels waar de meeste huizen geverfd in frisse kleurtjes fel op afsteken. Veel huizen zijn van hout en dateren uit de jaren '20 en '30 en in het stadscentrum zijn best nog 'veel' (in Oz en NZ-termen) Victoriaanse gebouwen te vinden, wat het geheel een charmant karakter geeft. Het huis van DJ en Lucy ziet er fantastisch uit, vol hoekjes en kantjes, best groot en mooi ingericht! We zetten ons meteen aan het koken om hen te bedanken dat we mogen blijven logeren en het is een fijne avond, dat kan ook niet anders bij 2 mensen waar zowat een hoek af is :) De volgende dag verkennen we het stadje zelf, bezoeken we het Otago museum en trekken we naar het Otagoschiereiland waar we zeeleeuwen gaan spotten op het strand en we albatrossen hoog boven onze hoofden zien cirkelen: heel cool! Nog een laatste gezellige avond met DJ & Lucy en de volgende dag zijn we weer weg, de oostkust af naar het zuiden richting de Catlins.

Één van de dunstbevolkte regio's van Nieuw-Zeeland (dat wil hier best wat zeggen...) met véél regen die zorgt voor grasgroene heuvels met véél schapen en véél wind die zorgt voor sinister uitziende omvergewaaide bossen en een woeste zee. We stoppen bij verlaten stranden, ruwe kliffen, een paar eenzame vuurtorens, een versteend prehistorisch bos, het meest zuidelijke punt van Nieuw-Zeeland en we zien zeehonden met pups, geeloogpinguïns en de snuitjes en rugvinnen van Hectordolfijnen in de branding van de zee! De regen en wind maken het fiks koud dus we gaan de zee niet in, slaan de wandelingen over en volgen via de 'Southern Scenic Route' de zuidkust richting Fjordland. Die avond is het gelukkig iets warmer dan in de Catlins, we kunnen voor de eerste keer in ons tentje slapen zonder trui, muts en sjaal :) We kamperen aan de rand van het nationale park en doen de volgende ochtend een wandeling bij Lake Hauroko naar een uitkijkpunt boven het meer: steil omhoog en nauwelijks een pad te bekennen maar wàt een uitzicht! We rijden het binnenland weer in naar Te Anau – de weg gaat ook gewoon nergens anders naartoe: verloren rijden in Nieuw-Zeeland is extreem moeilijk! – en de views onderweg zijn indrukwekkend! De obligate velden en schapen hebben deze keer massieve bergen op de achtergrond, heel cool! In Dunédin hadden we gezien dat voor de Kepler Track, een Great Walk die we oorspronkelijk niet gepland hadden, nog heel veel kampplaatsen vrij zijn. Waarschijnlijk omdat je om van de ene naar de andere te geraken steil omhoog, over een bergrug en weer steil omlaag moet op een wandeling van ongeveer 10u. Maar we voelen ons intussen fit genoeg om dat aan te kunnen :) Jammer genoeg regent het alweer en de voorspelling voor de volgende 5 dagen is hevige regen en sterke wind en de wandeling wordt ons afgeraden. Jammer maar helaas! Gelukkig hebben we met de Routeburn Track al een stuk van de Alpen in Fjordland kunnen zien bij helderblauwe hemel, you can't have it all! Fjordland heeft zijn naam natuurlijk niet gestolen en we boeken dan maar een boottochtje voor de volgende ochtend in Milford Sound. Een 'sound', vertelt wikipedia ons, is een brede baai, en de fjorden hier werden zo door kapitein Cook verkeerd benoemd. Milford Sound is dus eigenlijk een fjord en het mag dan wel afwisselend miezeren en gieten maar het goede nieuws is alvast dat fjorden nóg mooier zijn wanneer het regent! De weg naar Milford Sound is 119km lang en rijgt de mooie uitzichten aan mekaar van de onherbergzame en wijdse schoonheid van de natuur hier: onbeschrijflijk! We kamperen zo ver mogelijk de weg op zodat we de volgende ochtend minder lang moeten rijden tot het begin van de fjord.

Om 6u30 gaat de wekker en kijken we ook nu weer onze ogen uit op het resterende gedeelte van de weg tot aan Milford Sound. Om iets na 9u vertrekt onze boot en de 2u die het tochtje duurt vliegen voorbij, de omgeving is spectaculair mooi! De wolken hullen de steile granieten wanden om ons heen in sluiers van donkergrijs waar taaie bomen zich met hun wortels vastgrijpen in de groeven van de verticale wanden. De gierende wind striemt onze gezichten genadeloos met regendruppels die voelen als speldenprikken en de regengordijnen volgen mekaar op maar met zo'n uitzicht maakt dat allemaal niet uit: het is fantastisch! Overal gutsen watervallen van tientallen meters hoog de wanden af in het pikzwarte water van de fjord, iets wat je alleen maar ziet tijdens hevige regen. We zijn doorweekt, maar het was het waard :) Tijdens de rit terug naar Te Anau klaart het hier en daar op maar we beslissen toch verder noordwaarts te rijden tot Wanaka. Daarvoor moeten we opnieuw Queenstown passeren dus springen we nog even binnen bij Mark & Miri om nu toch wel finaal gedag te zeggen :) De rit tot Queenstown is, jullie worden het misschien beu maar het wàs zo, weer adembenemend mooi! Bergen overal, bocht na bocht prachtige uitzichten: niet normaal! In Queenstown vinden we alleen Mark terug, zowel Rob & Mary als Miri zitten in Wanaka om dezelfde hike te gaan doen de volgende dag als wij gepland hadden. Super! 3 keer raden? Ook de rit van Queenstown naar Wanaka is suuuupermooi! We stoppen zo vaak om te genieten van het uitzicht dat we pas om 20u30 in het dorpje arriveren om slaapplaats te zoeken.

Misschien een woordje uitleg bij onze slaapgelegenheden in Nieuw-Zeeland :) Voor onze meerdaagse hikes wilden we sowieso gaan kamperen, meer flexibiliteit en goedkoper dan te slapen in de (overigens supergoed uitgeruste!) hutten die je op de tracks kan boeken. De instelling die dit allemaal coördineert heet the 'Department of Conservation', kortweg DOC. Doorheen heel Nieuw-Zeeland kan je zo ook DOC-campsites vinden die een goedkopere optie zijn dan kamperen in een Holiday Park want vrij (en dus gratis) kamperen mag niet (meer) hier als je geen toilet hebt in je campervan. De controles hierop zijn vrij strikt omdat vorige toeristen er zo'n boeltje van hebben gemaakt en Kiwi's aarzelen niet om je aan te geven als je niet volgens de regels speelt. Begrijpelijk, maar jammer voor ons! Dat wil zeggen dat we niet zoals in Australië overal gratis kunnen slapen. Omdat we sowieso al een tent zouden kopen voor de meerdaagse hikes hebben we dan ook maar beslist om voor een goedkopere wagen te gaan, gezien we dan niet per sé moeten rekenen op een auto waarin je kan slapen. Ook minder financieel risico moesten we hem op het einde van de trip niet verkocht krijgen! De DOC-campsites zijn een goed alternatief maar Australia, it ain't. Ze hebben zelden stromend water en ook meestal enkel een 'Toi Toi-toiletje'. Dat wil zeggen dat Maarten en ik héél blij zijn geworden met kleine luxes zoals een picknicktafeltje of afdak om onder te koken, een toilet dat doorspoelt, een kraantje,...

Enfin, in Wanaka zijn er geen DOC-campsites dus we rijden naar een Holiday Park bij het meer: Een keuken! Douches! Fatsoenlijke toiletten! En voor de eerste keer zijn er es géén zandvliegjes: heerlijk! Zandvliegjes, hét grote geheim van Nieuw-Zeeland. Ze zijn met veel en hun beten jeuken erger dan die van muggen. Volgens een Maorilegende werden ze door de godin van de Onderwereld op Fjordland (waar ze met extréém veel zijn) losgelaten om te vermijden dat mensen te lang daar zouden blijven en het prachtige landschap zouden verknoeien. Heel toepasselijk verhaal voor heel Nieuw-Zeeland als je het ons vraagt :) Naar het schijnt is het beter op het noordeiland. Zou tof zijn om es gewoon buiten te kunnen zitten zonder DEET en zonder voortdurend om ons heen te slaan :)


Toevallig staat in het Holiday Park de tent van Olli langs ons, een Zwitser die we onderweg op de Routeburn hebben leren kennen. We nodigen hem mee uit om morgen naar Rob Roy Glacier te gaan, samen met Rob & Mary van in Queenstown. De wandeling naar de gletsjer is best makkelijk en duurt niet lang maar het zicht op het einde is wel cool én we komen heel toevallig Miri tegen onderweg die daar ook is met vrienden! De wind giert enorm in de vallei en aan de gletsjer regent het opnieuw maar gelukkig klaart het weer wat op onderweg terug naar Wanaka. We nemen afscheid van Olli en gaan met Rob & Mary iets drinken en eten: supergezellig! Hoewel het wel opnieuw begint te regenen na een paar uur :) We haasten ons gevieren naar een kampplaats een paar kilometer buiten Wanaka, zetten snel onze tent op naast de rivier en kruipen erin! Het waait de volgende ochtend gelukkig zó hard dat de regendruppels meteen de tent afdrogen, maakt inpakken toch wat eenvoudiger alvorens door te rijden naar 'The Blue Pools'... Die smaragdgroen zijn vandaag door de regen van gisteren :) Na een korte maar gezellige wandeling nemen we voor de derde en laatste keer afscheid van Rob & Mary en rijden zij terug naar Queenstown en wij verder naar de Westkust via de Haastpas.

Het miezert de hele tijd en begint alleen maar harder te regenen naarmate we de kust naderen maar daar staat de Westkust bekend voor! Gesandwicht tussen de Tasmaanse Zee en de Zuidelijke Alpen die alle wolken tegenhouden krijgen ze de volle lading, wat zorgt voor een extreem weelderige vegetatie en een gemiddelde neerslag van 2 tot 10m (!) per jaar. België, ter vergelijking, heeft gemiddeld 0,7m tot 1,4m neerslag per jaar. En wij klagen over het weer! We kamperen aan het strand op een paar kilometer van één van dé twee bezienswaardigheden hier: Fox Glacier. Je ziet van ver de versteende rivier van ijs van tussen de bergen naar beneden 'stromen', heel mooi! Wanneer het even stopt met regenen zetten Maarten en ik in speedtempo de tent op en beginnen te koken onder de cooking shelter. Terwijl Maarten nog even spullen in de auto gaat zetten begint het te gíeten en lig ik even alleen in de tent onder oorverdovend lawaai totdat het weer even mindert en Maarten aan komt lopen door de plassen, onder andere ook één grote waar middenin onze tent staat! Gelukkig blijkt ons Kathmanduutje effectief waterdicht :) En dan maken we een megagrote beginner's mistake... We kamperen aan het strand, hier zijn vast geen opossum's, toch? Dus zetten we onze muesli in de voortent, voor wanneer het nog altijd zo zou gieten 's ochtends en we dan alvast meteen in de tent kunnen ontbijten... Om 3u 's nachts betrap ik er één die heel stiekem onze zak muesli vanuit de voortent naar buiten heeft gesmokkeld en net begonnen is aan het feestmaal wanneer ik mijn zaklamp in zijn snoet schijn. Freeze! 's Morgens schudden we de tent droog en rijden we naar de gletsjer die er prachtig uitziet van ver in het ochtendlicht. Schoon van ver maar ver van schoon want dichter dan 600m mogen we niet komen en meer dan een klein streepje ijs in de verte om de hoek zie je niet. What a rip off! Heel cool dat de Fox en Franz Josef gletsjers (grote bezienswaardigheid n°2) zo dicht bij de kust eindigen én in een regenwoud, maar na de ijsmassa van Perito Moreno in Argentinië (60m hoog, 5km breed en te zien vanop 80m) zijn alle daaropvolgende gletsjers pussies en wanneer we aankomen bij Franz Josef (te zien vanop 200m) heeft de wolkenmassa veld gewonnen en slaan we el Franz dan maar over. We rijden door tot Hokitika, lunchen bij een zwart strand met uitzicht op een woeste zee, grijze wolken en gierende wind en laten de Westkust even voor wat ze is en nemen de afslag naar Arthur's Pass, het binnenland in.


De regen volgt ons nog doorheen de bergen en we moeten aangekomen bij de kampplaats opnieuw gebruik maken van een momentje miezerregen om snelsnel de tent op te zetten mààr een uurtje later klaart het dan toch op én blijft het over, jochei! Er zitten een viertal kea's op de kampplaats, de eerste keer dat we deze vogels zien en ze zijn supermooi! Het is een vrij grote papegaai en de enige die in de Alpen leeft. Hij heeft groene veren bovenaan, knalrode veren onderaan (dus keisjiek wanneer ie vliegt!) en is heel nieuwsgierig en intelligent! Eentje probeert onze voorruit in te tikken om de banaan te grijpen die op het dashboard ligt en legt verbaasd zijn oog tegen het glas om te zien hoe het komt dat zijn missie gefaald is :) Naast kea's zijn er jammer genoeg ook ontzéttend veel muizen, maar die geraken de auto niet in, toch? Think again... De volgende ochtend zijn zowel het brood als onze koekjes in de koffer aangevreten. Bloody bastards! Onze gepensioneerde Duitse buren in hun mobilhome hebben medelijden met ons na de ijskoude nacht en nu ook nog eens de muizen en bieden ons een theetje aan, om op te warmen, sympathiek! :) Er zijn een paar wollige witte wolken aan de hemel maar voor de rest is ie die ochtend staalblauw: eindelijk! We doen een hele fijne hike naar Bealy Spurr's Hut door mooie bossen, velden vol scherpe, goudgele graspollen en moeras om aan te komen op een plateau met schit-te-rend uitzicht op besneeuwde pieken om ons heen! Wanneer we beneden zijn doen we nog een korte hike naar een waterval en rijden dan terug naar de kampplaats om ons tentje opnieuw op te zetten waarna we ons in onze stoeltjes installeren met een chipke en een wijntje :) Het is de eerste keer dat we niet 's avonds 'laat' aankomen of in de regen, daar moeten we van profiteren! De volgende dag is de hemel opnieuw prachtig blauw en trekken we naar Avalanche Peak, met 1833m even hoog als onze vorige 'heuvel' maar steil omhoog: 1100m op 2,5km. We moeten het eerste stuk door het bos met handen en voeten klimmen maar dan volgt er opnieuw een soort 'veld' met een iets normaler traject waarna we uitkomen bij de granieten wand van losse steentjes die we omhoog moeten naar de bergkam. Maar wàt een uitzicht, één van de mooiere al van de reis! 360° van bergen, bergen en bergen, echt schitterend! Er staat een stevig ijswindje bovenaan dus we eten gauw een snackje, nemen foto's en gaan weer naar beneden langs de andere kant. 4,5u voor zo'n views, niet slecht :) De meest spectaculaire hikes hebben we zo in Arthur's Pass wel achter de rug, op naar Mount Cook!




Maar gezien het alweer een hele epistel is geworden, is dat voor een volgende keer :)




Tot gauw voor meer nieuws van heel letterlijk het andere eind van de wereld!


2 Comments

The last of OZ! Sydney, Ozcar verkopen en duiken bij The Great Barrier Reef. See ya mate!

12/24/2014

3 Comments

 
Picture
Van The Great Alpine Road rijden Maarten en ik Victoria uit en New South Wales in, into the Snowy Mountains! Yep, ze hebben hier sneeuw, en die ligt er in kleine witte plekjes hier en daar verrassend genoeg zelfs nog bij het begin van de zomer! De regio is prachtig maar hier en daar, net als in Victoria, zwaar gehavend door bosbranden. We rijden door spookachtige bossen van spierwitte stammen die kaal en bar uittorenen boven mosgroene struikjes en honderden okergele bloemetjes die heropbloeien uit de vruchtbare bodem. Naast de weg staan overal borden die aangeven hoe ernstig het gevaar voor vuur is die dag, afhankelijk van de temperatuur, droogte en wind. Vandaag is het een 'total fire ban' en omdat we ons gasvuurtje dan niet kunnen gebruiken om te koken lunchen we dan maar in het 'centrum' van Khancoban, een dorpje in Mount Kosciuszko National Park. Mount Kosciuszko is met zijn 2228m de hoogste piek van Australië en vooral in de winter wordt dit nationaal park drukbezocht om te komen skieën. Nu zijn we twee van de weinige bezoekers in het dorpje van 6 huizen waar de supermarkt ook de krantenwinkel, kapper, café en restaurant is :) Veel keuze is er niet, dus we laten ons de hamburger aanraden, 'with the lot'. Dat wil blijkbaar zeggen: een gegrild broodje, een echte steakburger, sla, tomaat, rode biet, ananas, gebakken ajuin, een spiegelei, een stuk spek én barbecuesaus. Hoppa! Het is de grootste burger die we ooit hebben gezien en we hebben er meteen spijt van dat we er frietjes bij besteld hebben. Zeker nadat blijkt dat die fluogeel zien en er kwistig radioactiefgroenachtig zout op is gestrooid. Gelukkig is de burger wél superlekker :)

De Snowy Mountains zijn ook thuis van een serie hydro-elektrische dammen die in de jaren '50 tot '70 zijn aangelegd door een heel leger aan Europese ingenieurs en technici die vaak speciaal om die reden en masse geëmigreerd zijn naar Australië en met hun ganse gezin post hebben gevat in de eenzame bergen voor de 25 jaar dat het duurde om de zogenaamde 'Snowy Mountains Scheme' af te ronden. We rijden over een drietal van die dammen die indrukwekkend grote stuwmeren in bedwang houden en langs bochtige wegen bergen op en weer af om aan te komen bij onze kampplaats, toepasselijk de 'three mile dam' genaamd :) Vermoeiend rijden maar de moeite want de kampplaats is heel mooi en lekker fris op die hoogte! Elke keer weer hoop ik erop es te arriveren bij een kampplaats waar we de enigen zijn maar met een leger aan Grey Nomads die heel Australië doorkruisen van freebie naar freebie komt dat jammer genoeg niet één keer voor, ook nu niet! We kletsen wat met onze gepensioneerde buren waarvan de echtgenoot een ex-brandweerman is maar toch in een afgezaagde gasbus een vuurtje stookt om op te koken... So far for a total fire ban :) Ter zijner verdediging, hij heeft er een fikse emmer water langs staan, maar wij willen de megaboetes hiervoor niet riskeren en houden het maar op boterhammetjes. We maken een wandelingetje langs het meer bij de kampplaats en merken dat we bekend staan als 'the ones in the Falcon'. Yep, that's us. De enigen op de kampplaats zonder hightech caravan of mobilhome :) Wanneer we de ochtend erop verder rijden worden we tot groot jolijt uitgewaaid met 'Taking off in your silver rocket are ya?' :) Onze eerste echte 'halte' in New South Wales is Canberra en we beslissen om daar landinwaarts via het noorden naartoe te rijden omdat het een mooiere route is die helemaal door het Kosciuszko National Park slingert. We passeren een dorpje waar de lieve mevrouw in het informatiecentrum niet weet waar ik het over heb als ik vraag naar 'wifi' of 'internet', rijden langs een dorp dat 5km verplaatst is om plaats te maken voor een stuwmeer waar nu de resten van het vorige dorp hier en daar nog bovenuit steken en arriveren dan op de Hume Highway waar we stoppen op een rustplaats tussen de weg en een schapenwei om te blijven slapen. De hele dag miezert het al en 's nachts gaan de sluizen pas echt open en vormen er zich 2 riviertjes langs weerszijden van onze auto, die we op een verhoogje hebben geparkeerd. Eventjes lichte paniek toch de volgende ochtend wanneer er 4 brandweerwagens de rustplaats op komen gesjeesd... Australië gaat van langdurige droogtes met zware bosbranden tot enorme overstromingen, moeten de schapen geëvacueerd worden? Of wij? Maar na een kwartiertje rijden ze gewoon weer weg, fieuw :)

Next stop: Canberra! Waar we couchsurfen bij Mark en zijn Chileense vriendin Marlene. We worden nieuwsgierig begroet door hun kinderen Lucas, 3 jaar, en Sayen, 2 jaar, beiden permanent in pyama :) Canberra is zoals iedereen ons al had gewaarschuwd dat het zou zijn: zielloos. De stad werd in 1901 ongeveer halfweg tussen Melbourne en Sydney speciaal gebouwd om vanaf 1927 te fungeren als hoofdstad, aangezien het onmogelijk was om voor die positie een keuze te maken tussen de twee rivaliserende steden. We doen een toertje door de stad met Ozcar om een idee te krijgen van het bijzondere stadsplan (heel verwarrende verkeerssituaties vooral...), bewonderen alle enorme staatsgebouwen en cruisen door de wijk van ambassades die allemaal qua bouwstijl al vanop een afstandje verraden welk land ze vertegenwoordigen. We moeten eerlijk zijn, België ziet er architecturaal gezien weinig interessant uit maar het is wél een disproportioneel grote kanjer van een ambassade :) We doen wat cultureel verantwoorde bezoekjes - de National Gallery, het War Memorial Museum en het National Museum - en maken een prachtig fietstochtje van een dikke 20km langs en rond het enorme meer dat door de stad loopt en je meteen van het stadsgewoel wegleidt naar de omringende bossen en velden. Onze hosts zijn jammer genoeg vooral memorabel voor de enorme spanningen binnen het gezin. Marlene spreekt nauwelijks Engels en voelt zich compleet geïsoleerd en uitgeput na al 2 jaar alleen met de kinderen in huis en Mark steekt omtrent de hele situatie zijn kop in het zand en probeert vooral zoveel mogelijk tijd wég van zijn gezin te spenderen. Marlene is nochtans zowel tegen hem als tegen ons (wat voor nogal ongemakkelijke situaties zorgt...) extreem expliciet over hoezeer het water haar aan de lippen staat. De kinderen voelen die spanningen natuurlijk ook en hun gemoedstoestand gaat van hyper over prikkelbaar tot compleet onhandelbaar en Maarten en ik voelen ons mentaal moe na 2 dagen in zo'n omgeving. Een zenuwinzinking en gezinsdrama waiting to happen en we begrijpen niet waarom we in die omstandigheden toch werden uitgenodigd in hun huis. We zijn opgelucht wanneer we Canberra achter ons laten en rijden opnieuw richting kust!

We hopen om nog bultrugwalvissen te spotten die in de lente langs de oostkust naar Antarctica emigreren mààr het is eind november, vrij laat en we zien er jammer genoeg geen... We volgen een paar dagen de kust verder noordwaarts kilometerslang door een hele reeks nationale parken – supermooi ritje! - en zien weer ontzettend veel groen. In het algemeen is Australië eigenlijk veel groener dan verwacht. Het is één van de droogste gebieden op aarde maar de ring tussen de outback en de kust wordt sterk geïrrigeerd om te voldoen aan de noden van de massa's vee die hier grazen. Dit brengt natuurlijk ecologische problemen met zich mee waarbij de watervoorraad enorm slinkt en de bodem door de hoefdieren – niet eigen aan Australië - woestijn wordt door hun hoeven en overbegrazing. Een enorme uitdaging en een politiek dilemma waar nog geen antwoord op bestaat.

We kruisen onderweg ook ontzettend veel meren en rivieren, hoge heuvels die zicht geven op zee, schattige dorpjes en rare bossen van krullende bomen met 'een broske' van horizontaal mosgroen bladerdek :) Op een honderdtal kilometer vóór Sydney slaan we af in westelijke richting om opnieuw het binnenland in te trekken richting The Blue Mountains. We zijn superblij met die keuze want het landschap is weer een pareltje! De weg slingert de bergen in door een prachtig bos waar door het dichte bladerdek de zon spikkels licht werpt op de baan om uit te monden bij wat wel het mooiste dorpje ooit moet zijn: Kangaroo Valley! Grasgroene heuvels met grazende koeien en schapen (again...), een handvol mooie zandstenen huisjes die niet veranderd lijken sinds de negentiende eeuw en een middeleeuws aandoend bruggetje over de rivier waar we 10km verderop aankomen op alweer een prachtige slaapplaats: een grasvlakte middenin een bos waar de kangoeroe's en wombats over het gras hoppen of hobbelen, de kookaboora's je vanuit de bomen toekakelen en we de volgende ochtend langs de heldere rivier bij de eendjes onze ochtendlijke latte (het is oploskoffie, maar toch!) en muesli verorberen. Kan het idyllischer? I don't think so... Iets minder idyllisch is het geschurk van de wombats onder onze auto die nacht, gelukkig hadden onze buren ons daarvoor gewaarschuwd want het is nogal verschietachtig om slaapdronken wakker te worden omdat je auto naar alle kanten begint te schudden :)

Leven uit een auto betekent leven op het ritme van de natuur. Wakker wanneer de zon opkomt, gaan slapen wanneer het donker wordt. Ons peeceetje is dan ook prima entertainment om 's avonds in de koffer nog een filmpje te kijken voor het megavroege slapengaan :) Die laden we dan de volgende dag weer op in de plaatselijke bib waar altijd gratis wifi is en we zijn daardoor toch meer online in Australië dan we hadden gedacht! Zo'n uurtje in je uppie mails, facebook en De Standaard checken is ook wel fijn, reizen en slapen in een auto heeft sowieso massa's voordelen tegenover rondtrekken met bus en trein maar je bent ook nóg meer 24/7 samen. Everybody needs some me-time :) We gaan online in de bib van Moss Vale om af te spreken met onze couchhost in Sydney (waarvoor dank, Hannelore en Ben!) en zetten alvast Ozcar online op Gumtree (de Australische tweedehands.be) om een idee te krijgen van hoeveel reactie we kunnen verwachten alvorens onze zilveren bolide finaal te koop te zetten in Brisbane.

Next stop: The Blue Mountains! Een lang ondoordringbaar gedachte massieve muur van graniet in Sydney's achtertuin die begin 19e eeuw dan toch doorkruist werden en zo de weg openbrak voor landbouw in het vruchtbare gebied ten westen van Sydney. Ze heten The Blue Mountains omdat er massa's en massa's eucalyptusbomen staan waarvan een fijne mist van eucalyptusolie opstijgt, wat een blauw waas creëert dat over de bergen hangt. Wat spoken we daar uit? We rijden naar de Jenolan Caves (enorm grottencomplex waar je voor een stuk met de auto door kan!), passeren enkele lookouts voor mooie zichtjes op de bergen en doen een bushwalk van een paar uur in en langs de wand van een enorme canyon: lekker fris en heel mooi! Die bushwalk doen we samen met de Australische Kushal en haar vreemde Duitse vriend Daniel die ze 14 jaar geleden heeft leren kennen in een spirituele commune :) Ze staan langs ons geparkeerd op de kampplaats en we dineren samen, doen de volgende dag de wandeling en gaan daarna een ijskoffie drinken (het is een superhete dag) waarbij wij tips delen over onze route in het zuiden en zij over de hunne in het noorden. Gisteren mochten we nog koken, vandaag is het omwille van de temperatuur opnieuw een total fire ban day dus we lunchen ergens in het dorp en rijden dan tot een kampplaats vlak vóór Sydney waar we even naar moeten zoeken... We volgen de richtingaanwijzingen in ons boek maar rijden een paar keer op en af en moeten de weg vragen in de buurt. Een oud vrouwtje komt nogal wantrouwig dan toch de deur open doen en lacht me net niet uit wanneer ik vertel waarnaar we op zoek zijn. Ze wijst ons met een 'Good luck!' de weg naar de 10km lange megahobbelige dirtroad die na drie kwartier schokken uitkomt op een mooi meertje om bij te kamperen. Toch de moeite :)

En dan best een klein tadaa-momentje in Australië: Sydney! Het heeft lang geduurd maar we vinden via Hannelore en Ben dan toch een couchhost bij wie zij 3 jaar geleden ook zijn verbleven. Het is een supersympathiek koppel, Vince & Ben, waar we met veel plezier 6 nachten bij logeren. Sydney zelf is zeker indrukwekkend maar toch niet zo mooi of sfeervol als Melbourne, vinden wij. Gelukkig maakt ons verblijf bij Vince & Ben, best twee sprankelende persoonlijkheden :), dat ruimschoots goed! Ze wonen in Summer Hill, één van de mooiere 'dorpjes binnen de stad' die Sydney rijk is. Het appartement is prachtig ingericht en we voelen ons meteen thuis. Vince heeft zelf al meerdere keren 6 maanden tot een jaar rondgereisd en weet wat we nodig hebben: een wasmachine, een douche en eten :) We spenderen uiteindelijk veel tijd met hen: urenlang kletsen en lachen bij meerdere wijntjes, een fles absynth en Vince's heerlijke kookkunsten (we slagen er niet in de keuken van hem af te pakken en voor hen te koken...), lekkere ontbijtjes 's ochtends voor zij uit werken gaan en wij de stad in trekken, dumplings gaan lunchen en 'pub fare' gaan dineren, een avond op stap fashion police spelen en gaan brunchen op een plaatselijk marktje alvorens naar een expo te gaan van een bevriende kunstenares. Ze laten zelfs twee dagen het huis aan ons wanneer zij weg zijn voor een workshop van Ben's werk waarvoor Vince de catering verzorgt, heerlijk om nog es wat privacy en ruimte te hebben! In Sydney zelf wandelen we vooral veel rond! Van het hippe Newtown naar not-so-Asian-after all Chinatown; van het mega-exclusieve Paddington met zijn villa's en dure wagens door het boetiekwalhalla van Surry Hills en de boho's in Darlinghurst naar het ietwat afgeleefde Kings Cross en natuurlijk ook naar de wijken met zicht op Sydney Harbour! De baai dringt als een wig diep de stad in en is het scenario voor de beroemde Sydney Harbour Bridge en het prachtige Opera House dat op een zonnige dag inderdaad net als opbollende zeilen het licht helwit reflecteert in het met duizenden tegeltjes bedekte dak. We wandelen van de CBD naar The Rocks waar de eerste immigranten arriveerden en hebben in de Botanical Gardens een mooi zicht op het beroemdste stuk van de baai. Sydney staat er ook om bekend vlakbij de drukte van de stad prachtige stranden te hebben dus we gaan een kijkje nemen bij het bekende Bondi Beach (meeeh, heel druk maar wel mooi!) en doen een lange wandeling langs de kuststrook (met huizenprijzen die in de miljoenen lopen...) waar je effectief op 7km van de stad alle mogelijke chillfaciliteiten hebt: zee en strand geflankeerd door een parkje met toiletten, gratis drinkwater en gratis barbecue's en picknicktafeltjes: heerlijk! We bezoeken het Museum of Contemporary Art, de Art Gallery, het Customs House en sluiten af met een ferrytripje naar Manly Beach (megadruk!) waar we bij het terugkeren van op de ferry een schitterend zicht hebben op het Opera House, de Harbour Bridge en de hele baai: supermooi!

Na 6 dagen Sydney nemen we met spijt in het hart afscheid van Vince & Ben en rijden we door de gietende regen maar een honderdtal kilometer verder tot Saratoga, waar Andy woont. Andy is een toffe pee die we 4 jaar geleden in Bolivia hebben leren kennen, tijd voor een bezoekje dus :) Zijn vriendin en hij wonen samen met hun 11 maanden oude schattige zoontje Louis in een supermooi huis vlakbij een enorme baai. Hij sleurde zijn surfplank al mee tot in Bolivia dus natùùrlijk woont Andy in Australië vlakbij het strand :) We blijven maar een paar dagen maar het is heel fijn om bij te praten, samen te barbecueën en wat wijntjes te delen! We kunnen slapen in zijn enorme zetels (waarvoor we even een territoriumstrijd moeten voeren met Barnes de kat) en zijn elke ochtend samen met zijn vriendin Mahala en vooral Louis wakker om 6u, gelukkig zijn we dat gewoon van in de auto :) Het plan was om te leren surfen maar het weer zit niet mee dus gaan we op de ene mooie dag die we daar rijk zijn dan maar beachen op een bijna compleet verlaten strand op drie kwartier wandelen door een mooi bos, heerlijk!

Van bij Andy thuis volgen we weer een paar dagen de kust richting het noorden en stoppen we af en toe bij een strand, een mooie vuurtoren, rijden we door wat nationale parken en bezoeken we het koalahospitaal (heel cool!) in Port Macquarie. De kustlijn is niet zo spectaculair dus gaan we terug landinwaarts via The Waterfall Way, opnieuw een goeie beslissing want echt supermooi! Groene heuvels, grasvelden, boerderijen, dat worden we blijkbaar nooit beu :) De kampplaatsen zijn weer prachtig gelegen, de watervallen zijn opnieuw spectaculair (het heeft even geduurd voor we voorbij onze watervaloverdosis zijn geraakt in Laos...) en de dorpjes en stadjes onderweg zijn best schattig. Het weer daarentegen is iets minder schattig. Sinds Sydney heeft het al elke dag telkens een paar uur flink geregend en er hebben zich intussen een paar stormcellen ontwikkeld over heel New South Wales. Gelukkig duren de buien nooit lang, blijft het landschap indrukwekkend en koelt het door de regen ook af want sinds 1 december is het hier officieel zomer!

Na slechts enkele reacties op Ozcar via Gumtree in Sydney hebben we onze fancy Ford online gezwierd in backpackwalhalla Byron Bay, een stadje aan de kust in het noorden van New South Wales, vlakbij de grens met Queensland. We krijgen een reactie binnen van Bruce, een Australiër. We bellen hem op en het is 'nen echte'. Hij spreekt zó plat dat hij moeilijk te verstaan is, zijn uitleg klinkt nogal bogan-achtig (het Australische equivalent van hilbilly) en aan zijn stem te horen is het een vijftiger. Beetje gek dat zo iemand reageert op een backpackerauto maar wie weet? Hij woont op onze route terug naar de kust dus we spreken af bij hem langs te komen in Lawrence, waarvoor we naar zijn zeggen een ferry moeten nemen om er te geraken. Right-o! Aangekomen in Lawrence blijkt dat naar goede Australische gewoonte een miniklein maar allercharmantst dorpje te zijn en Bruce voldoet volledig aan onze verwachtingen. We zijn een kwartiertje te laat dus hij had zich in de plaatselijke pub alvast aan een flinke 'schooner' gezet, de Australische 33-er :) Hij heeft een fluogeel veiligheidsshirt aan, een short van heden onidentifieerbare kleur en een cowboyhoed die vast ook nog nooit de binnenkant van een wasmachine heeft gezien. Zijn huid en nagels zien zwart van de vuiligheid en hij blijkt een suikerrietboer te zijn. Hij heeft thuis al een Ford staan maar die begint te mankeren dus is hij op zoek naar iets nieuws. Dat het een backpackerauto is bleek hij niet begrepen te hebben uit ons zoekertje en hij is verbaasd over de krassen op de carrosserie die we vermeld hadden. Maarten rijdt met hem naar een bevriende mecanicien die zegt dat hij goed rijdt maar Bruce is toch niet gewonnen voor de krassen, fair enough! Het is ondertussen 18u en we blijven kamperen op de freebie middenin het dorp. Bij het heengaan zijn we de brug overgestoken naar Lawrence maar wanneer we verder rijden moeten we, net zoals Bruce had gezegd, de ferry nemen om de rivier over te steken: 'A free service, 7 days a week, 24 hours a day and proudly Australian!' Meteen de eerste keer ooit dat Maarten en ik een ferry op rijden :)

We merken dat we het tropische Queensland naderen, de dorpjes die we passeren lijken op wat we ons voorstellen bij het zuiden van de Verenigde Staten: beetje bouwvallige houten huizen op palen, drukkend warme grijze lucht, weinig mensen op straat en massa's en massa's suikerrietplantages! We komen in de gietende regen tegen de middag aan in het waanzinnig drukke kustdorpje Byron Bay. Superpopulair plaatsje waar je vooral naartoe gaat om te chillen, te paffen en organisch te eten. Buiten het hoogseizoen kan het er vast heel fijn zijn maar nu loopt het er vooral vól wazige Franse en Duitse 19-jarigen op blote voeten, starend naar hun iPhone (hippie 2.0., weet je wel?) die van organische koffiebar tot het zoveelste kralenwinkeltje strompelen. Gecommercialiseerd anti-establishment, het blijft een beetje vreemd. We gaan naar twee hostels waar we ons zoekertje ophangen in de gemeenschappelijke ruimte maar verliezen door de extreem blasé reacties van de uitbaters meteen de moed. Nevermind Byron Bay, wegwezen en we verkopen hem wel in Brisbane!

We volgen nog even de kust, ontbijten bij het strand, gaan kijken bij nog maar eens een mooie vuurtoren waar hexagonale vulkanische stenen onderaan de klif liggen en verliezen die dag superveel tijd aan drinkbaar water zoeken en couchrequests uitsturen voor een host in Brisbane. U ziet, het zit niet altijd mee ;) We trekken nog maar eens landinwaarts en het landschap is - je raadt het al! - echt weer supermooi! We zijn niet alleen op onze prachtige kampplaats bij een waterval, maar toch bijna deze keer :) Slechts 1 Grey Nomad en 1 familie van 4 op het hele terrein! De volgende ochtend gaan we eerst zwemmen bij de waterval en dan een ontbijtje: camping, you've got to love it :) In Warwick gaan we online in de bib waar we vooral veel 'neen' zien als reactie op onze couchsurfrequest voor Brisbane maar ook een 'ja' van 'Mandy' op de auto in Byron Bay! We sturen meteen een mailtje terug dat we intussen al weg zijn van de kust maar wel willen terug rijden als ze écht geïnteresseerd is. Antwoord: “If it drives well, I'll buy it!” Check :) 3,5u later staan we na de files op de Pacific Highway opnieuw in Byron Bay. Mandy is Amerikaanse, is 4 dagen in Australië en is meteen naar Byron Bay gekomen. Ze heeft een Nederlander uit haar hostel bij die iets kent van auto's om onze Ozcar te checken, en dan begint het spelletje natuurlijk! Hij doet alsof er toch veel scheelt aan de auto, wij doen alsof Ozcar ons veel meer heeft gekost dan werkelijk en we komen overeen op een prijs 100 dollar lager dan waarvoor we hem eigenlijk gekocht hebben! Mandy gaat er van uit dat ze wel even een paar duizend dollar uit de muur kan halen óf dat haar Amerikaanse bank dat wel even fixt na een telefoontje. Niet dus! We moeten 2 dagen in Byron Bay blijven hangen – gelukkig is het intussen al iets minder druk dan tijdens onze eerste kennismaking – maar dan is het geld er toch allemaal. De helft uit de muur gehaald, de helft van haar partner via Western Union overgemaakt. We storten het geld meteen op onze rekening, halen met spijt in het hart onze rugzakken uit een spic and span schoongemaakte Ozcar, nemen afscheid van onze trouwe vierwieler en placeren ons op de hoofdweg voor een lift naar Brisbane waar we opnieuw met veel moeite uiteindelijk toch een couchhost hebben gevonden.

Die lift kost ons onverwacht ook veel moeite, drie kwartier lang staan we tevergeefs met de duim omhoog langs de baan tot een camion die ons eerder al in de omgekeerde richting was gepasseerd stopt en ons alvast driekwart van de route kan meepakken: sweet! Halverwege, net wanneer we de grens oversteken van New South Wales naar Queensland, belt zijn baas dat hij maar meteen helemaal tot in Brisbane mag komen om nog een lading op te halen dus we geraken er zelfs in één keer! Pat, 64 jaar, is Iers en op zijn negende samen met zijn ouders en 6 broers en zussen naar Australië gekomen als één van de '10 pound poms' (zie fun facts). Zijn vader was ingenieur en terwijl het gezin in Melbourne bleef werkte hij aan The Snowy Mountain Scheme. Volgend jaar gaat hij op pensioen vertelt hij, hij heeft zich een huis gekocht in de Yarra Valley in Victoria want in Queensland was het hem toch iets te warm :) Hij dropt ons af vlak voor zijn bedrijf en zegt dat we ons maar 5 minuutjes moeten neerzetten, hij is zo terug. En inderdaad, 5 minuten later passeert hij ons opnieuw en laadt hij ons op om ons te droppen op een blok weg van onze couchhost, zijn werkdag zit er toch op en we moeten hem maar een pint trakteren als hij ooit tot in België geraakt :) Supersympathiek!

Onze couchhost woont lekker centraal in Kangaroo Point, aan de oever van de Brisbanerivier op een halfuurtje wandelen van het centrum. Thomas is Frans, 34 jaar en heeft 6 jaar geleden met een paar maten een jaar Australië rondgetrokken in een busje alvorens hier een job aangeboden te krijgen als web developer. Een fijne kerel met toffe maten die ons de luxe kan bieden van een extra kamer met dubbel bed, jochei! Ik heb bij Yuji nog es 4 nachten een bed gehad maar voor Maarten is het meteen de eerste keer sinds we Azië verlaten hebben dat hij nog eens in een echt bed heeft geslapen :) Thomas en zijn maten Fred en Sophie lusten ze graag en het merendeel van de ochtenden worden we dan ook wakker met een ronkend katertje :) We koken een paar keer voor de hele bende, hebben ook een paar dagen de luxe van het appartement voor ons alleen te hebben (ruimte, het blijft fantastisch!) en wandelen wat rond in Brisbane: door het centrum, langs de groene gordel van Southbank en terug over Story Bridge naar Kangaroo Point. We zitten in een besluiteloze fase: nog 2 weken in Australië, waar gaan we heen, wat gaan we doen? Uiteindelijk komen we tot het besluit dat we The Great Barrier Reef misschien toch maar niet links moeten laten liggen en Maarten fixt ons een relocation om tot in Cairns te geraken, dé springplank voor duiktrips daarheen! Verhuurbedrijven van caravans, busjes en mobilhomes moeten om aan de vraag in locatie A te voldoen soms wagens daar naartoe verplaatsen vanuit locatie B. Als je daarvoor een werknemer moet betalen kost dat natuurlijk handenvol geld dùs is er een online systeem om reizigers die verplaatsing te laten doen! Op hun website kan je zien welke voertuigen welke route dienen af te leggen tegen welk tijdstip en jij kan dan dat voertuig boeken en zo aan een prijsje (en in ons geval zelfs gratis!) tot op je bestemming geraken. Maandagochtend gaan we onze mobilhome ophalen en na 2,5 dag en 1700km van suikerrietplantages, kruispunten van smalle spoorlijntjes voor 'The Cane Train', gratis koffietjes bij de vrijwilligers van 'Driver Reviver'-stalletjes en genieten van comfortabele kooksessies in ons keukentje en heerlijk veel ruimte in ons kingsize bed arriveren we in Cairns!

Gezien we zo kortdag beslist hebben om toch nog tot Cairns te gaan was het niet meer de moeite om nog een couchsurfhost te zoeken dus gaan we, voor de eerste keer sinds Manilla, nog es hostelstyle en slapen we in een dorm. Gelukkig valt het in de jeugdherberg keigoed mee! Alles is megaproper en iedereen is superstil om mekaar niet te storen! 2 dagen later worden we 's ochtends vroeg opgepikt (Mr. Pinsten (sic) and euhm...? Yes, that's us!) en afgezet bij de haven waar onze gigantische boot klaarstaat om naar Agincourt Reef te varen. Alles is echt megadik in orde, wat een hemelsbreed verschil met de duiktrips die we in Azië hebben gedaan! Er is ontbijt, lunchbuffet, de administratie wordt superefficiënt afgehandeld, al ons duikmateriaal staat klaar en wordt tussen de duiken in voor ons geprepareerd: like a boss :) We vreesden dat de hype rond The Great Barrier Reef meer te maken zou hebben met wat een iconisch natuurfenomeen het is dan omwille van de schoonheid onder water. We hadden het mis! Er zijn jammer genoeg veel plaatsen op het 2000km lange rif waar het koraal verbleekt of dood is maar waar wij heen gaan is het dat alvast niet! We doen 3 duiken in totaal, het koraal is superdivers, de scholen vissen talrijk en kleurrijk, we zien 2 haaien en worden aangevallen door een territoriale triggerfish - die genoeg bijtkracht heeft om je vinger eraf te knauwen... De moeite! De overige dagen in Cairns beslissen we al chillend door te brengen. Beetje koken, beetje lezen, beetje aan het zwembad hangen: heerlijk!




Vanavond, op Kerstavond, hebben we onze vlucht terug naar Brisbane waar we de nacht zullen doorbrengen op de luchthaven tot Kerstdag en dan vliegen we door tot Nieuw-Zeeland! Kiwi's, Great Walks, massa's schapen en Nieuwjaar vieren als één van de eersten ter wereld, joehoew!!!!




14u vóór op Greenwich vanaf nu padres en amigos, skypen wordt weer een pietsie moeilijker! Maar het is ook nog maar 2 maanden voor we terug zijn en LIVE kunnen bijpraten :) As the kiwi's would say: sweeeeeeeeeeet!!!!


3 Comments

One month in Victoria: Cruisen op The Great Ocean Road, koffie sippen in Marvellous Melbourne en sneeuw in de Australische Alpen!

11/28/2014

2 Comments

 
Picture
We zijn ondertussen 6 weken onderweg in onze zilveren bolide waarvan we er 4 hebben doorgebracht in Victoria, tijd voor een update!




Victoria is (na het eiland Tasmanië) de kleinste staat van Australië en Marvellous Melbourne, de tweede grootste stad van het land, is de trotse hoofdstad. Hoe meer tijd we spenderen in Australië, hoe meer we merken hoezeer de verschillende staten zichzelf zien als aparte entiteiten met een eigen identiteit en historiek binnen het Australiëverhaal en de geschiedenis van Victoria is hier een prima voorbeeld van! Na lang deel uitgemaakt te hebben van New South Wales, de dichtstbevolkste staat van Australië met als hoofdstad grote rivaal Sydney, hadden ze in Victoria circa 1851 genoeg van de bemoeienissen en werd het een aparte staat onder eigen bestuur. 2 weken later werden rijke goudaders ontdekt in het binnenland en kwam de kleine samenleving van boeren en kleine ondernemingen in een stroomversnelling terecht van massale immigratie, rijkdom, en de chaos die met zo'n boom gepaard gaat. De infrastructuur moest in sneltempo aangepast worden aan een plotselinge en pijlsnelle bevolkingsgroei en orde handhaven in dorpjes van goudzoekers die als paddenstoelen uit de grond sprongen was niet evident.

Het geld stroomde binnen en hoofdstad Melbourne onderging een totale architecturale metamorfose waarvan je de negentiende eeuwse pracht tussen de hypermoderne gebouwen van vandaag nog altijd kan zien. Brede lanen, statige gevels en sierlijk smeedijzer wisselen futuristisch ogende torenhoge wolkenkrabbers af waarin je de wolken en omringende gebouwen oneindig gereflecteerd ziet. En zo krijg je een Marvellous Melbourne :)

Wat is er in Victoria te zien? Schattige dorpjes, kalkstenen, grillig eroderende kliffen en witte stranden met woest brekende golven langs The Great Ocean Road; onwereldse zachtgroene bossen waar het licht ternauwernood door het dak van torenhoge eucalyptussen en palmboom-imiterende varens dringt in Yarra Valley; rust, gepensioneerden en eenzame stranden op het met zomerhuisjes van rijke Victorianen bevlekte Mornington Peninsula; meer barista's dan grassprietjes en een bruisend funky social scene in de prachtige met graffiti opgefleurde straten van hipstertown Melbourne; unieke gekartelde en dan weer golvende zandstenen rotsformaties met talloze pastelkleurige wilde lentebloemetjes om doorheen te bushwalken in de Grampians; prachtige berglandschappen om je heen tijdens lange ritten door de Australische Alpen (die bestaan echt!) en een vreemde maar mooie mix van regenwoud, Australische bush en compleet verlaten stranden op het schiereiland Wilsons Promontory. Veel dus!

We dachten op een dag wel eventjes van Adelaide naar The Grampians te rijden. Niet dus, daar doen we meteen 4 dagen over... Van Adelaide gaat het door een kustlandschap van duinen aan onze rechterzijde en lagunes en zoutbekkens verstopt tussen prikkelige en droge struiken aan onze linkerzijde in Coorong National Park tot Kingston; een schattig dorpje langs de kust waar de kustlijn versterkt (?) is met grote blokken rottend zeewier en de halve populatie in de namiddag een vislijntje komt uitwerpen op de pier. We vinden een prachtige gratis camping vlakbij het strand en zetten ons langs een koppeltje Zwitsers dat ons vol enthousiasme de rest van de avond vertelt over hun trip van Sydney tot Kingston bij een zoet wit wijntje gemaakt van rode chilipepers. What can I say? Het smaakte naar zoete Riesling met tabasco. Speciaal dus :) Er waait een ijskoude wind waardoor we echt héérlijk slapen in vergelijking met onze hete nachten in South Australia's outback. De volgende dag rijden we door tot het leuke dorpje Robe dat schitterend gelegen is aan een kalkstenen kustlijn vol witte kliffen waar het zeeschuim bij elke helderblauwe golf die er tegenaan raast telkens spectaculair vanaf spat. We doen een wandeling door het typisch Australische rasterdorp en lezen hier en daar de plakkaatjes die op de 'heritage' huizen hangen.

Aaah, heritage in Australië. Dat verdient eigenlijk een blog op zich :) In werkelijk elk klein, onooglijk gehuchtje kan je een visitor information center terugvinden (super!) waar keer op keer een 'cultureel erfgoed'-wandeling is uitgestippeld. Dat erfgoed gaat slechts terug tot circa 1850 en moet waanzinnig interessant zijn als je geboren en getogen bent in dat specifieke dorpje en je de familienamen van slagers, winkeliers en burgemeesters herkent die overal vermeld worden. Woon je daar niet, dan is het nog altijd goed om een wandeling te doen maar vooral amusant om te zien hoe de historische kleine zelfstandigen op die manier in de kijker worden gezet :) We drinken een koffietje, wandelen langs de kuststrook en rijden naar de plaatselijke vuurtoren. Vuurtorens zijn hier ten overvloede aanwezig en dienden om schepen door de hier extreem woeste zee en langs de gevaarlijk scherpe kustlijn naar veilige baaien te leiden. De zee is hier een massagraf van gezonken schepen vol immigranten die na maanden op zee en hun nieuwe thuis op slechts enkele meters afstand de reis niet overleefd hebben, heel triest. Van Robe aan de kust rijden we een stuk het binnenland in langs Mount Gambier met zijn diepblauwe kratermeer en wandelen we naar een vulkaankrater waar we langs het wandelpad de slangen zien wegritselen in het hoge gras. We geven onze overgebleven groenten weg en eten ons overgebleven fruit op om de grens over te steken van South Australia naar Victoria. Australië is namelijk niet alleen streng aan zijn landsgrenzen maar ook aan staatsgrenzen om te vermijden dat ziektes (in dit geval verspreid door de fruitvlieg) die de gewassen teisteren in de ene staat niet verspreiden naar de volgen. Uiteindelijk blijkt dat niet nodig en moet het alleen maar in de omgekeerde richting... Best vervelend want het eerste dorp over de grens heeft géén winkel en het volgende dorp ligt te ver om die dag nog te bereiken. We vinden een rustplaats langs de weg en besluiten daar te blijven slapen. Een beetje achterin zien we daar het tentje van Manuel al opgesteld staan, een Spanjaard die al twee jaar onderweg is met de fiets! Hij plande een reis van drie maanden naar Turkije en terug maar is toen maar blijven fietsen... Niet de meest sociaalvaardige man maar we kunnen ons inbeelden dat je maar beter heel goed/graag alleen kan zijn als je elke dag gemiddeld 8u in je uppie op de fiets spendeert :). Toch wel respect voor deze hardcore reizigers!

Een 'rustplaats langs de weg' klinkt waarschijnlijk nogal abstract, dus misschien een woordje uitleg bij waar we ons zoal te slapen parkeren :) We mikken op 'freebies', gratis camping met liefst een paar faciliteiten. Dat lukt eigenlijk prima want met een camper rondrijden is in Australië heel gewoon! Er zijn meerdere boeken te koop met kaarten waarop alle campings van Australië staan aangeduid en bij onze auto kregen we van het meest gebruikte boek de meest recente versie. Voor we vertrokken dachten we dat we flink uitgerust waren met onze stationwagon vol kampeermateriaal maar we hadden ons niet méér kunnen vergissen... Australiërs zijn übercampers! Van gewone autootjes met tent op (!) het dak tot 8m lange paleizen op wielen, you see it all! Vaker wel dan niet zien we een aantal zonnecellen opgesteld rond hun wagen om de ijskast, microgolfoven en televisie van energie te voorzien en natuurlijk hebben ze ook hun eigen douche bij... Jonge mensen zie je meestal alleen in de weekends maar gepensioneerden vind je óveral terug onderweg en we staan dan ook zelden alleen op een camping. Ze worden 'Grey Nomads' genoemd en sommigen van hen hebben alles verkocht en reizen zo vaak al jarenlang rond!

Maar dus, als we geen freebie vinden parkeren we ons gewoon 'ergens' op een vrijgemaakt stukje grond langs een zo rustig mogelijke weg en hopen we dat we niet weggestuurd worden. Zo rond 18u proberen we een kampplaats gevonden te hebben waarna de ene de auto slaapklaar maakt terwijl de andere begint te koken zodat we onze koffer in kunnen wanneer het donker wordt :) Afstanden zijn gigantisch in Australië dus er zijn onderweg echt overal betalende of niet-betalende rustplaatsen te vinden. Zijn er geen faciliteiten dan rijden we 's ochtends door tot de eerste publieke toiletten (die je echt óveral kan vinden en die meestal kraaknet zijn!) om ons te wassen vooraleer we de volgende rijdag aanvatten. Douchen doen we ofwel op campings (al dan niet binnensneakend), in informatiecentra, bij mensen thuis als we ergens logeren of in tankstations die daarop zijn voorzien en superpropere douches hebben!

Maar dus, verder doorheen Victoria it is! We stoppen in Portland om ons te wassen en te ontbijten en vinden faciliteiten bij een parkje langs de baai. Op de barbecue naast ons tafeltje is er een groep surfers een uitgebreid ontbijt aan het prepareren en Michael (31j, Maori) is zo vriendelijk om ons een croqueske met spek en ei te komen aanbieden. Yes please! We krijgen ook nog een pannekoek voorgeschoteld en we praten een beetje over een ontbijtje waarna we uitgenodigd worden bij hem thuis in Cape Bridgewater voor een barbie (Australisch voor barbecue). Het zijn toffe mensen dus, waarom niet? We rijden naar zijn dorp en doen eerst een prachtige wandeling over de kliffen naar een kolonie zeehonden op het uiterste tipje daarvan en zien ook nog een troep grote grijze kangoeroe's, een wallaby (soort kangoeroe) en een echidna (soort mega-egeltje)! Daar kan de wildlife van Borneo niet tegenop :) Tegen 17u rijden we naar Michael thuis, een gezellig huisje met een million-dollar-view op de baai, en spelen een uurtje beachvolley alvorens het feestmaal te starten. Er zijn een vijftiental genodigden en iedereen heeft iets meegebracht dus de tafel staat vól lekkers! Het is echt een gezellige avond en Michael, zijn vrouw Choudy en wij twee hangen tot middernacht aan de lippen van Ross, een zestiger die zeer geanimeerd kan vertellen over zijn zo-zot-kan-je-het-zelf-niet-bedenken reisperikelen in het Europa van de jaren '70. We mogen blijven slapen in de gastenkamer en de volgende ochtend ontbijten we samen met het gezin van de vele restjes van de avond ervoor. Supergastvrije mensen, heerlijke ervaring!

En dan geraken we er toch, de Grampians :) We rijden meteen door naar het hart van het park tot de enige gratis camping, prachtig gelegen in een dennenbos met bushtoilet, bushdouche en tafels: jochei! Na het eten bergt Maarten ons gasvuurtje op in de wagen en ziet hij een mamakangoeroe met babykangoeroe in haar buidel langs onze auto zitten! Ze is helemaal niet bang, hopt op wat droge pasta af die iemand gemorst heeft langs onze tafel en snuft nieuwsgierig rond of er nog iets te bikken valt terwijl het kleintje soms half uit haar buidel hangt en er bijna uitvalt :) Rond middernacht worden we met een schok wakker van een verblindende flits wit licht waar meteen een loeiharde donderslag op volgt. Het begint te stortregenen en de bliksemschichten schieten om ons heen. Niet zo geruststellend wanneer je geparkeerd staat middenin een bos :) We hebben onze wekker de volgende dag om 6u gezet maar de uitlopers van de storm zorgen voor ontzettend sterke windvlagen en we blijven nog even liggen in de hoop dat de wind dat ook zal doen... Na een uur is duidelijk dat ie dat niet van plan is dus staan we toch maar op om onze wandellus aan te vatten. Het wordt een dag van keiharde wind, miezerregen, opklaringen, nog meer windvlagen, grijze donderwolken, toch weer een zonnetje, nog wat meer wind die je net niet het pad afwaait en vervolgens een fikse regenbui die ons helemaal doorweekt, gevolgd door een stralende zon die ons weer doet opdrogen en... toch nog wat grijze hemel met fiks wat wind. We wandelen door rotsvlakten, loofbomen, velden vol wilde bloemetjes en dennenbossen om van prachtig uitzichtpunt naar prachtig uitzichtpunt te trekken: heel indrukwekkend landschap! 

Dag 2 valt wat tegen. Het is grijs en miezerig wanneer we opstaan, het blijft grijs en miezerig de eerste kilometer van onze wandeling en het ziet er niet naar uit dat we vandaag het geluk zullen hebben om na een regenbui door de zon weer te kunnen opdrogen. We hebben gisteren al 5 wandelingen aan mekaar gerijgd tot één grote lus, we nemen het zekere voor het onzekere en rijden toch maar door. We rijden de bergketen uit terug richting kust en zien de regenzone nog de hele dag over het park hangen: goeie beslissing dus!

We rijden tot het begin van The Great Ocean Road en zoeken een slaapplaats een eindje het binnenland in, vlakbij een prachtig natuurreservaat in een oude vulkaankrater met vanop de rand zicht op zee! We koken en kruipen ons bed in, zeker dat we ongemerkt zijn blijven staan op de parking... Wanneer een vrouw ons om half negen alsnog de parking afjaagt... We zetten ons dan maar op het gras langs het oude treinstation van een nabijgelegen dorp (nu museum, cultureel erfgoed, weet je wel,...) en muizen er om 7u wanneer we wakker worden snel ongezien vanonder. First stop: de bib van het eerstvolgende 'grote' dorp dat we tegenkomen! In elke bibliotheek in Australië kan je genieten van gratis wifi en we hebben een aantal dagen geleden via couchsurfing een paar aanvragen uitgestuurd voor een host in Melbourne. En hoera, we mogen logeren bij Yuji, een Japanse überhost! 31 jaar en al meer dan 2500 surfers gehost in zowel Japan als Australië, we zijn megabenieuwd om hem te ontmoeten :)

Maar eerst: The Great Ocean Road! Zo 'great' als we ons hem hadden voorgesteld is ie echter niet. Ok, het is een hele mooie rit en het verhaal eromheen is pakkend maar het is allemaal toch wel vrij hard opgeklopt om toeristen te lokken en dat is een beetje jammer. De weg werd na WO I aangelegd door teruggekeerde soldaten. Enerzijds omdat er al lang plannen waren om een dergelijke route aan te leggen en ze de soldaten een job wilden geven om hun integratieproces in de maatschappij te bespoedigen, anderzijds om een monument te creëren ter nagedachtenis van de vele gesneuvelde Australiërs uit Victoria. De weg loopt soms doorheen velden en dorpjes maar krult natuurlijk ook naar de kust toe en passeert hoge kalkstenen kliffen of geeft vanuit elke genomen bocht een prachtig uitzicht op de volgende witzanden baai onderaan glooiende, groenbedekte heuvelruggen. We rijden door een dennenbos vol torenhoge bomen naar een vlakte van grasgroene heuvels die wel bespikkeld lijken met honderden koeien en schapen om terecht te komen op een prachtig verlaten strand waar we parkeren voor de nacht. Koken, eten, genieten van een goudgele en zachtroze zonsondergang en onze koffer in :) Ook de volgende dag verlaat de weg de kust om door schitterende bossen te slingeren van hoge gumtrees met lichte stammen die opgloeien in de zon naar dichte wouden zo volgroeid met planten dat het licht volledig wordt opgeslokt in schaduwen. Van bosrijke gebieden gaat het opnieuw naar kilometers van glooiende heuvels met grazend vee zover je maar kan zien, een heel vruchtbare regio! We stoppen in een kuststadje voor verse fish & chips (die hier trouwens meestal wordt geserveerd met haaienvlees) waarna we koala's, kaketoe's en massa's bontgekleurde papegaaien gaan spotten om dan weer richting kust af te zwenken waar we bocht na bocht getrakteerd worden op een azuurblauwe zee die met volle kracht de verlaten stranden oprolt en uiteen spat in helwitte grillige wolken. Tegen de namiddag zijn we in het laatste dorp van The Great Ocean Road aangekomen, surftown Torquay, en we hebben onze couch in Melbourne pas voor 2 dagen later 'geboekt'. Bummer. We horen es rond bij de betaalde campings maar die vragen de prijs voor een caravan (die daarvoor hun afval mogen dumpen, batterijen mogen opladen en watertanks mogen hervullen) voor een staplaats zonder faciliteiten: no thanks! We beslissen om de volgende dag dan maar Melbourne voorbij te steken en de dag te spenderen ten oosten van de stad in wijnregio Yarra Valley. We slapen op een rustplaats langs de snelweg op 30km van Melbourne en rijden de volgende dag Melbourne voorbij tot Healesville in het prachtige heuvelland van Yarra Valley dat tsjokvol wijnranken staat! We spenderen er een rustig dagje van parkhangen met een wijntje erbij en doen een ritje door wat totnogtoe het mooiste bos is dat we al hebben gezien en 5 jaar geleden jammer genoeg de regio was waar 'Black Saturday' heeft plaats gevonden. Een dag waarop gigantische, oncontroleerbare bosbranden zijn ontstaan die 173 levens hebben geëist en 7500 mensen dakloos hebben achtergelaten. In de verte zien we enkele roetzwarte heuvels met helwitte, smalle boomstompen. Alles wat er daarginds van het bos is overgebleven.

En dan toch wel een hoogtepuntje van onze Aussiereis: Marvellous Melbourne! Om 9u30 staan we voor Yuji's deur die ons meteen een theetje voorschotelt en ons vertelt over de bikkelharde Japanse cultuur van werkenwerkenwerken. Vandaar zijn verhuis naar Australië :) Hier werkt hij nog altijd hard, maar kan hij tenminste een normaal leven onderhouden naast zijn carrière. Fair enough! Hij vertelt ook over zijn experiment met zichzelf waartoe hij couchsurfing als medium gebruikt om zichzelf in contact te stellen met zoveel en zo verscheiden mogelijke mensen (hij weigert niemand...) om te leren elke situatie en ieder persoon vanuit een zo zen en liefdevol mogelijke perspectief te benaderen. Het klinkt meliger dan het eigenlijk is en hij heeft echt heel boeiende standpunten, stof om over na te denken!

Ons leventje on the road lukt vrij comfortabel aan een minimaal budget en gezien we ook nog eens couchsurfen in de steden hebben we ons voorgenomen om in die steden dan ook niet op het budget te letten en te genieten van de vele barretjes, koffiehuisjes en eetplaatsjes die ze rijk zijn! Onze tijd in Melbourne is er dan ook één van vele culinaire geneugten, te beginnen met brunch n°1 met Yuji's mates. De koffiecultuur in Australië is begonnen in Melbourne en koffie wordt hier dan ook bijna als kunstvorm verheerlijkt. Twee heerlijke latte's en een breakfastburger later voelen we ons al iets meer zoals thuis na goed gelachen te hebben met ons fijne gezelschap omringd door loungy tonen uit een vintage muziekinstallatie en een überhippe industriële inrichting, duh! De rest van de namiddag brengen we voornamelijk in de auto door, rijdend vanwaar de ene haar auto geparkeerd staat tot de farmer's market voor inkopen en naar de ander haar appartement voor verkleedspullen, door de CBD op zoek naar een bolhoed om dan via St Kilda naar onze uiteindelijke bestemming te scheuren: het Halloweenfeestje van een Franse vriendin van Yuji. We hebben samen met Yuji massa's eten gekocht – dat is meestal zijn taak zegt ie – maar bij aankomst blijkt dat totaal niet nodig, de tafel staat vol hapjes! Wat we wel nodig hadden was drank, maar dat hebben we natuurlijk niet bij :) Een Duitse gast wijst Maarten op een bottleshop vlakbij (je kan in Australië geen alcohol kopen in de supermarkt) waar hij tot zijn grote plezier blauwe Chimay vindt! Zijn avond is meteen geslaagd :) Yuji's maten zijn megasympathiek, echt een toffe avond!

De volgende dag heeft Yuji een tripje naar Mornington Peninsula op het programma staan met een paar van de gasten die ook op het Halloweenfeestje waren. De kunstgallerij/theehuisje waar hij ons oorspronkelijk mee naartoe wil nemen is gesloten en ook de wijngaard die plan B was is toe dus rijden we naar een 'open garden' waar hij eens een kijkje wil nemen. Dat wil basically zeggen dat je 8 dollar per persoon betaalt om in iemand's hof rond te lopen. Note to self: biggest waste of money ever. We rijden naar het strand dat hij ons wil tonen en dat is gelukkig wél een schot in de roos :) We doen een lange wandeling en gaan zijn tent halen die hij daar een maand eerder had opgesteld als 'zomerhuisje-project'. Al zijn spullen zijn weggewaaid dus we zijn even bezig met alles bij mekaar te rapen (ok, de jongens zijn daar even mee bezig...) om het dan allemaal naar zijn auto te transporteren. Bijzondere dagvulling :) 's Avonds heeft hij mensen bij hem thuis uitgenodigd voor een etentje. We rijden dus eerst naar de supermarkt waar hij zich op de parking even in de auto neerlegt voor een dutje en wij de boodschappen voor hem doen :) Thuisgekomen moet hij eerst naar een zaalvoetbalmatch dus Maarten en ik beginnen de groenten al te snijden en helpen hem onder zijn kundige culinaire leiding bij het koken wanneer hij thuiskomt. Het eten wordt echt superlekker! Gewokte sperzieboontjes met een superlekker stuk rundsvlees en de beste puree die we ooit hebben gegeten. Feest! Die avond leren we ook voor het eerst zijn Indonesische huisgenoot Rager kennen die permanent met zijn neus loopt te snuffen (door hooikoorts die hij het jaar rond blijkt te hebben) en ook de smakelijkste lach heeft die ik ooit heb gehoord! Hij slaapt op een groezelig matrasje in een kastachtige ruimte langs de keuken. Iets zegt ons dat Rager een zijprojectje is van onze intrigerende host :)

De volgende dag trekken we er alleen op uit om Melbourne te verkennen en het blijkt een werkelijk héérlijke stad te zijn, verdiend de meest leefbare stad ter wereld!!!! We zijn toevallig in Melbourne tijdens 'The Melbourne Cup'. Een paardenrace en zogezegd 'the race that stops a nation'. In Victoria krijgt iedereen er een dag voor vrij en haast alles in de stad is gesloten. De race wordt al gerend sinds 1861 en is 'a big deal' in heel de staat. Iedereen die naar de race gaat kijken kleedt zich op zijn paasbest: de mannen in chique kostuum en de vrouwen op torenhoge hakken (of ze daar nu op kunnen lopen of niet) in een flashy jurk en met een extravagant hoofddeksel. M'as-tu vu in Melbourne. Op onze eerste verkendag zijn we toevallig net op tijd in de CBD voor de Melbourne Cup Parade: koetsen met opgedirkte vrouwen, luxewagens met de jockey's en een knappe stewardess van Emirates (de hoofdsponsor) aan hun zijde en vervolgens de racepaarden zelf passeren de revue door de hoofdstraat. Tof om gezien te hebben! De volgende dagen spenderen we aan urenlange wandelingen doorheen de hele stad: de grote lanen met imposante negentiende eeuwse gebouwen en hypermoderne wolkenkrabbers, de kleine steegjes met voormalige pakhuizen en galerijen alom, de gezellige straatjes van hippe buurten Fitzroy, Carlton en Collingwood waar peperdure maar prachtige negentiende eeuwse huisjes geschilderd in felle kleuren en versierd met smeedijzeren raamwerk de straten sieren en het vele groen in de stad van de Fitzroy Gardens over Yarra Park en de Botanical Gardens naar een lange wandeling langs de Yarrarivier. Bovendien vind je doorheen de hele stad schitterende graffiti, echt een superfijne mix! We hebben de indruk dat we voortdurend worden voorbijgesjeesd door hipsters met funky kapsels die zich op hun fixies van koffiebar naar koffiebar reppen. Ze zijn hier met zoveel dat wij in onze sjofele reiskloffies grappig genoeg net de non-conformists worden in zo'n überhippe stad :) We dachten maar 4 dagen in Melbourne te blijven maar met Yuji's tripjes en het feit dat het zo'n fijne stad is dient dat verlengd te worden! Yuji heeft al een andere couchsurfer op stapel staan na ons mààr dan is daar Jef, Melbourne-resident sinds 4 jaar en Leuvenaar-bekende via la Reyes die wel een zetel heeft waarop we mogen crashen, super! We gaan samen brunchen (lekker!) en leren weer heel wat bij over de stad, gaan 's avonds naar het Dia de los Muertos-feestje (de Mexicaanse Allerheiligen) van zijn huisgenote Catalina (leuk!) waar onze couch zelfs Jef-made blijkt te zijn (cool!) en verhuizen onze spullen de volgende dag naar Melbourne-crib n°2! Onze laatste wapenfeiten in Melbourne zijn een bezoek aan het Melbourne Museum, een expo over Jean-Paul Gaultier in de National Gallery, zoveel mogelijk koffietjes bij Vincent the Dog (op briljant aanraden van Jef, effectief supergoeie koffie!), een dagje chillen en bloggen in Collins Park en Belgische kost koken voor Jef en huisgenoot Kevin! Op onze laatste avond doen we opnieuw de oversteek richting Yuji die ons uitgenodigd heeft voor een Japans etentje. We nemen al onze spullen al mee gezien we onze auto bij Yuji voor de deur hebben laten staan en we dus de volgende ochtend ook van daar weer vertrekken. We kunnen Ozcar gelukkig nog voor een nacht laten voor wat het is en krijgen de logeerkamer van zijn huidige surfer die voorstelt om voor die ene nacht effectief op de couch te slapen :) Keilief! Het is weer een gezellige avond met heerlijk eten (note to self: de Japanse keuken zeker wat deftiger checken!) en de volgende dag is het tijd om definitief afscheid te nemen van Melbourne en Yuji. Yuji en zijn experiment met zichzelf, toch al één van de interessantste figuren die we in ons leven al zijn tegengekomen! Bij het afscheid zegt hij dat we twee van de fijnste mensen zijn die hij via couchsurfing al in zijn huis heeft gehad, uit een steekproef van meer dan 2500 mensen is dat tof om te horen :)

Van Melbourne rijden we naar Wilson's Promontory, een schiereiland en het meest zuidelijke punt van het Australische vasteland. We kamperen in een dorpje nét buiten het nationale park waar ik de supermarkteigenares op de kast jaag met het te wagen te komen vragen of de verzameling van 5 huizen effectief het dorp is, en trekken de volgende ochtend het park in om te gaan bushwalken! We gaan naar een strand dat piept als je erop wandelt en doen een wandeling via een bos waar brand heeft gewoed naar een stuk regenwoud in een moeras tot een prachtige verlaten baai: supermooi!
We rijden verder door Gippsland langs de kust met stops op mooie kampeerplaatsjes, gesprekjes over bosbranden met een ex-brandweerman in een informatiecentrum, een wandeling door moerasland rond meren met keiveel pelikanen om te komen aan onze volgende mijlpaal: The Great Alpine Road! Jaja, u bent even verbaasd dit te lezen als wij waren het te horen: Australië heeft Alpen! Met sneeuw en al!

De weg zwenkt van de kust noordwestelijk het binnenland in en het landschap is van de mooiste die we al gezien hebben: rollende heuvels, grasgroene weides vol grazende Black Angus, prachtige bossen, velden vol kleurrijke wilde bloemen en kilometers van okergeel graan. De dorpjes liggen mijlenver uit mekaar, lijken nauwelijks veranderd te zijn sinds de negentiende eeuw en ademen rust uit, maar dat is dan ook niet verwonderlijk, met een bevolkingsaantal van telkens een honderdtal :) We stoppen bij het meest idyllische kampeerplaatsje tot nu toe, middenin de heuvels met slechts één boerderij in de verre omtrek en voor de rest enkel het geluid van loeiende koeien, zingende vogels, tsjirpende krekels en kwakende kikkers: heerlijk! We doen een wasje in de rivier en steken 's avonds een kampvuur aan waarbij we met ons rood wijntje blijven zitten tot het donker wordt. We twijfelen even of we langer zouden blijven maar rijden toch door en passeren enkele van de weinige ski-oorden die Australië rijk is en die er nu desolaat en verlaten bijliggen bij het begin van de zomer, middenin een landschap vol door vuur kaalgevreten bomen. We maken een lange stop in Beechworth, een stadje dat tijdens de goudkoorts nog met Melbourne gewedijverd heeft om tot hoofdstad van Victoria benoemd te worden maar de duimen heeft moeten leggen. Dat maakt de inwoners er meer dan 150 jaar later niet minder trots om en het is dan ook een prachtig stadje! Zowel de historische gebouwen als de gewone huizen en winkels zijn prachtig gerestaureerd en de geschiedenis van de bekende Australische goudrover Ned Kelly wordt hier meer dan levend gehouden. Met Beechworth slaan we van The Great Alpine Road af naar het noordoosten en steken de Murrayrivier over die de natuurlijke grens vormt tussen de staten Victoria en New South Wales. Hello Snowy Mountains!





Wat we daar doen leest u een volgende keer :)

2 Comments

42 dagen travakken in Adelaide bij Marge & Wokkie, bushwalking in Flinders Ranges en suïcidale kangoeroe's ontwijken met de Ford Falcon: Oz part I!

10/22/2014

4 Comments

 
Picture
En voor je het weet is het tijd voor een eerste blogpost uit Australië!

Onze tijd in Adelaide is voorbijgevlógen! Gezien we vooral gewerkt hebben zijn er niet teveel grote avonturen te vertellen, maar toch, een verslag :)

Zaterdagochtend 6 september komen Margit en Wouter ons in hun Aussie Ford Laser johnnybak (mét spoiler) van de luchthaven halen! Zodra we van het vliegtuig afstappen is het duidelijk dat we in een andere wereld zijn aanbeland, bevreemdend maar fijn :) Je bent opnieuw in staat om alle conversaties om je heen te begrijpen, heel gekke gewaarwording in het begin! En nog beter, iedereen rondom ons begrijpt ons óók als we iets vragen, joohoow! Aussies hebben de reputatie vriendelijke pee's te zijn en dat kunnen we tot nogtoe alleen maar beamen. Iedereen gaat heel informeel en joviaal met mekaar om, superrelax! “Hello guys, did you have a nice flight? What can I get you?” Bacardi! We nemen in de duty-free nog snel een fles rum mee voor Margit en Wouter want omwille van onze tussenstop in Kuala Lumpur mochten we vanuit Indonesië niets van alcohol meenemen: bummer! Gewapend met booz, handbagage en enkel Maarten's rugzak (de mijne heeft de blitzoverstap in Kuala Lumpur niet gehaald...) komen we Margit tegemoet!
Het is een kort ritje van de luchthaven tot casa Margit & Wouter maar we kijken onze ogen uit: hoe anders is alles weer! Schone straten, vuilnisbakken langs de weg, mooi onderhouden voortuintjes, westerse huizen, winkelketens,... Ergens ziet het er bekend uit en tegelijk voelt het ook totaal anders aan van uitzicht dan Europa: vreemd!
Het appartement van Wouter en Margit is gezellig en ligt in een leuk buurtje. We krijgen een heerlijk ontbijtje voorgeschoteld dat we zoooo gemist hebben: een boke met kaas en confituur (en lékker brood, geen wit chemisch-smakend flutbrood uit een plastic zak zoals in Azië!), cornflakes en gefilterde koffie met echte melk in plaats van warm water met koffiegruis en gecondenseerde melk. Ze hebben zelfs Nutella, zaleeeeeug!!!! We gaan meteen naar de supermarkt en kopen alle ingrediënten voor Maarten's famous spaghettisaus die avond. Onze dag kan niet meer stuk :)
Slapen doe je toch nooit echt op een vliegtuig dus we zijn 's avonds dan ook kapot en vallen meteen als een blok in slaap op de megaluchtmatras in Margit en Wouter's logeerkamer die ons stekje zal worden voor de komende maand! We slapen héél lang uit en rijden dan met Margit naar iets wat een begrip zal worden in onze woordenschat de komende maand 'de Woolie's'. Aka Woolworth, een supermarkt op 5 minuutjes rijden van Margit. Ofte, hoe een jaar van marktjes en 7/11-adepten van een tripje naar een supermarkt die er vaagweg bekend uit ziet een feest kan maken :) En een feest is het maar we vallen toch lichtjes achterover van de prijzen! Zelfs al hadden Margit en die andere Aussie-kenner Sofia ons al verteld hoe duur alles was in Australië is het toch nog confronterend om te zien. De goedkoopste melk beschikbaar kost 70 eurocent per liter, 5 euro voor een kg courgette, 7,5 euro voor een kg champignons, 1,40 euro voor een kg aardappelen,... Vlees is dan weer wél goedkoper dan in België, wat Maarten zó enthousiast maakt dat er de komende maand sowieso wekelijks en soms tweewekelijks steak op het menu staat :)

Margit heeft er als tussenpersoon voor gezorgd dat er al een job in de tentenbouw op Maarten staat te wachten bij aankomst maar ik moet nog werk zoeken en maak daar maar meteen werk van, no pun intended. Margit en ik fietsen naar het centrum om een kijkje te nemen op de Central Market waar ze had gehoord dat de kraampjes altijd wel een helpende hand kunnen gebruiken. Alleen is die blijkbaar toe op zondag :) No worries (australisme n°1), dan maar een klein toertje door de CBD, ofte Adelaide centrum, en een koffietje drinken. Een lékker koffietje, want koffie is Aussie-fuel, ze overleven niet zonder zal later nog blijken. Het zijn koffiesnobs tot en met en ze hebben zelfs een eigen koffie uitgevonden, 'a flat white'. Minder dan de juiste blend vers gemalen koffiebonen uit een espressomachine komt er niet in, en de melk moet tot de juiste temperatuur gestoomd zijn en afhankelijk van de bestelde koffie met de correcte hoeveelheid schuim geserveerd worden. De job van barista wordt hier hoog in het vaandel gedragen, cheers mate! (australisme n°2)
Wanneer we terug thuis komen zitten Wouter en Maarten footie te kijken. Footie (australisme n°3), ofte 'Aussie Rules' is een soort van rugby dat gespeeld wordt op een cricketveld en hier ontzéttend populair is. Het onvoorspelbare stuitergedrag van de 'bal' geeft de wedstrijd wel een nogal hoog kansspelgehalte... Dat gezegd zijnde, de spelers zijn allesbehalve doetjes en staan vaak bloedend op het veld, wat ze koste wat het kost proberen te verbergen om toch maar niet van het veld gestuurd te worden. Let's face it, voetbal is voor pussies! Net wanneer wij aankomen is het AFL, dé footiecompetitie van het jaar, maar Adelaide heeft jammer genoeg de finale nét niet gehaald! 's Avonds staat er puree met gestoomde bloemkool en steak op het menu, aaaah heerlijk Belgisch :)

Maandag gaat Maarten langs bij Renniks, het tentenbedrijf waar hij aan de slag kan. Even een bummer wanneer hij hoort hoeveel hij 'maar' gaat verdienen, de fabelachtige bedragen waarover we gehoord hadden onderweg blijken toch iets te goed om waar te zijn. Nu goed, zolang we onze auto en visa bij mekaar kunnen verdienen is ons doel eigenlijk bereikt dus we laten het niet teveel aan ons hart komen! Ik maak een Australisch cv aan, solliciteer online op enkele jobs en bel Randstad op maar de arbeidsmarkt in Zuid-Australië is al even niet meer in tip-top shape zo blijkt... Tijdelijke jobs zijn al helemaal niet dikgezaaid en ze raden me aan gewoon het centrum in te trekken en zaken binnen te wandelen. Hmm, opnieuw na alle verhalen over Australië, land van jobs & hoge lonen, toch niet echt wat we verwacht hadden.
Die avond zijn Maarten en ik exact een jaar onderweg en dat moet gevierd worden! We gaan lekker eten in een Italiaans restaurant met ons vier en nog enkele collega's van Wouter en in een tof café – een écht café met een toog en bier van de tap zoals bij ons!!! – nog iets drinken: lovely!

De volgende dag gaat mijn missie vind-een-job verder en fietst Margit opnieuw met me mee naar de Central Market. De meeste kramen zijn echter niet geïnteresseerd in iemand voor een tijdelijke job, tot we bij een groentenkraam terecht komen waar ik zelfs meteen een try-out mag doen: hoi! Margit had gelukkig al afgesproken met Angel, een vriendin, en na 3u ben ik aangenomen voor een part-time en mag ik donderdag starten. Ik wil toch liefst zoveel mogelijk uren werken dus ik zoek de dag erop nog verder en kan bij een restaurant diezelfde avond meteen opnieuw een try-out doen. Het gaat allemaal dan toch vlotter dan gedacht! 's Avonds keer ik met de tram terug naar het centrum en start om 18u tot... 1u30 's nachts... In plaats van een try-out van 3u een try-out van 7,5u dus maar het wordt onverwacht superdruk om 21u - in een restaurant dat tot 5u 's ochtends open is - en ik wil mijn potentieel toekomstige collega's niet dumpen in een overvol restaurant... Om 24u belt Margit – die er terecht van uit ging dat ik ten laatste rond 22u wel thuis zou zijn... – toch eens naar het restaurant om te horen waar ik ben :) Ik werk nog even door en krijg dan een lift van de pizzabezorger terug naar huis! Ta! (australisme n°4) Ik kan meteen beginnen om de nachtshift tot 5u 's ochtends in te vullen... aan 15 dollar bruto per uur! Nog onder het minimum dàgloon zelfs... Niet legaal en met 35% belastingen en dagelijks een dure heen-en-terugrit met de tram zou daar netto niet veel meer van overblijven. Toch maar verder zoeken...
De dag erop keer ik 's ochtends terug naar de Central Market voor mijn eerste werkdag wanneer ik meteen door de baas apart wordt geroepen dat hij mij toch niet tewerk zal kunnen stellen als ik niet langer dan 6 maanden blijf... Qué? Een telefoon, ooit van gehoord? Zodat je mij niet 's ochtends vroeg tot daar hoeft te laten komen voor niks? Ik sta lichtjes op ontploffen, vertel hem beleefd maar beslist dat zijn manier van communiceren in de toekomst wel ruimte voor verbetering laat en doorkruis dan maar de ganse CBD waarbij ik elk – werkelijk élk – zaakje binnenwandel waar de kans bestaat dat ze me aannemen. Ik besef meteen hoe werklozen na verloop van tijd ontmoedigd geraken wanneer ik voor het eerst ervaar wat een dag lang van afwijzing met je doet: pffffffft! Na een viertal uur probeer ik nog een paar zaakjes die (richting Margit) net buiten het centrum van de stad liggen maar die ik wel al een paar keer vanuit de tram had zien liggen. Zo kom ik via doorverwijzing na doorverwijzing (keivriendelijk van hen!) terecht in Halifax Street, waar ik restaurant 'The Greek' binnenwandel. En bingo! Ik mag de volgende dag een try-out doen en wordt aangenomen voor een legaal uurloon :) Good on me (australisme n°5), de aanhouder wint!

Veel valt vervolgens over mijn waitress perikelen niet meer te vertellen: Aussies op restaurant zijn ofwel de tofste klanten ooit ofwel zó'n wankers (australisme n°6), dat heb ik in België nóóit meegemaakt tijdens mijn studentenjaren. Mijn collega's zijn toffe peren en ik heb het er prima naar mijn zin! Ik blijf wel verder zoeken naar een aanvullende job die ik pas zo'n 2 weken voor we weer op pad gaan vind, mààr alle beetjes helpen :) De bakker op 3 minuten wandelen van Margit's huis heeft hulp nodig: I'm your woman! Jammer dat het stomvervelend werk is wel, holy cow! Het is een bakkerij/koffieshop/broodjesbar, we staan telkens maar met 2 in de zaak, de bakkersvrouw is extreem controlerend en heeft een kuismanie, ze hebben géén afwasmachine en Aussies hebben veel fontonten bij zowel hun koffie als hun broodjes, waarbij geen standaardbroodjes bestaan maar je elke mogelijke variëteit 'and then some' ter plekke mag laten maken. Efficiënte werkomgeving? Not so much... Ik heb een paar keer de neiging moeten bedwingen om luidkeels te gillen: “Als jullie nu allemaal eens normààl zouden doen!”. Het is mij telkens gelukt, toch wel fier.
Pinxten beleeft alleszins meer avonturen dan ik bij Renniks Hire met tripjes naar de outback om in the middle of nowhere een tent te gaan opzetten, jobkes bij de kerkgemeenschap van Italiaanse maffiosi, 'roo barbie' lunchbreaks (kangoeroe barbecue, australisme n°7), beef jerky proeverijtjes in de 'ute' (utility vehicle, australisme n°8) en Crocodile Dundee momentjes met collega's Mick en Jack!
Andere bronnen van inkomsten zijn een paar betaalde schildersessies in het nieuwe huis van de Britse Corinne en Ben, dominee en dominee's vrouw en vrienden van Margit, én een betaald experiment bij een collega van Wouter op de faculteit psychologie van de universiteit van Adelaide :)

Wat doen we nog meer? We leren Angel en haar familie kennen, een Amerikaanse vriendin van Margit met eigenzinnig maar superschattig driejarig zoontje Liam waar Margit op babysit. We gaan de Britse Corinne en Ben's net verkregen Australische citizenship vieren op een barbecue in het park waar wij vreemd genoeg de enigen zijn die vlees bij hebben? Maar het is wel gezellig en wàt een uitvinding ook! Elk park hier is voorzien van een GRATIS barbecuestel voorzien van gas en al met picknicktafel in de buurt: hoe heerlijk?! Wat nog? We spelen vele spelletjes Carcasonne in de zon in het park en 's avonds thuis na het eten :) We leren Margit's toffe Venezolaanse onderburen kennen op wiens éénjarige dochtertje Aylene Margit ook babysit en met wie we een barbecue doen waarbij Eduardo vlees klaarmaakt dat zo lekker is dat onze steak, kangoeroe en lamskofta er compleet bij verbleken... Maarten en ik vieren ons tienjarig samenzijn met een dagje citytrippen in Adelaide's CBD, een bezoekje aan het South Australian Museum en good old tooghangen in een écht café als aperitief voor een etentje bij de gezellige Italiaan Amalfi! Ik mag het personeelsfeestje meemaken bij de eigenaars van 'The Greek' thuis, villa met zwembad en een buffet van Griekse lekkernijen, gegrilde kreeft, scampi's en oesters en spelletjes beerpong :) We hebben Cass en Nick, waarmee we samen de Huayhuash-trek hebben gedaan in Peru 4 jaar geleden, bezocht in hun praaaachtige huis in de Adelaide Hills! Cass had een schitterende barbecue voorbereid met heerlijke slaatjes en ons rondgeleid op hun domein (doméín, met stuwmeer en al!) met de twee honden die in speedtempo rond ons heen cirkelden en Poppy, hun dochtertje van 6 maanden, altijd tevreden glimlachend in de draagzak met een hoedje op :)

En verder hebben we natuurlijk een auto gekocht! Ons transport én slaapplaats voor onze roadtrip in Ozlandia voor een dikke 2 maanden! Het aanbod in Adelaide is niet gigantisch en de besten zijn snel weg want er worden vehikels verkocht waarbij we meer vermoeden een rammelkar vast te krijgen dan wat anders... Gelukkig vinden we een Duits meisje dat een Ford Falcon stationwagon aanbiedt van 2004, goed onderhouden, alle nodige kampeermateriaal en een dikke matras achterin met zachte kussens en deken er nog bij! Wanneer Margit's zus Karen op bezoek komt kunnen we meteen ons bakske in de meest extreme omstandigheden al testen want het is hier wel lente maar dat wil niet zeggen dat alle dagen hier mooi zijn. Voor onze eerste 3 nachten in Ozcar (zo heeft ie toch al een naam) is het flink koud! Maar de matras ligt heerlijk, Maarten past er in volle lengte in, de kussens zijn zalig fluffy en de combinatie slaapzak-deken werkt supergoed!


Picture
In onze laatste week Adelaide zeggen we onze jobs op en bereiden we ons voor op onze eerste roadtrip in Australië, de outback in richting Flinders Ranges! Om daarna onze trip naar de oostkust verder te zetten moeten we opnieuw door Adelaide dus wanneer we afscheid nemen van Margit en Wouter is het nog niet voor echt :) We rijden noordelijk via een route die Maarten met Renniks al heeft genomen om ergens in the middle of nowhere een tent te gaan opzetten en we zien een kant van Australië die we niet meteen verwacht hadden: glooiende heuvels met velden vol graan en koolzaad en weides vol grazende schapen. We passeren pieniemieniekleine dorpjes - met illustere namen als Blinman, Quorn, Gulnare en Winnabara - van vijf man en de spreekwoordelijke paardenkop die telkens kilometers ver uit mekaar liggen en in elk geval vér van de moderne wereld... We rijden langs lange rijen van wijnranken en stoppen om proeverijtjes te doen in één van de vele wijngaarden, eten onze gesmeerde boterhammetjes op langs de plaatselijke lawn bowlsbaan (een soort petanque) van één van de vele gehuchtjes die we passeren, twijfelen even of we een kijkje gaan nemen op de kermis van Clare en worden een paar keer aangesproken op hoezeer het wordt geapprecieerd dat België nog steeds zoveel moeite doet om de vele Australische soldaten te herdenken die sneuvelden in WO I.

De eerste nacht kamperen we gratis op een rustplaats langs de weg samen met Carol en Hans, een gepensioneerd koppel uit Perth onderweg terug naar Western Australia van hun trip naar Brisbane (!). We beseffen dat we kampeerkneusjes zijn wanneer we met veel liefde theedoeken, barbiebenodigdheden en een vaatdoek toegestopt krijgen en Hans ons leert hoe we kunnen weten hoe vol onze gasfles nog is. Voor de geïnteresseerden: heet water over de fles kieperen, de fles is nog vol tot waar het nog koel aanvoelt. We eten samen iets, praten bij bij een wijntje, en kruipen op tijd onze koffer in :) Na een koffietje en ontbijt de volgende dag nemen we afscheid en rijden we verder Flinders Ranges in, een 430km lange bergketen in de provincie South Australia die het begin vormt van de Australische outback. Onze eerste kennismaking met het grote niets in het midden van het continent :) We komen nog een echte Aussie farmer tegen die ons tips geeft over wat te doen en zien in de regio en ons zijn telefoonnummer geeft om in november in New South Wales langs te komen op de boerderij van zijn vriendin waar hij dan de schapen gaat scheren en de koeien gaat halen die in de Snowy Mountains staan te grazen: far out! (australisme n°9). In de late namiddag komen we aan in Rawnsley Park, net buiten het Nationale Park maar met zicht op de sterattractie: Wilpena Pound! Een gigantisch natuurlijk amfitheater van 8 op 17 kilometer. We installeren ons en genieten van het groter dan verwachte aantal zalige faciliteiten in een betaalde Australische kampeersite: superpropere en zalige douches en toiletten, een keuken met kookgerei, fornuis, waterkoker, ijskast en zelfs microgolfoven (!) en massa's informatie over de omgeving: camping in style :) We dachten dat wij 'all set' waren maar Aussies blijken überkampeerders te zijn en zitten buiten hun rijdende paleizen van caravans en campers een wijntje te nuttigen bij de ondergaande zon. We zijn veruit de jongsten van de camping - de meesten zijn gepensioneerden - en iedereen is uiterst gefascineerd door ons en heel vriendelijk :) We koken en eten iets bij het jaarlijkse jazz- en gospelconcertje - aangevoerd door de tachtigjarige trombonist - en gaan dan slapen.

De wekker gaat de volgende dag al om 5u30 want het is hier 10 graden warmer dan normaal in deze tijd van het jaar en we willen de ergste hitte vóór zijn voor onze allereerste bushwalk (australisme n°10) tot bovenop het 932m hoog gelegen uitkijkpunt over Wilpena Pound. Het is heerlijk fris wanneer we vertrekken en... We zien onze eerste kangoeroe's! Er hoppen een vijftal skippies rond ons heen onderweg naar de voet van de wand en we komen er nog eens 2 tegen op ons pad helemaal bovenaan: supercool! Het uitzicht is adembenemend en wanneer wij naar beneden komen, kruisen we nog 2 koppels die nog in de hitte naar boven gaan: bonkers!

In de namiddag zetten we onze tocht door Flinders Ranges verder en gaan we off road door scherpe ravijnen van grillige kalkstenen rotsen en over ronde heuvels vol schrale struikjes in de prachtige Bunyeroo Gorge, sluiten we aan op geologenparadijs Brachina Gorge waar we nét geen kangoeroe van de weg maaien die uit het niets voor onze wagen hopt, om dan weer even de gewone weg te volgen om in Blinman – bevolkingsaantal: 30 – weer off road te gaan via droger dan droge rivierbeddingen in de Parachilna en Angorichina Gorge naar de grote weg die zuidelijk weer richting Adelaide loopt. Het is een lange dag en we stoppen pas om 18u gezien de eerste kampplaats die we op het oog hadden ondertussen gesloten is. Waar we terecht komen is er helemaal niets, alleen vliegen. Véél vliegen. We hadden al gehoord van en kennisgemaakt met de enorme aantallen vliegen in de outback maar zo erg als nu was het nog nooit... We hebben geluk dat we buiten onze soep opwarmen niet meer hoeven te koken vanavond want het is onmogelijk om buiten de auto iets te doen, ze vallen met tientallen je ogen aan, kruipen in je neus, oren en mond en zoemen rond je hoofd tot je er gek van wordt! We vluchten onze auto in en samen met ons een klein leger aan vliegen die niet van plan zijn ons met rust te laten... Terwijl Maarten rondjes rijdt op de parking hou ik onze pan soep recht en proberen we via de ramen zoveel mogelijk vliegen uit de auto te jagen. De overige 20 meppen we dood alvorens in een lekker oververhitte wagen onze boterham met soep te verorberen. Avontuurlijk reizen, ook wij hebben weleens onze dipjes :) Na zonsondergang wagen we ons een paar keer uit Ozcar om te zien of hun aantallen al geslonken zijn maar helaas pindakaas, pas nà het donker zijn ze opeens allemaal verdwenen als sneeuw voor de zon! We zwieren meteen de deuren en koffer open om de wagen door te laten luchten maar het koelt niet erg af. Gelukkig zijn we zo moe dat we zelfs ondanks de hitte snel in slaap vallen :)

Dag 4 en we zetten na een tussenstop in Port Augusta ('grote stad' op een kruispunt van wegen van Perth naar Sydney en van Adelaide over Alice Springs naar Darwin maar nog altijd niet veel groter dan Herenthout...) rechtstreeks koers naar Adelaide. Feels like coming home :) Na een urenlange en saaie rit over de autostrade besluiten we dat we op zich wel genoeg outback hebben gezien met de combo Flinders Ranges + deze laatste rit. We begrijpen ook meteen waarom er zoveel borden langs de weg staan die chauffeurs aansporen om voldoende rust te nemen: kilometerslang niets is dodelijk voor je concentratie, drowsy drivers die!

Om 18u arriveren we opnieuw in Ada Street, Goodwood en zet Maarten zich aan de spaghettisaus :) We delen onze biologische Shiraz van de Southern Flinders Ranges met Margit en Wouter en meteen ook alle nuttige tips voor hun eigen tripje naar Flinders Ranges een week later.


En daarmee is ons laatste dagje Adelaide aangebroken!

Next time: Maarten & Diew roadtrippen doorheen Victoria, New South Wales & Queensland!



See ya later, mate!

4 Comments

Throwback Thursday: een jaar in Azië versus 8 maanden Zuid-Amerika!

10/7/2014

4 Comments

 
FotoIndische thali: yum!
Een jaar in (Zuid-Oost-) Azië leek ontzettend lang en tegelijk heel kort toen ik begon te lezen over alle landen die we zouden aandoen. Nu bij het einde van dat jaar aangekomen voelen we, een jaar aan een stuk was genoeg. Tijd voor iets anders!

Wanneer ik opzoekwerk deed voor onze trip naar Zuid-Amerika 4 jaar geleden viel me op dat op veel fora de vraag werd gesteld welk deel van de wereld nu beter was, Zuid-Oost-Azië of Zuid-Amerika? Op zich is het onmogelijk die vraag beantwoorden omdat alles afhangt van wat je zelf het belangrijkste vind. Maar we zijn er niet aan ontsnapt toch vaak voor onszelf de vergelijking te maken. Een overzicht en een conclusie :)


Eten

Azië heeft sowieso veel lekkerder eten dan Zuid-Amerika. Er zijn natuurlijk een paar heerlijke classics: de steak in Argentinië, de ceviche in Peru en feijoãda in Brazilië! Maar over het algemeen is het toch vooral pollo con arroz bij de goedkope menu del dia en 's avonds natuurlijk zelf een lekker potje klaarmaken in de keuken van het hostal! In Azië is het eten spotgoedkoop, zijn er in hostals nergens keukens te vinden en ga je dus voor elke maaltijd uit eten. De kruidige keuken van India, Thaise lekkernijen op elke straathoek, heerlijke sticky rice met gestoomde vis in een bananenblad in Laos, de verrassende en gezonde gerechtjes in Vietnam en een hele waaier aan verschillende cuisines in Maleisië: unbeatable!



FotoCruisin' in Vietnam!
Transport

Azië geeft je veel meer vrijheid in de zin dat je overal scooters kan huren voor één of meerdere dagen en daarmee de omgeving kan gaan verkennen. Goedkoop, avontuurlijk en dé manier om te genieten van het landschap en een kans om het dagdagelijkse leven van de lokale bevolking te mogen ervaren. Je zal vast ook een motor kunnen huren in Zuid-Amerika maar dat heeft oneindig meer voeten in de aarde gezien je daar niet zoals in Azië om de haverklap een minigarage hebt die je in geval van nood kan helpen. 

Het openbaar vervoer in Zuid-Amerika is dan weer wél veel beter geregeld. 1 busstation in elke stad waar alle maatschappijen zich verzameld hebben in kleine loketjes en shoppen maar voor de beste prijs! Elk uur kan je een bus nemen in elke mogelijke windrichting voor elk mogelijk budget. Met uitzondering van Bolivia en Colombia zijn zelfs de laagste budgetbussen nog altijd oneindig veel beter dan het aanbod in Zuid-Oost-Azië. Je kan gaan tot luxepaardjes met heuse bedden en als avondeten een Argentijnse steak en een wijntje toe maar zelfs al neem je de meest goedkope bus, de service en kwaliteit zijn uitstekend! In India is het treinnetwerk een droom maar wat bussen betreft is Azië minder praktisch. Je zal altijd en overal aan woekerprijzen een busrit kunnen boeken bij tour agents maar als je het openbaar vervoer wil nemen zijn er tig busstations afhankelijk van welke richting je uit moet die bovendien niet altijd makkelijk bereikbaar zijn. Los van steden als Bangkok, Singapore en Kuala Lumpur die wél een uitgebreid bus- en metronetwerk hebben is vervoer in een Aziatische stad 'openbaar' in de zin dat het makkelijk toegankelijk is maar het is wel in privéhanden: rickshaws, tuktuk's, songthaew's, jeepney's of bemo's alom maar je moet bij de pinken zijn voor de prijs. Dat hebben we in de steden van Zuid-Amerika zelden voorgehad.

Vliegen is in Zuid-Amerika dan weer overal ontzéttend duur, vandaar de vele urendurende busreizen... AirAsia is de betere versie van RyanAir in Azië. Maarten & Diew ♥ AirAsia!

FotoHoe nice is onze Balicrib?
Accommodatie

Slapen in Azië is een feest! Accommodatie is meestal vrij goedkoop, zo goedkoop dat het met twee niet loont om in een dorm te slapen omdat een privékamer bijna altijd maar evenveel kost. Privacy, heerlijk! Dat was in Zuid-Amerika een ander verhaal, waar we zelden een eigen kamer hadden en je àlles (en een beetje teveel) moet delen met 10 tot twintig dormgenoten. Dat bed in die dorm in Zuid-Amerika kost je voor één persoon bovendien evenveel als een dubbele kamer in Zuid-Oost-Azië. Easy win. Daartegenover staat dan weer wel dat het gemeenschappelijke leven in hostals in Zuid-Amerika veel aangenamer is, en dan heb ik het niet over de slaapzalen :) Elke guesthouse heeft een keuken en gemeenschappelijke ruimte waardoor je véél makkelijker in contact treedt met andere reizigers. Een gemeenschappelijke ruimte hebben de hostals in Zuid-Oost-Azië ook vaak, maar omdat dat ook meestal de wifi-hotspot is zie je vooral veel gezichten gefixeerd op hun smartphone. In Latijns Amerika was een potje koken en tegelijk whatsappen iets teveel multitasking, wat bevorderlijk was voor de real-life communicatie :)


Reisfaciliteiten

Onze eerste grote reis was in Zuid-Amerika waar alles veel meer 'do-it-yourself' is, wat wij leuk vinden. In Zuid-Oost-Azië wordt je net heel veel uit handen genomen en is veel georganiseerd. Je kan eraan ontsnappen als je wil, maar het kost moeite. Veel reizigers vinden Zuid-Oost-Azië daarom net makkelijker om in te reizen, je kan je altijd wenden tot iemand die dingen voor je organiseert. Misschien, maar omdat dat net niet is wat wij willen vonden we Zuid-Amerika daarin aangenamer. Niemand houdt je handje vast, heerlijk :)

FotoChillen bij Mercedes in de living in Buenos Aires!
Taal

Ik denk dat daarin onze mening gekleurd is, gezien zowel Maarten als ik Spaans spreken. Ik herinner me dat vooral Engelstaligen ontzéttend veel moeite hadden om hun weg te vinden in Zuid-Amerika omdat zij enkel Engels spraken en haast iedereen daar enkel Spaans machtig is. Het feit dat wij vlot Spaans spraken zorgde ervoor dat we heel veel fijne ontmoetingen en boeiende gesprekken hebben mogen ervaren met mensen onderweg en 1,5 maand van de 8 couchsurfend doorgebracht hebben. Zelfs Brazilië was niet echt een probleem, na een week omringd te zijn door Portugees trek je je uit de slag met Portuñol :) 

Zuid-Oost-Azië is een ander verhaal. Waar in India, de Filipijnen, Maleisië en Singapore mensen best goed Engels spreken is dat in alle andere landen haast nihil. Ook in toeristische bestemmingen. We hebben altijd de moeite genomen om hallo en gedag te leren zeggen in de lokale taal, te kunnen tellen, bedanken, zeggen dat het eten lekker is, de rekening vragen en jezelf kort voor te stellen. Verder reikte onze kennis zelden. Dat lag aan een combinatie van heel moeilijke, meestal tonische talen en een te kort verblijf in het land in kwestie. Één van mijn collega's in Adelaide was Vietnamees. Toen ik zei dat we een paar woordjes geleerd hadden en als voorbeeld in het Vietnamees een ijskoffie met melk 'bestelde', zei ze verrukt “Oh my god, that is amazing! I can àlmost understand you!”. Dat zegt genoeg :)

Dat heeft wel als jammerlijk gevolg dat we in Azië altijd meer het gevoel hebben gehad van de landen te bezoeken waar we in Zuid-Amerika alles meer 'beleefd' hebben. Maar ik kan me inbeelden dat mensen die geen Spaans spreken in beide werelddelen even lost in translation zijn.


Budget

Zuid-Amerika is veruit duurder dan Zuid-Oost-Azië. Waar Ecuador, Peru, Bolivia en Colombia nog budgetvriendelijk zijn, zijn Chile, Argentinië en Brazilië dat heel zeker níet. En laten die nu net een vrij grote oppervlakte van het continent opnemen :) Azië is uitgezonderd Singapore echt heel goedkoop. Op een jaar in Azië hebben we evenveel gespendeerd als op 8 maanden Zuid-Amerika 4 jaar geleden. Dat zegt genoeg.

FotoUnbeatable views in Peru!
Landschap

Zuid-Amerika heeft àlles. Je kan de woestijn intrekken tot je huid er van de extreme droogte zélf uitziet als een woestijn maar je 's nachts met 3 thermische lagen, fleece, gore-tex en lamawollen sjaal en muts maar 5 minuten buiten wil blijven staan om naar de schitterende sterrenhemel te blijven kijken omdat je vreest dat je neus er zal afvriezen. Je kan gaan zwemmen in de wilde zee, zonnen op goudgeel zand omringd door wuivende palmbomen en strandfeestjes houden met een cocktail in de hand onder een heldere volle maan tot de zon opkomt. Je kan gaan trekken tot de hoogte je de adem beneemt in prachtige bergketens met een 360° blik op sneeuwbetopte pieken die je nooit beu wordt te zien. Je kan je kapot zweten in een groener dan groene wildernis waar je de gekste creaturen ziet en de kleinste daarvan meestal de gevaarlijkste zijn. Je kan na urenlang rijden nog altijd uitkijken op bevreemdend eenzame vlaktes zover de horizon reikt en genieten van de mooiste zonsondergangen die je ooit hebt gezien. Je kan door velden en weides trekken zo groen en vruchtbaar dat elk zaadje dat de grond raakt een weelde aan planten doet ontspringen waar massa's koeien en lama's tussen staan te grazen. En dan vergeet ik voor het gemak nog even de vulkanen en gletsjers.

Azië is ook mooi, begrijp me niet verkeerd. De variatie aan landschap die Nepal en India bieden kunnen moeiteloos concurreren met mijn lofzang over Zuid-Amerika! Maar Zuid-Oost-Azië is een ander verhaal. Rijstterrassen, tropische bossen en stranden blijven mooi maar het geeft toch meer een 'same, same'-gevoel na een tijdje.

FotoRio de Janeiro is de max!
Steden

Mumbai, Bangkok en Ho-Chi-Minh City zijn steden waar we zó opnieuw naartoe zouden vertrekken, met fijne herinneringen ook aan Singapore en Kuala Lumpur. Alle andere steden die we aangedaan hebben in Zuid-Oost-Azië kunnen we ordenen van blah tot afgrijselijk.

De steden in Zuid-Amerika daartegenover zijn bruisende metropolen van cultuur, architectuur, levendige ontmoetingsplaatsen en een algemene heerlijk drukke en chaotische vibe. Van Quito over het geweldige Lima (een beetje zoals Brussel, met een paar uitzonderingen aftands op het eerste gezicht maar fantastisch als je weet waar je moet zijn) naar Cuzco en Arequipa, Salta en Mendoza tot Belo Horizonte, het schitterende Rio de Janeiro en zelfs Saõ Paulo, buitengewoon Buenos Aires naar een gezellig plaatsje als Bariloche, het prachtige Valparaíso naar een fascinerend Bogotà. Valt het op? Zuid-Amerika wint. En we zijn niet eens in alle landen daar geweest.

FotoWhiskey sours @ een funky artparty van Johnnie Walker in Lima!
Sociaal leven

Hmm, moeilijk. Er zijn uitgaansbuurten te vinden in zowel Azië als Zuid-Amerika, alleen hangt het er heel erg vanaf wat je tijdens het stappen zoekt. Als je graag op de zuip gaat met een spotgoedkope bucket van een onherkenbare mix aan zelfgestookte alcohol in een bar waar uitsluitend Britse/Australische/Amerikaanse 19-jarige toeristen komen en de godganse avond Bob Marley wordt gedraaid is Zuid-Oost-Azië the place to be. Wij vonden de wijntjes, pisco sours, caipirinha's en aguardiente's met een mix van andere reizigers en Zuid-Amerikanen in café's die hun bestaansrecht niet alleen ontleenden aan toerisme veel fijner. De muziek was ook oneindig veel beter. Met uitzondering van de reggaeton (dixit Maarten).

FotoHet nationaal museum in Bogotà.
Cultuur en geschiedenis

Uiteraard hebben ze beide werelddelen een ontzettend rijke, boeiende (maar ook trieste en soms gewelddadige) geschiedenis achter zich maar die werd in Zuid-Amerika wel veel meer uitgedragen en levend gehouden dan in Zuid-Oost-Azië. Met uitzondering van India hebben we in Azië extreem weinig musea en sites bezocht omdat die er 95% van de tijd niet waren of in veel gevallen extrèèm slecht waren. De architecturale overblijfselen werden beter onderhouden en waren talrijker in Zuid-Amerika en in het algemeen vonden we er cultureel ook gewoon meer variatie. Van de rijke voorgaande beschavingen die er geheerst hebben over de Spaanse kolonisatie naar de huidige moderne kunst: er was meer te beleven in Zuid-Amerika dan de zoveelste boeddhistische tempel die - voor onze ogen alleszins - op de duur allemaal niet zoveel van mekaar verschillen in Zuid-Oost-Azië. 

FotoLos vecinos de Equipo A in Chile!
De reizigers

Het 'soort' reizigers dat je door de band genomen (want natuurlijk zijn veralgemeningen ook maar alleen dat, héél algemene rode lijnen) tegenkomt in beide delen van de wereld is best verschillend. Waar je in Zuid-Amerika zelden reizigers tegenkomt die niet grotendeels daar zijn om allerlei fysieke activiteiten te ondernemen (de Andes loopt dan ook van top tot bodem door het hele continent en biedt meer mogelijkheden dan je je kan inbeelden...) of er alvast niet is voor een plezierreisje van uitsluitend slapen, eten, drinken en zonnen (tenzij in Brazilië) is dat in Zuid-Oost-Azië wel even anders. Je loopt er véél meer vakantiegangers tegen het lijf die er natuurlijk een heel ander ritme en verwachtingspatroon op nahouden. Geld doet er niet zo toe, plezier des te meer en je wil dan liefst niet overal teveel bij hoeven nadenken. Ergo de vele toeragentschappen. De gemiddelde leeftijd in Zuid-Oost-Azië ligt ook véél lager. Net van de middelbare school af of 'gap-year' reizigers uit vooral Angelsaksische landen. De sfeer is daardoor veel meer party, party. Een moment dat ik nooit zal vergeten is wanneer om 9u 's ochtends bij Angkor Wat een bezopen Brit van 21 me vroeg wat Angkor Wat eigenlijk is, een paleis ofzo? Niet dat we zelf geheelonthouders zijn, maar de meeste feesters in Zuid-Oost-Azië zien buiten het strand en de talloze reggaebars extreem weinig van de landen waar ze passeren en àls ze dan iets bezoeken is die zatte Brit niet de enige kerel die we zo ergens zijn tegengekomen zonder een idéé van wat hij/zij nu eigenlijk precies aan het bewonderen is. Naast de party hardies vind je in Azië ook vooral de spirituele reiziger. Soms echte yogi's en beoefenaars van meditatie, soms eindeloze zoekers, compleet van de wereld en ook soms hipsters die stomverbaasd het klooster snel weer verlaten omdat ze er - surprise! - niet mogen roken of drinken :)


Conclusie: wat ons betreft, hoewel ons jaar in India, Nepal en Zuid-Oost-Azië super geweest is, we prachtige dingen gezien en gedaan hebben, hele fijne mensen hebben ontmoet en zotte situaties hebben meegemaakt heeft Zuid-Amerika toch nog steeds een streepje voor... Voor de prachtige landschappen met als letterlijk en figuurlijk hoogtepunt de Andes die van noord tot zuid het continent doorslingert, voor de schitterende steden, voor de vele muziekoptredens, expo's en musea, voor de superfijne medereizigers en de heerlijk gastvrije en hartelijke Latino's bij wie we zijn verbleven en die we zijn tegengekomen onderweg,...: Asia, you were awesome pero América del Sur, te queremos más!

4 Comments

Indonesië deel III: vakantie nemen van het reizen, snorkelen met mantaroggen en the light & dark side of Bali. See you again, Asia!

9/25/2014

2 Comments

 
Picture
Bali en Lombok, onze laatste 2 eilanden van Indonesië en daarmee met Bali meteen één van de meest toeristische bestemmingen van Azië! Bali is nochtans een pieniemienieklein eilandje in vergelijking met de rest van de Indonesische archipel en ook het enige eiland waar Hindoeïsme de hoofdgodsdienst is. Het is superpopulair geworden omwille van de stranden (die nu niet meer zo fantastisch zijn jammer genoeg wegens volgebouwd of gewoon vuil...), het prachtige binnenland vol terrasvormige rijstvelden en de onvoorstelbare aandacht voor esthetiek en rituelen hier.

Na onze processie met de traagste bus ter wereld, komen we met de ferry van Java aan wanneer het 's avonds al donker is en hebben we geluk dat drie Indonesische medepassagiers voorstellen om ons de weg te tonen tot de bus naar Denpasar, die zij ook moeten nemen. De bus wordt naar goede Aziatische gewoonte voller dan vol gepropt en moe, met een pak chips op schoot als avondeten (naast onze rijst om 4u 's ochtends en een pak koekjes op de bus hebben we nog altijd niets gegeten die dag) en een gierende wind in ons gezicht van het venster zonder raam in scheuren we – van deze bus kunnen we niet klagen dat ze te traag gaat, integendeel – naar de hoofdstad van Bali. De vriendelijke jongen naast ons stelt zich voor met “My name is Ketut, you look very tired.” What can we say? Yes Ketut, we are... Hij spreekt vrij goed Engels (waaw!) en stelt voor ons te helpen een slaapplaats te zoeken in Denpasar. Thank you Ketut! Hij vraagt meteen naar onze religie, wat grappig genoeg overal in Azië regelmatig gebeurt. Bij mensen van wie we vermoeden dat ze traditioneel zijn en waarmee we een discussie over God willen vermijden zeggen we gewoon dat we Christen zijn. Cultureel gezien zijn we dat natuurlijk ook :) Maar Ketut ziet er nog wel modern uit dus zijn we eerlijk en zeggen we dat we niet in God geloven. Ja vraagt hij, ok, maar wat staat er op je paspoort? Van Finan en Nuge hadden we al gehoord dat iedereen in Indonesië verplicht één van de 6 erkende godsdiensten moet kiezen om op hun paspoort in te vullen. We vertellen Ketut dat onze religie er helemaal niet toe doet en het dus ook niet op ons paspoort staat. Dat je in België mag geloven in The Flying Spaghetti Monster, nobody cares. Als hij niet al had gezeten was hij van dit nieuws achterover gevallen, hij vindt het ongelooflijk dat dus niemand weet welke religie je aanhangt! Wat meteen ook weer eens een goede reminder is voor onszelf, in wat voor ongelooflijke vrijheid we leven in België. Finan is bijvoorbeeld van Chinese afkomst, een bevolkingsgroep in Indonesië die nog altijd heel veel afgunst oproept en dan ook weinig verdoken wordt gediscrimineerd. Chinezen kwamen vaak als handelaars eeuwen geleden naar Indonesië en waren bemiddelde mensen. Jammer genoeg bestaat het vooroordeel nog steeds dat 'alle Chinezen rijk zijn'. En hoewel we doorheen heel onze reis in Zuid-Oost-Azië merken dat in alle landen hier, de Chinese gemeenschap een economisch belangrijke en machtige bevolkingsgroep is zijn natuurlijk niet àlle Chinezen rijk. Na de onafhankelijkheid van Nederland werden ook honderdduizenden Chinezen in Indonesië omgebracht op verdenking van 'communisme'; waar waarschijnlijk veel Chinezen puur uit afgunst werden vermoord onder het mom van banden met communistisch China. Ook nu nog zal Finan het moeilijker hebben dan andere Indonesiërs om een job te vinden, alleen omwille van haar afkomst. Moslims hebben voorrang.

Aangekomen in Denpasar loodst Ketut ons het busstation uit naar een straatje er vlakbij waar een heleboel hotelletjes zijn. De meeste zitten vol dus we moeten noodgedwongen voor een heel dure, maar wel heel mooie kamer kiezen. Maar na een dag als vandaag hebben we het verdiend!
De kamer is volgens ons gloednieuw, heeft een kingsize bed en de badkamer is net zo groot als de slaapkamer! Er staat de grootste regendouche die ik ooit heb gezien en een badkuip waar je zonder problemen met 3 in kan. En dan nóg kan je een uitgebreid dansje maken in de rest van de badkamer! Na een heerlijke, volledige nacht slaap (die hebben we de laatste tijd niet al teveel meer gehad) testen we het bad natuurlijk uit en nadat we uitgechilled zijn wagen we ons terug in de toeristenjungle. Binnenin het busstation proberen de chauffeurs van de bemo (openbaar vervoer hier, minibusje met bankjes langs de zijkant) ons het vierdubbele aan te rekenen voor de rit naar het busstation van waaruit de bemo's naar Ubud vertrekken dus vangen we er dan maar eentje (die eerlijk is) op straat. En drie keer raden? Aangekomen in het busstation is het meer van dat! De bus naar Ubud staat al klaar maar daar mogen we alleen maar mee mee als we het driedubbele van de prijs betalen. We zitten al in de bus maar de busman zegt dat we mogen uitstappen, als we dat niet betalen switcht hij van bestemming?! Ok dan... We staan daar met nog 5 Fransen te bespreken wat we dan gaan doen wanneer een andere bemochauffeur stiekem op ons af sluipt: als we een derde van de normale prijs opleggen rijdt hij meteen met ons door naar Ubud, zonder nog mensen bij op te pikken. *zucht*, ok dan. Dan zijn we tenminste weg hier. Ubud is één van de populairste plaatsjes van Bali en ligt smackbang in the middle omringd door rijstterrassen en kleine dorpjes. Het is er iets koeler dan in de rest van Bali en heeft dus een heerlijk zomertemperatuurtje: olé!

Na ons reisdipje in Sumatra hadden we ons voorgenomen om zo snel mogelijk opnieuw een rustpauze in te lassen en daarvoor hebben we Ubud uitgekozen. We hebben een bungalow gereserveerd met zwembad en ontbijt inbegrepen voor 8 dagen: een traktatie kortom :) Veel valt er dus niet te vertellen over onze tijd in Ubud want we hebben daar absoluut geen ene moer uitgevoerd en vooral gezwommen, gelegen, gelezen en lekker gegeten! Na 8 dagen is het weer tijd om er op uit te trekken dus laten we onze grote rugzakken achter en vertrekken met minimale bezetting voor drie dagen met de scooter om Bali te verkennen. Na het gedoe bij de haven, in Denpasar en de massa toeristen in Ubud is het een verademing om de andere kant van Bali te zien! Dít is waarom het eiland zo populair geworden is: prachtige velden vol rijstterrassen, kleine dorpjes waar mensen je vrolijk toezwaaien, Balinese koffiepauzes in kleine winkeltjes waar de winkeleigenaars nieuwsgierig bij je komen zitten en je half in het Engels half in het Indonesisch helemaal uitvragen, heerlijk geurende kruidnagel- en ook cacaoplantages, en schoonheid: schoonheid overal! Zin voor esthetiek is iets wat in elk aspect van hun dagdagelijkse leven verweven lijkt. Alles wordt versierd, alles wordt met zorg behandeld, alles moet mooi zijn. Verlichtingspalen, welkomstborden bij de ingang van elk dorp, tempeltjes óveral (ó-ve-ral!), huizen, omwallingen, winkeltjes, hekjes, wat dan ook! Het is netjes, het wordt versierd met bamboe en er liggen prachtige, felgekleurde, heerlijkruikende bloemetjes bij. We passeren op ons tripje 3 vulkanen, een hele hoop meren, een heleboel tempels en we hebben fijne ontmoetingen onderweg! 
In Bangli blijven we de eerste nacht slapen en worden we door de superlieve Dayu, 22 jaar (die daar haar stage als leerkracht doet) uitgenodigd voor een culturele avond die zij en haar medestudenten organiseren voor de ouders van de kinderen en de 'schepenen' van het stadje. Het is een bonte mengeling van een stuk zang en gitaar, een stuk goocheltrucs, een stuk waarzeggerij waarmee ik moet meedoen, gamelanspelers die 3 verschillende Balinese dansen begeleiden en de dansen zelf natuurlijk, waarmee Maarten moet meedoen :) We mogen vooraan zitten bij de schepenen en de hoogste piefen van het leger en de politie in de buurt. Eregast, olé! We krijgen een pakketje met snackjes en genieten van het spektakel, zéker van Maarten's prestatie wanneer hij twee keer het podium op moet om mee te doen met een dans die jarenlang verboden is geweest door de regering wegens 'pornografisch'. Zover zouden we nu niet gaan, maar extreem provocatief en seksueel getint is het wel zeker. Speciaal :)

Ergens onderweg wandelen we op de eerste dag een huis (werd ons achteraf pas duidelijk, we dachten dat het een tempel was) binnen waar de familie druk bezig is het binnenplein en alle gebouwen uitgebreid te versieren. Voor een 'Potong Gigi' zeggen ze, en ze gebaren naar hun tanden.We hebben geen idéé wat ze bedoelen... We worden prompt door de mama uitgenodigd voor de ceremonie een paar dagen later, al weten we absoluut niet wat die precies zal inhouden. Terug in Ubud na onze scootertoer hebben we weer internet en blijkt het een hindoeceremonie te zijn waarbij de tanden een klein beetje worden afgevijld. Ongeveer op hetzelfde trapje als een communie bij ons, zij het op een andere leeftijd. We kleden ons formeel Balinees aan in sarong en rijden terug naar het dorpje waar de familie woont. We schrijven onze naam in het register, gooien ons enveloppeje in de doos, krijgen drankje en welkomsthapjes toegestopt en worden neergezet bij de Potong Gigi feestvarkens wiens tanden dezeochtend rond 5u al afgevijld werden door de plaatselijke brahmaanpriester. Het doet geen pijn blijkbaar :) De gebeden schallen ons non-stop in de oren van de enorme boxen die overal opgesteld staan en vermengen zich met klingelende belletjes en het getetter en gegier van een soort stand-up comedy van twee als monster verklede mannen terwijl we onze ogen uitkijken op alle versiering en de elegant en in technicolor verklede gasten. En die zijn met veel. Héél veel. Rituelen worden overal om ons heen uitgevoerd met een heel gamma aan parafernalia terwijl in de hoek van de 'keukenruimte' een paar mannen voortdurend saté blijven bijmaken voor het buffet dat op een bamboepodium staat opgesteld. Wij zijn eerst aan de beurt, dan de gamelanspelers, dan de andere gasten pas. De borden zijn lekker praktisch rieten mandjes met een wegwerpbaar (maar biologisch afbreekbaar!) stuk bananenvel in en het eten is de lekkerste local food die we op Bali al gegeten hebben! Na een paar uur is het jammer genoeg tijd om te vertrekken maar we zijn superblij dat we van dit belangrijke moment deel hebben mogen uitmaken. We cruisen op onze scooter terug naar Ubud, pikken onze rugzakken op en beginnen onze multiple-bemotocht naar Padangbai aan de oostkust van Bali. Op zich is het niet ver maar het openbaar vervoer is hier nogal specifiek toegespitst op korte afstanden dus we moeten 3 bemo's nemen. Intussen weten we hoeveel kilometer wat moet kosten maar opnieuw proberen ze ons telkens het vierdubbele aan te rekenen en moeten we weer discussiëren over de prijs. Het is hier zo erg en zo alomtegenwoordig, dat begint ons nu wel stilaan de keel uit te hangen. We hopen een beetje dat Lombok, ons volgende eiland en naar het schijnt minder toeristisch dan Bali, hierin anders is.

Aangekomen in Padangbai vinden we meteen een hostal en schuimen we de duikscholen af voor info rond een duik met mantaroggen, één van de redenen dat we hier zijn! Van Nathalie met wie we Kawah Ijen zijn opgegaan hadden we gehoord dat duikscholen hier de garantie boden: zie je geen mantaroggen, dan krijg je je geld terug! Dat zal een iets te goeie deal zijn geweest want die regel vinden we nergens meer terug. Omdat het een vrij lange boottocht is naar het eiland waar de mantaroggen zitten is de duik ook ontzettend duur en beslissen we vanaf Nusa Lembongan, wat dichterbij de mantalocatie ligt, die duik te gaan doen. 
Eerst naar het scheepswrak dan! Op een dikke 50km van Padangbai ligt een oorlogsschip uit WO II op slechts 20m van de kust op 5m tot 30m diepte, een buitenkansje want die liggen meestal veel dieper! We huren een scooter en volgen de kustlijn voor een prachtig ritje naar Tulamben waar we vrij snel een goedkope duikschool vinden en meteen de volgende dag kunnen gaan duiken. Het schip is superindrukwekkend en het koraal dat zich erop gezet heeft heel mooi. Ik heb wel nog altijd last van mijn sinussen dus kan helemaal niet diep duiken omdat dat teveel pijn doet, jammer! De volgende duik naar een koraalwand doet Maarten dan maar alleen en hij ziet een supergrote moeraal, jaloers! Na de middag rijden we langs het binnenland terug door een heel mooi landschap vol rijstterrassen en over heuvelruggen met een prachtig zicht op de omringende kustlijn tot in Padangbai.

De volgende dag laten we Bali achter ons en nemen we de ferry naar Lombok, Indonesisch eiland n°4! We hadden gehoopt de afzetterij op dit 'minder betreden eiland' achter ons te laten mààrrrr onbetreden is het hier allàng niet meer... Er staan alleen taxi's te wachten in de haven, de omwonenden proberen ons eerst wijs te maken dat er geen bemo's zijn maar geven dan toe dat ze wel rijden maar dat het voor een ritje van 20 minuten 7 keer de normale prijs zou kosten... Geen enkele bemo wil ons meenemen aan de gewone prijs dus beginnen we maar te wandelen in de hoop dat we kunnen liften. Veel verkeer is er niet dus wanneer ons een bemo passeert die ons 'maar' het driedubbele wil aanrekenen stemmen we toe. Dan zijn we tenminste weg uit niemandsland... De 2 volgende bemo's die we moeten nemen hetzelfde liedje maar we betalen na de rit hetzelfde als onze medepassagiers, gedaan met de zever. En hoewel we exact hetzelfde afgeven als de man naast ons voor exact dezelfde afstand maken ze zich toch druk. Ongelooflijk hoezeer Indonesië hierin overal verzuurd is. We zijn het k*tsbeu en besluiten de rest van de afstand te liften en geraken zo nét voor het donker in Kuta, Lombok. Niet te verwarren met zijn tegenhanger in Bali :) Onze lift zet ons af aan een goedkoop en superrustig hostal, dit was wat we nodig hadden! Alleen zag het er té goed uit... De volgende dag word ik wakker met een huid vól maar dan ook VÓL bedbugbeten... De matras krioelt van de beestjes dus we haasten ons om al onze spullen buiten de kamer te leggen en in de zon na te kijken op stiekeme medereizigers. Alles ziet er ok uit dus we pakken in, betalen en gaan op zoek naar een ander hostel. 
Geen eenvoudige taak zo in het hoogseizoen dus we nemen genoegen met een ietsje overprijsde maar toch wel heel degelijke bungalow die we deze keer wél grondig inspecteren. De corticosteroïdecrème die ik tegen de jeuk en voor een sneller herstel smeer (niet dat het veel helpt...) zorgen ervoor dat ik niet in de zon mag om mijn huid niet te laten verkleuren maar met de verschrikkelijke jeuk dag en nacht heb ik daar eerlijk gezegd ook niet veel zin in. Na 5 dagen van verdragen en dan maar lezen en luieren in en rond de bungalow jeukt het eindelijk minder hard en trekken we erop uit om de omgeving te verkennen. Samen met landgenoten – zelfs Limburggenoten! – Ward en Riet die heel toevallig in de bungalow naast ons komen te zitten! We huren scooters en rijden naar een paar prachtige baaien in de buurt waar we ons op het strand leggen en genieten van de woeste golven en de prachtige karststenen formaties om ons heen. Mààr we ontsnappen ook hier niet aan de tourist traps waarmee we het onderhand écht wel gehad hebben... Een paar pipo's hebben een bamboe slagboom geïnstalleerd en vragen 5 keer het normale tarief om je scooter te 'mogen' parkeren bij het strand. Op zo'n momenten zijn we jammer genoeg telkens weer blij dat we hier bijna weg zijn... 
Enfin, de dag is wel heel mooi en bij de laatste baai is het eb en zijn vooral Maarten en Ward wel even zoet met alle zeecreaturen te inspecteren die verrast werden door het tij en in minipoeltjes tussen de rotsen worden vastgehouden. Er zit ook een heel cool mini-octopusje bij dat de kleur van zijn omgeving aanneemt en blauwe kringen op zijn tentakels doet opgloeien wanneer Ward hem wat uit zijn spreekwoordelijke tent probeert te lokken. Achteraf blijkt dat dat octopusje één van de meest giftige dieren ter wereld is en een toxine heeft dat 1200 keer sterker is dan cyanide, no antidote available... Op zich al vrij spectaculair – hoewel we dat pas achteraf weten – en bovendien eindigt de dag er nog mee dat ik (weliswaar zachtjes...) in mijn been word gebeten door een hond op het strand die zeer hardnekkig wil 'spelen'. Hij ziet er gelukkig gezond uit en we hebben ontsmettingsalcohol bij, toch wel blij mee. En daarmee is het dan ook goed geweest, ciao Lombok! We most probably will never see you again!

We maken het ons voor de terugweg gemakkelijk en regelen een shuttle van Lombok tot Sanur op Bali. We begrijpen meteen waarom mensen die niet of nauwelijks het openbaar vervoer gebruiken hier niet dezelfde ergernissen verzamelen als wij. Je hoeft je nergens zorgen om te maken en je wordt netjes bij het handje meegevoerd van aircon busje naar boot naar aircon busje: heerlijk! Voor één keer dan toch wat ons betreft. Ik kan me goed voorstellen dat het eiland een heel andere indruk wekt als je alles altijd regelt via een agentschap en nooit geconfronteerd wordt met mensen die het maar normaal vinden dat je in Indonesië voor een ritje in een gammel minibusje het dubbele betaalt als voor dezelfde afstand met de Lijn in België... 
We komen 's avonds aan in Sanur, droppen onze spullen in de eerste goedkope/schone kamer die we tegenkomen en gaan op de avondmarkt iets eten. Sanur staat bekend als 'het Benidorm van Bali' en we snappen waarom, 90% van de mensen hier zijn gepensioneerde Aussies :) De volgende ochtend zijn we alweer weg en nemen we de slow boat naar Nusa Lembongan, een klein eilandje vlak voor de zuidkust van Bali. Dat 'slow' valt uiteindelijk nog wel mee. We komen welgeteld 30 minuten later aan dan de speedboat aan een derde van de prijs, this is how we do it :) 
We hebben een reservatie gemaakt bij de duikschool waarmee we in Tulamben ook al zijn gaan duiken en daar hebben we goed aan gedaan, 99% van de accommodatie hier is fancy schmancy en walk-ins lijkt hier niet the way to go :) We boeken onze 2 duiken voor de volgende dag, superspannend want het is er niet 'zomaar' één, de reden waarom we naar hier zijn gekomen is om mantaroggen te zien! Vlakbij Nusa Lembongan is een baai waar het hele jaar door mantaroggen komen om 'schoongemaakt' te worden door de visjes die hier leven of zich tegoed te doen aan het buffet aan plankton dat hier rondzweeft in het water. 
De volgende dag staan we om 13u volledig in outfit klaar, te wachten! En te wachten. En te wachten... Geen van de instructeurs kan ons zeggen wat er gaande is en het lijkt hen ook niet veel te interesseren, 'you should ask the manager'. So far for dedication :) De boot blijkt stuk en het duurt een paar uur om hem te maken alvorens we dan toch op weg kunnen. Een andere boot lenen van collega's om eerder te vertrekken blijkt jammer genoeg niet mogelijk. Het is al laat in de namiddag dus we kunnen ofwel 2 korte duiken doen ofwel 1 gewone. Iedereen vind het nogal geldverspilling om 2 korte duiken te doen dus gaan we voor 1 duik bij Manta Point... Waar de zee zo wild is en de stroming zo sterk dat het voor 2 beginnelingen die mee op de boot zitten gevaarlijk zou zijn om daar het water in te gaan... 
Heel jammer maar dat betekent dat we de mantaroggen die dag moeten skippen. Achteraf blijkt dat we met onze school ook de volgende dag niet mee kunnen om opnieuw te gaan wegens volboekt. Een grote bummer want mantaroggen zien is de enige reden waarvoor we naar hier zijn gekomen en de baas van onze duikschool kan het allemaal niet veel schelen hoe ze de hele situatie die dag hebben aangepakt dus van hem moeten we alvast geen hulp verwachten. 
Tant pis, dan maar met een andere duikschool! Er zijn er niet veel en het is al avond dus Maarten en ik splitsen op om bij elke school te gaan vragen of ze nog plaats hebben voor ons de volgende dag. Typisch, alle tijd van de wereld hebben gedurende een vol jaar in Azië en dan op het einde wanneer het er toe doet te weinig dagen over hebben! We vinden nog een school, weliswaar een pak duurder, en de volgende ochtend glijden we dan toch met de boot over een spiegelgladde zee: hoi! Alleen zien we jammer genoeg gedurende onze hele duik, op een plaats waar er 95% kans is dat je mantaroggen ziet, welgeteld één vage schim van een mantarog op 20m afstand van ons op 5 seconden voorbij snellen. We zien wel een superzeldzame hele mooie haai van een kleine 2m lang. Dat dan weer wel. Seriously bummed out is nogal een understatement als ik zou moeten beschrijven hoe we ons daarna voelen. Maar gelukkig zit de moraal bij el Pinxten nog steeds torenhoog en hij gaat op het strand op zoek naar een bootje dat ons naar de baai wil brengen om te gaan snorkelen bij Manta Point! Een uurtje later liggen we opnieuw in het water en staren we met open ogen naar in totaal een zestal mantaroggen die voor, langs en achter ons het water elegant maar verrassend snel doorklieven en met open mond – en bij een mantarog van 3m breed wil dat best wel wat zeggen – enorme hoeveelheden plankton opsnoepen dat met de miljoenen knisperend rond ons heen wervelt. Ongelooflijk, superindrukwekkend, fantastisch mooi! Nusa Lembongan, mission accomplished, dan toch nog :)

Back to the mainland! We vinden zelfs een bús - een echte bus zoals bij ons! - die ons zonder onderhandelpijnen tot in Kuta kan brengen! Oh Kuta, jij ultieme belichaming van gedegenereerde toeristische wildgroei. Het meest toeristische plaatsje op het meest toeristische eiland van een al zeer toeristisch deel van de wereld representeert perfect het foute eind van het spectrum van op reis gaan. Kuta barst van de Aussies. Correctie: van de marginale Aussies. Platinablonde, luide vrouwen gekleed om achter een raam te gaan staan in combinatie met boertige venten in ontbloot bovenlijf met gigantische ton en pint in de hand vanaf 9u 's morgens. Classy! Zeker op een eiland waar zich zedig kleden en een gereserveerde houding in het openbaar belangrijk zijn. Eten, zuipen, shoppen en bruin liggen bakken zijn de enige activiteiten die hier worden uitgevoerd. De klok rond. 
Wat wij daar dan op onze voorlaatste dag in Azië lopen te doen? Kuta is ideaal gelegen om nog wat pre-Australië aankopen te doen, om de Belgische Leen en Dirk (die we in december in de bergen van Thailand waren tegengekomen) in hun nabijgelegen B&B te bezoeken én om naar de luchthaven te rijden de volgende dag. Accommodatie is hier duur maar we vinden toch relatief snel een vrij luxueuze kamer die op zich nog betaalbaar is. In gedachten houdend dat het nog lang zal duren vooraleer we nog eens in zo'n weelde zullen kunnen slapen gaan we ervoor! 
Het is een klein familiezaakje en de eigenaar staat meteen klaar om ons zijn marketingpraatje te komen doen dat zijn gasten als zijn familie zijn en hij enkel familieleden in dienst heeft omdat hij zijn gasten in alle vertrouwen het beste wil kunnen bieden. Het voelt allemaal een beetje gemaakt maar whatever, hij is vriendelijk en we zijn hier maar voor één nacht. We trekken met ons winkellijstje de stad in en nadat alle items zijn afgetikt keren we terug naar het hotelletje om nog wat te genieten van het zwembad. We drinken iets op onze laatste avond in Azië, bestellen take-away (we know, we know, maar dat is ook vakantie!) en gaan op tijd ons bed in. We hebben via het hotel een scooter gehuurd en die is de volgende ochtend vroeger dan verwacht al daar, super! Alleen is de scooterman een brutale eikel die me alsnog probeert af te zetten omtrent de prijs, waar ik niet op in ga. Hij gaat dan toch nogal onceremonieel akkoord met de prijs zoals die in het hotel geafficheerd staat en trapt het af. De eigenaar van het hotel is de kamer langs ons aan het schoonmaken en gezien hij gisteren blijk had gegeven zo'n belang te hechten aan zijn klanten het beste te willen bieden besluit ik hem hier – met de beste bedoelingen – iets over te zeggen. Scooterman blijkt geen familie en wanneer ik vertel dat hij heel onbeschoft was reageert hij nogal laconiek. Ik breng voorzichtig aan dat hij misschien niet meer met die man moet samenwerken voor scooters als die er geen graten in ziet gasten te schofferen mààr dat had ik beter niet gedaan want daarop schiet hij in een Balinese colère om U tegen te zeggen! Hij begint te roepen, te schelden en zegt dat ik die scooter kan laten zitten en we ook maar meteen moeten uitchecken. En daarmee is de cirkel rond. Net zoals we op onze eerste dag in Bali door een bemochauffeur welkom geheten werden met de opmerking 'If you don't have money, then don't come to Bali.' worden we met hetzelfde zinnetje door een even grote zeiksteel Bali uitgewuifd. 
Ik ben er eigenlijk niet goed van. Wat is er op dit eiland - waarvan ik best geloof dat het in oorsprong ooit het kleine paradijs was zoals het nog steeds foutief wordt geadverteerd - zó misgelopen dat het dit soort van de pot gerukt en agressief gedrag ontlokt van een samenleving waarin harmonie en gastvrijheid zo hoog in het vaandel worden gedragen. We hebben op Bali heel mooie en hartverwarmende ontmoetingen gehad maar ook de allerlelijkste en meest teleurstellende van de hele reis. Op geen enkele andere plaats in Azië – buiten het al even foutgelopen buureiland Lombok – hebben we te maken gehad met zoveel gebrek aan respect en totaal verlies van zin voor perspectief.

Gelukkig kunnen we Azië bij Leen en Dirk toch nog afsluiten op een positieve noot! We trekken met onze bagage naar een nabijgelegen hostel waar we onze spullen veilig kunnen achterlaten en met één van hun scooters naar Villa Adinda kunnen cruisen! Villa Adinda (http://www.villa-adinda.com/) is het kleine paleisje van Leen en Dirk op een veilige afstand van de drukte van Kuta, middenin de rijstvelden én vlakbij mooie stranden! We hadden maanden geleden beloofd dat we zouden langskomen en eindelijk is het zover :) We drinken een colaatje bij hen op het terras en gaan dan iets eten op een nabijgelegen strand. Heel gezellig! En misschien zelfs niet voor de laatste keer want ongeveer wanneer wij aan de oostkust van Australië zijn, lopen zij daar ook ergens rond :) We scooteren terug naar Kuta, pikken onze rugzakken op en stoppen een taxi om ons naar de luchthaven te brengen. And karma throws us a bone: de taxichauffeur zet spontaan zijn meter op en is een supervriendelijke pee! Wanneer we uitstappen moet ik mezelf ervan weerhouden hem een knuffel te geven: onze laatste Balinees is ne goeie, jochei!

Een kleine zes uur later zitten Maarten en ik nagelbijtend vooraan in ons vliegtuig dat al met een halfuur vertraging is opgestegen uit Indonesië en in onze krappe overstaptijd nog een halfuur lang stilstaat vlak vóór de luchthaven van Kuala Lumpur. Karma neemt zijn bone terug, de gate voor onze vlucht van KL naar Adelaide ligt ook nog eens aan de andere kant van de luchthaven. We crossen ons de benen vanonder ons lijf en hebben geluk dat het middernacht is, de luchthaven is leeg en we kunnen pijlsnel door alle controles. Zo net op tijd zijn we nog nooit geweest, de vlucht taxiet de baan af zodra wij twee neerzitten. Fieuw! Een nachtvlucht later landen we in ons voorlaatste land voor het laatste deel van onze trip: Australië! Het stralende gezicht van Margit staat ons 's ochtends in de aankomsthal van Adelaide op te wachten: zo blij om hier te zijn! Mijn rugzak is niet meegekomen maar we zijn allang blij dat we zelf onze vlucht niet gemist hebben :)



What is up in Oz? Arbeiten! Meer daarover een volgende keer :)

2 Comments

Indonesië deel 2: Idul Fitri-drukte omzeilen, couchsurfen in Yogya en volcano-hopping op Java!

9/13/2014

2 Comments

 
Picture
Deel 2 van Maarten en Diew in Indonesië!


Op onze laatste dag Jakarta boeken we - na uitsluiting van een aantal bestemmingen wegens post-suikerfeest-vakantietripjes van Javanen - ons treinticket naar Bandung! We bemachtigen nog 2 zitjes tot een station 10 minuutjes verder, dan kunnen we vandaar nog zien hoe we tot onze uiteindelijke bestemming geraken. Met de trein van Jakarta op het noordwestelijke puntje van Java naar Bandung in het binnenland duurt maar een drietal uur. We moeten anderhalf uur wachten op de connectie van ons station naar Bandung zelf maar dat is niet erg, dan slurpen we een baksootje als lunch – waarbij we politiebegeleiding krijgen voor de 1-minuut durende wandeling van de wachtzaal tot de baksomadam – terwijl we met een nummertje (!) onze beurt afwachten aan het loket om ons ticket verder naar Yogyakarta te kopen. De rij vordert tergend langzaam en slechts 10 minuten voor onze aansluiting vertrekt zijn we maar aan de beurt: fieuw! Bandung is omwille van het suikerfeest (dat hier een week duurt) net als Jakarta oersaai en we voeren er niet veel uit. Er is een vulkaan in de buurt die ons zou kunnen bezig houden maar we hebben een beetje travelblues en eigenlijk helemaal geen zín om die vulkaan op te gaan. Hij zou niet meer zijn dan dat: bezigheidstherapie. Dan maar niet en onze tijd nuttig besteden aan een goede chillplaats zoeken op Bali! Ons weekje rust op de Filipijnen heeft onze batterijtjes weer opgeladen maar blijkbaar niet genoeg om opnieuw aan een hardcore tempo door te gaan tot Australië. Dus we lassen nog een rustpauze in!

Next stop: Yogyakarta! De treinrit van Bandung naar Yogya duurt 8 uur maar dat is niet erg want de omgeving is praaaaaachtig mooi! We passeren massa's rijstvelden (jullie worden het misschien beu van dit te horen maar het blíjft echt mooi!) en rijstterrassen in verschillende stadia van aanbouw en kleine dorpjes met nette huisjes bedekt met rode dakpannen; lang geleden dat het nog eens geen golfplaten daken zijn! In Yogya hebben we een couchsurfhost gevonden en wanneer we aankomen staan Nuge en Finan ons al op te wachten! Na alle traditioneel geklede Indonesiërs die we tot nu toe gezien hebben tonen deze 2 hippe vogels ons een heel andere kant van het land: the funky side! Finan is een vintage lady vol schattige, kleine tattoo's en Nuge ziet er oldskool stoer uit met een leren jekker aan, een flinke snor en greased hairdo :) Yogya is een studentenstad en Nuge en Finan wonen dan ook uit het centrum vlakbij hun faculteiten. Ze hebben een extra motor bij en we cruisen samen toch wel een dik halfuur door het megadrukke verkeer (nog een tikkie drukker dan gewoonlijk door de feestweek) gepakt en gezakt tot aan hun thuis. Wij krijgen de kamer van Nuge, minimal-style en arty aangekleed, en Nuge slaapt aan de overkant van de straat bij Finan zolang we daar zijn. Ze wonen er nog maar net en dat is er aan te zien, de living is helemaal léég op hun 2 honden na :) Maar veel tijd spenderen we er niet want het zijn best drukke dagen in Yogya! De eerste avond nemen ze ons mee naar een viewpointcafeetje op een uur rijden, waar we bij een kokosnoot de zon zien ondergaan boven Yogya en daarna in de verte de lichtjes van de stad zien fonkelen in het donker. We gaan in een vintage-chic warung traditioneel Javaans eten en iets te laat slapen voor wat volgt: de volgende dag staan we namelijk al om 3u30 op om de zonsopgang boven Borobudur en de Merapivulkaan te vangen! We missen het begin omdat onderweg Nuge's band lek springt. Op zich zou het snel gefixt geweest moeten zijn want de band knapt net vóór een kleine motoshop. Ware het niet dat de eigenaar van de motoshop de meest vastslapende en traagst werkende mecanicien OOIT is... Finan is samen met de mecanicien's echtgenote 20 minuten bezig om hem wakker te porren en te roepen: niet normaal! Wanneer hij dan eindelijk bij bewustzijn komt beweegt hij zó traag dat ik even vrees dat hij opnieuw in slaap gaat vallen terwijl hij de vijzen van het wiel losdraait... On the bright side: als je het zelfs halfslapend kan moet je wel een héél goeie mecanicien zijn :) Aangekomen bij het viewpoint zijn we duidelijk níet alleen, maar zelfs samen met honderden andere wegflitsende toeristen is het nog steeds een indrukwekkend zicht! De bovenste terrassen van Borobudur zijn nét zichtbaar boven een melkwitte mist die langzaam door het omringende bos vloeit terwijl het ochtendlijke zachte blauw van de hemel plaats ruimt voor het felle licht van de zon die langzaam vanachter de Merapivulkaan verschijnt. Op naar het monument zelf! Maarten en ik moeten naar een aparte ingang voor buitenlanders: keibelachelijk... Ons ticket is ook 10 (!) keer zo duur mààr we krijgen wél een welkomstkoffietje erbij. Dat dan weer wel :) Desondanks blijft het idioot veel geld dus hebben we onze studentenkaarten nog eens bovengehaald. Het moet zijn dat we nog niet zoveel rimpels hebben 'cause it works like a charm :) Aangekomen bij Borobudur lopen we van niveau naar niveau en bewonderen we de reliëfs die op de etages zijn aangebracht. Helemaal bovenaan staan 72 stoepa's met telkens een boeddhabeeld in. Heel mooi! Gezien de post-ramadan nationale feestweek is het wel drukker dan druk op het monument, beetje jammer maar ja, shit happens! Op naar trekpleister n°2: Prambanan! Waarheen onderweg deze keer ónze band lek rijdt... Opnieuw vlak vóór een mecanicien :) Deze keer is het klusje gelukkig op 5 minuutjes gepiept en kunnen we verder cruisen van boeddhistisch monument naar hindoemonument. Het tempelcomplex was oorspronkelijk heel groot, met 224 minitempels rondom de 3 hoofdtempels gewijd aan Shiva, Vishnoe en Brahma maar het zijn enkel die laatste die gereconstrueerd werden. Samenvatting: mooi, heel druk en schitterende reliëfs op de wanden van de tempels! Wanneer wij daar buiten komen lopen, arriveren heel toevallig Amparo en Shawn, reizende broer en zus uit Nederland die ook al in ons hostal in Bandung zaten. Leuk tweetal dus we spreken de volgende dag af om samen iets te gaan eten en drinken! We zijn ondertussen 12u wakker en de dag is nog lang niet om maar we zijn wel uitgetempeld voor vandaag :) Tijd voor koffie en koekjes in een favo-stekje van Finan en Nuge en dan verder naar hoofdstraat Jalan Malioboro waar het stikt van de batikwinkeltjes en het een drukte is van jewelste! We zetten ons tegenover het Nederlandse Fort Vredeburg op een bankje met een ijsthee om de gezellige sfeer vanop een afstandje op te snuiven :) Wanneer de zon onder is snacken we bij Finan en Nuge's favoriete loempiastalletje waar we 3 kwartier moeten wachten tot onze loempia's klaar zijn: the secret is out but it was worth the wait! En dan verder naar Nuge's favoriete bar voor wat Indonesische pintjes - niet slecht dixit Maarten - en een wijntje waarover Maarten gelijk heeft wanneer ie zegt dat als ik die boecht drink, ik wil héél desperate moet zijn voor een wijntje. Yup. I am.

De volgende dag slapen we uit tot 9u en gaan we Yogya verkennen: bezoekje aan het Kraton, het paleis van de Sultan dat niet zoveel voorstelt, bezoekje aan het Waterpaleis wat niet zoveel voorstelt, op zoek naar een ondergrondse moskee die wel cool is en wandelingetjes door de kampoengs (beetje grote beluikjes zoals bij ons) die heel gezellig zijn! Iets voor we afgesproken hebben met Amparo en Shawn komen we ze opnieuw toevallig tegen bij het Kraton dus we vertrekken meteen naar,... Via Via! Oh ja, die heb je hier ook :) En het eten is even lekker en de setting even gezellig als in Leuven! Lekkere sapjes, lekker eten, fijne avond met veel getater: ik heb een match gevonden in Amparo :) Het is toevallig ook Shawn's verjaardag, hij wordt 35 maar lijkt geen dag ouder dan 25 en Amparo heeft ook al zo'n goeie genen: talk about smooth skin! En vrijgevig ook nog want omdat het zijn verjaardag is trakteert hij de heleboel: supersympa!

De volgende dag is het tijd om te vertrekken, de treinen zijn nog altijd overboekt dus we beslissen om al een uurtje verder door te sporen tot Solo, dan zien we weer wat anders, en vandaar de volgende dag een bus verder te nemen richting de Bromovulkaan. Nuge en Finan zetten ons af aan het station en bedenken daar aangekomen dat ze eigenlijk zelf ook de Bromovulkaan nog niet hebben gezien. Aangezien ze vakantie hebben beslissen ze ons de volgende dag achterna te reizen.
Maar onze logistiek regelen in Solo gaat niet zo makkelijk als we gedacht hadden... We worden in het busstation 2u lang van het kastje naar de muur gestuurd omtrent de bus naar Probolingo: niemand weet zeker of er vanuit Solo een bus daarheen vertrekt en zo ja hoe laat. We spenderen nog eens 3u aan een zoektocht naar een travel agent die ons eventueel zou kunnen verder helpen maar alles is toe omwille van de nationale feestweek en ook in de talrijke hotels/hostals/guesthouses weet niemand van iets. Raar.

De volgende dag gaan we dan maar op goed geluk naar het busstation om een bus te nemen die alvast vaagweg in de juiste richting gaat, Surabaya it is! Nuge en Finan hebben ons via facebook laten weten dat vanuit Yogya het transport naar Bromo allemaal volboekt is dùs ze gaan met de motor de rit van 10u afleggen: hardcore! Wij doen 11u over 3 overstappen met 2 bussen en 1 minibus en veel discussie over de prijs om tot onze eindbestemming te geraken. We arriveren daar samen met de Zwitserse Alessia, Duitse Lucas, Russische Anastasia en Indonesische Ibeng en onderhandelen samen de woekerprijzen voor de extreem spartaanse homestaykamers naar beneden. Naast het enorme gedoe over het transport en slaapplaats kost het ook nog belàchelijk veel geld om naar Bromo zelf te gaan, de prijs werd sinds deze zomer vertienvoudigd (!) voor buitenlandse toeristen! We vinden het niet erg om hoge toegangsgelden te betalen als dat dient om lokale gemeenschappen te steunen of nationale parken schoon te houden maar hier gaan die 15 euro per direct naar de regering en dat is gewoon absurd. Dus hebben we een plan om dat te omzeilen :) We moeten morgen zoeken naar een weinig bezochte viewpoint en daarna naar een nauwelijks gebruikte shortcut richting Bromo zelf. Het is intussen ook 23u geworden en Nuge en Finan zijn nog altijd niet gearriveerd, hun GPS heeft hen verkeerd gestuurd. We hebben voor hen alvast een kamer gereserveerd en Maarten blijft tot 0u30 op de toegangsweg naar het dorp op hen wachten om hen de weg te tonen naar onze homestay. Om 3u30 gaat de wekker alweer en anderhalfuur later zien team Europa & Rusland een wollige, melkwitte mist over de zandvlakte rond Bromo vloeien terwijl de zon langzaam vanachter de bergen verschijnt. Het zicht is werkelijk schitterend, net een maanlandschap zo bar en verlaten! Team Indonesië, de lichtjes uitgeputte Nuge & Finan en Ibeng (die met Anastia meereist) zijn op een lager gelegen viewpoint gebleven en we wandelen na de zonsopgang weer naar beneden om samen met hen een ontbijtje te vangen en verder te wandelen tot Bromo! We hebben al makkelijk de weg naar het viewpoint gevonden en vinden nu ook de shortcut vanuit het dorp recht over de zandvlakte tot de voet van de vulkaan. Maarten loopt achterop met Nuge, Finan en Ibeng en moet een pipo wegwimpelen die ons Indonesisch drietal een beetje begint te bedreigen omdat hij er vanuit gaat dat zij ons een 'illegale weg' zouden getoond hebben! Gelukkig houdt mijn held het hoofd koel, vist hij het paspoort van Ibeng uit de pipo zijn vingers (dat had Ibeng gewoon afgegeven!) en zegt dat ie het moet afbollen. We ain't got time for this shit :) Je kan langs een lange trap (yep, een trap,...) omhoog tot aan de krater en die ziet er exàct uit zoals ik me als kind altijd een vulkaankrater had voorgesteld :) Van bovenop heb je een mooi uitzicht op de zandvlakte en omgeving, heel cool! Rond de middag komen we terug in het dorp aan, gaat ieder z'n eigen weg en nemen we een tweede keer afscheid van Nuge en Finan! Zij hebben Java voor ons echt wel goedgemaakt. Als het voor anderen een tip kan zijn: niet in Java rondreizen na de Ramadan...

Maarten en ik reizen verder naar Bondowoso voor vulkaan n°2 op Java: Kawah Ijen! Het busritje is supermooi en we stijgen een heel stuk waarbij we langzaam een heuvel opklimmen door naaldbomen en loofbomen in prachtige herfstkleuren (?!) terwijl de zon ondergaat. We nemen van de busstop onze eerste fietsrickshaw in Indonesië naar het centrum van het stadje en vragen om ons af te zetten bij een goedkoop hostel. Groot is dan ook onze verbazing als de mannen ons binnen rijden bij een chique hotel waar de Mercedessen op de parking staan te blinken. Er zijn maar een handvol hotels in Bondowoso blijkbaar en ze verzekeren ons dat ze hier goedkope kamers hebben. En ze hebben nog gelijk ook! De prijzen gaan van 75 euro per nacht tot 10 euro per nacht :) We hebben de laatste paar dagen niet veel geslapen dus we liggen vrij onmiddellijk in een coma... De volgende dag gaan we op zoek naar transport naar de vulkaan, er rijden geen bussen naartoe. We vinden een Franse vrouw, Nathalie die samen met haar dochtertje van 8, Lilou, een auto met ons wil delen: super! Zij blijven nog langer in Bondowoso en behouden hun kamer dus we mogen onze rugzakken bij hen veilig wegzetten en om 00u komt onze 4x4 ons ophalen. Waar we dachten nog een uiltje te knappen tijdens de lange rit naar de voet van de vulkaan blijkt dat geen optie: de weg zit vol gaten! Na 2u heen en weer botsen zijn we er en zet onze chauffeur ons iets vóór de ingang af om ook hier een alternatieve ingang te vinden :) We zoeken ons met onze zaklampen half afgeschermd eerst een weg door de begroeiing en vinden effectief een pad maar dat splitst al gauw regelmatig op en enkele afsplitsingen lopen dood. Damn! We besluiten de rand van het bos dan maar te volgen waar je inderdaad een eind verder voorbij de ingang het hoofdpad op komt maar daar zit dan toch een controleur die (het is 2u 's nachts) zijn wazige hoofd net uit zijn tentje steekt wanneer wij daar passeren. Gelukkig komt er samen met ons net een groep Duitse meisjes met gids aan, waarvan de gids zegt dat de tickets vooraan al gecontroleerd werden. De man steekt zijn hoofd terug in zijn tent en wij zijn gratis mee binnen :) De weg gaat steil omhoog en er zijn al heel wat anderen veel vroeger op pad dan wij maar die lijken niet veel gewend te zijn, we steken zeker 100 mensen voorbij en zijn uiteindelijk nog bij de eersten om bij de kraterrand aan te komen. Het is pikdonker en de sterrenhemel ziet er prachtig uit! Boven aangekomen zijn we al helemaal blij met onze hoofdlamp want daar loop je op een smal pad waarbij je links de kraterwand steil de diepte in ziet verdwijnen: creepy! Na een tijdje komen we aan bij een bord “Danger, do not go down here!” waar iedereen naar beneden wandelt :) En waarom doen ze dat? Omdat je beneden in de krater van Kawah Ijen BLAUW VUUR kan zien! Echt megacool! Het is een zigzaggend steil en moeilijk pad vol losse en scherpe rotsen maar we geraken er, hoewel het zeker niet de bijzondere eenzame ervaring is waarover we gehoord hadden. The secret is out en samen met toch een stuk of vijftig anderen wandelen we in een lange rij in het pikdonker richting het blauwe schijnsel dat je van ver al ziet opvlammen. Beneden in de krater ligt een enorm meer waar zwavel wordt gewonnen. Zwavelmijners hebben dikke, keramieken pijpen de krater ingeduwd waaruit constant een dikke stroom vloeibare zwavel gulpt. De zwavel is vloeibaar omdat het vanuit de hete kern van de vulkaan komt en door die hitte ontstaat vervolgens een spontane ontbranding die een blauwe vlam geeft en zwaveldioxide doet ontstaan wat een heel sterk geurende en verstikkende damp creëert. De zwavel stroomt verder het meer in waar het afkoelt tot een dikke, heldergele koek en in die vorm door de mijnwerkers wordt geoogst en in rieten manden op hun rug naar boven wordt gebracht. 70 tot 90kg per keer dragen ze zo naar boven de krater uit en vervolgens de bergwand af waar het wordt gewogen en ze geld krijgen al naargelang hun lading. Het blauwe vuur beneden is spectaculair en supermooi, de zwaveldioxidedamp iets minder... Net wanneer we beneden aankomen draait de wind en walmt er een enorme gaswolk onze richting op. Het prikt ontzettend in je keel en het is onmogelijk om te ademen. Iedereen haast zich half verblind de kraterwand hoger op voor zuurstof en dan keert de wind weer en waait de wolk weg van ons het meer op. Fieuw! We blijven een tijdje staan kijken en gaan dan terug naar boven waar we om 4u ons een plekje zoeken op de kraterrand om te onbijten. Rijst met rundsvlees rendang in een bruin papieren puntzak, yum! :) Op weg naar boven hadden we het goed warm van de inspanning maar als je stilzit is het zelfs mét windstopper iiiiiijskoud door de gure wind! Zodra we ons ontbijtje op hebben wandelen we de rest van de kraterrand verder af en maken we een lange boog om het kratermeer. Wanneer je bijna aan het andere eind bent kan je nét de zon vanachter de bergen zien opkomen. Er is geen enkele beschutting daar en de wind giert nog altijd om ons heen. Er staat een ruïne van een klein gebouwtje waar we in gaan schuilen en waar de gidsen zich al rond een vuurtje verzameld hebben: zalig warm! Wanneer de lucht lichter begint te kleuren komen we vanuit onze schuilplaats om de zon door te wolken te zien breken, heel mooi! Het uitzicht op de krater met onderin het meer en achteraan nog 2 vulkanen verschuilt zich af en aan achter de wolken dus na een uurtje hebben we het wel gezien en vertrekken we! Hopelijk is onze auto op ons blijven wachten :) Onderweg op de kraterrand komen we Nathalie en Lilou weer tegen, wat een ongelooflijk flink kind! 8 jaar en zonder zeuren naar boven gelopen en ook de krater in en weer uit! We wandelen samen met hen weer naar beneden en passeren regelmatig kinderen van haar leeftijd die ofwel op de rug worden gedragen of wel quasi worden meegesleept omdat ze het beu zijn waar Lilou dan eens laconiek naar kijkt :) Heel veel mensen komen nu pas naar boven maar ze hebben sowieso het beste stuk gemist: het blauwe vuur was onwaarschijnlijk indrukwekkend! Samen met ons lopen ook een heleboel mijnwerkers naar beneden met grote rieten manden vol gifgele brokken zwavel en zien we de eerste mijners al weer opnieuw met lege manden naar boven komen. Elke dag werken in die irriterende zwaveldioxidedampen zonder gasmasker, hun gezondheid zal er niet op vooruit gaan en hun portefeuille voor die hele opoffering al evenmin.

Terug aangekomen in Bondowoso pikken we onze rugzakken op en stelt de man die ons geholpen heeft met de auto ons een alternatieve reisweg voor naar Bali, onze volgende bestemming. Ons plan was de bus te nemen tot Banyuwangi in het uiterste westen waar de ferry vertrekt naar Bali en in het havenstadje Gilimanuk op Bali een bus weer verder tot Denpasar, de hoofdstad. Hij stelt voor om de bus te nemen tot Situbondo waar zijn oom een eethuisje heeft. Daar passeert blijkbaar de bus die Jakarta met Denpasar verbindt en dus rechtstreeks doorrijdt. Dat is zowel goedkoper als directer dan te moeten wisselen van bus en apart de ferry te betalen. Prima voor ons. Hij schrijft een briefje aan zijn oom en legt uit waar we moeten afstappen en hoe we het eethuisje kunnen vinden. Aangekomen in Situbondo kent jammer genoeg niemand het eethuisje en vinden we het ook niet op de plaats die hij beschreven heeft. Er zijn veel zaakjes gesloten dus we vermoeden dat het eethuisje ook toe is. Naar goede gewoonte spreekt weer niemand Engels en panikeert ook iedereen die we in ons gebrekkige Bahasa Indonesia aanspreken. Toch wel een fenomeen beperkt tot Indonesië gek genoeg. Waar we in de rest van Azië met handen en voeten en enkele sleutelwoordjes in de plaatselijke taal ons altijd verstaanbaar kunnen maken (zélfs in tonische talen!) en mensen actief moeite doen om ons te begrijpen is hier de eerste reactie paniek en giechelen of paniek en weglopen en geraken we geen stap verder. Heel vreemd. We weten in welke straat de bus naar Denpasar passeert en vatten daar dan maar post om de bus te stoppen. We zien ze aankomen, Maarten staat klaar en...! De bus doet net op dat een inhaalmanoeuvre en rijdt ons knal voorbij. Er achter komen of er nóg een bus zal passeren is mission impossible dus we gaan dan maar naar de busterminal voor ons oorspronkelijke plan: in stukjes tot aan Denpasar. We zijn hiermee wel anderhalf uur kwijtgespeeld mààr we hebben geluk! De bus naar Banyuwangi staat klaar om te vertrekken! We hebben sinds 4u 's nachts niets meer gegeten maar hongerig en blij stappen we de bus op... Die vervolgens aan 20km per uur verder tuft. 80km is het maar tot aan de haven, maar we doen er 4u over. De bus is kapot. We brunchen dan maar op een pak koekjes tot in Banyuwangi en stappen op de eerste ferry die uit Java vertrekt. Toevallig zitten we op de ferry bij mensen die ook al in onze slowmo-bus zaten naar de haven en zij gaan ook naar Denpasar. Ze gebaren dat we met hen maar mee moeten komen voor de bus: yes please! We wandelen de haven uit voorbij een heleboel irritante touts tot aan de rammelbus die ons naar Denpasar gaat brengen. De busmannen proberen ons alsnog af te zetten: “Price is fifty thousand, you pay now, for gasoline!” Nee, jackass, nee. En dat was onze “welcome to Bali”: de meest toeristische bestemming van Azië!

Hoe het ons verder vergaat op Bali en Lombok leest u in een andere post, de goesting om te bloggen in Australië staat merkelijk op een lager pitje dan gewoonlijk :)



2 Comments

Verkoeling in de hoogvlaktes van Sumatra, prachtige vulkanische eilanden en een saai en leeggelopen Jakarta. Indonesië part 1!

8/14/2014

3 Comments

 
Picture
Indonesië: ons laatste Aziatische land op deze trip!!!! We blijven er ook meteen 7 weken en dat is nog altijd lang niet genoeg om het hele land te verkennen: met meer dan 17.000 eilanden is het de grootste archipel ter wereld. Over die 17.000 eilanden worden honderden verschillende talen gesproken: homogeen is geen woord waarmee je Indonesië kan beschrijven. Vóór de Nederlandse bezetting in de 19e eeuw waren de eilanden een samenraapsel van allerlei koninkrijken, sultanaten, prinsdommen en dorpjes van tot ongeveer eind onze middeleeuwen animisten, boeddhisten en hindoe's (onder invloed van India) en moslims (onder invloed van de Arabische handelaren) daarna. Tegenwoordig is Indonesië het grootste moslimland ter wereld en leeft bijna uitsluitend op Bali nog een hindoestane gemeenschap.

Gelijkaardig aan India en Maleisië waren achtereenvolgens de Portugezen en daarna de Nederlanders zeer geïnteresseerd om meer rechtstreekse toegang te verkrijgen tot de luxeproducten die door Arabische koopmannen vanuit Indonesië verhandeld werden: kruiden! Heel specifiek groeiden peper, nootmuskaat en kruidnagel oorspronkelijk zelfs alléén maar op een klein groepje (nu Indonesische) eilanden: de Molukken. De Portugezen arriveerden in de 16e eeuw maar waren niet erg invasief: het ging hun om de kruiden en daartoe onderhielden ze handelsrelaties met de bestaande heersers. In de 17e eeuw kwamen dan de Nederlanders onder de vlag van de 'Vereenigde Oost-Indische Compagnie' die wél langzaam maar zeker vanuit Java terrein veroverden om in begin 20e eeuw te kunnen concluderen dat ze de macht hadden verkregen over het hele land door op strategische wijze concurrerende lokale heersers militair te steunen en dan weer neer te drukken. Verdeel en heers!

Gedurende die drie en halve eeuw van Nederlands bewind werd de landbouw sterk uitgebreid en ontwikkeld en vooral peper, rubber en suiker werden belangrijke exportproducten. Het is moeilijk om een goed beeld te verkrijgen van hoe Indonesiërs tegenover deze periode staan. Langs de ene kant heb je bloedige oorlogen uitgevochten in Sumatra, concentratiekampen voor nationalisten in de jaren '20 op Papoea en arme Indonesische boeren die gedwongen werden om winstgewassen te kweken waar ze zelf nauwelijks iets aan over hielden. Bovendien zorgde dit er voor dat er hongersnood uitbrak omdat er zo minder rijst werd verbouwd. Langs de andere kant spreken oudere Indonesiërs je met veel trots in het Nederlands aan als ze horen dat je van België bent, komen er nog steeds horden Nederlanders hier op vakantie en wordt Nederland door sommigen nostalgisch 'hun oma' genoemd en willen veel Indonesiërs Nederland zeker ooit gaan bezoeken. De musea hier zijn (met uitzondering van het nationale museum in Jakarta) ongelooflijk slecht: meestal is het niet meer dan een hoopje samengegooid in uitstalkasten met enkel Indonesische verduidelijking erbij. Los van wat we lezen in onze reisgids en horen van Indonesiërs zelf worden we dus niet veel wijzer van hun geschiedenis. Jammer!

De Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook de periode daar vlak na ging er nog vuiler aan toe dan in de rest van Azië. Tijdens de bezetting werden Nederlanders die in Indonesië woonden in mensonterende omstandigheden opgesloten in kampen, duizenden Indonesiërs werden geëxecuteerd en wanbeleid leidde tot hongersnood waardoor miljoenen mensen stierven. De Indonesische onafhankelijkheidskoorts werd door de Japanners aangewakkerd waardoor er na de oorlog voor de Indonesiërs geen sprake meer van was om terug te keren naar de status quo als kolonie van Nederland en eind 1949 verkreeg Indonesië onder druk van de Verenigde Naties de onafhankelijkheid.

Net als in alle andere Aziatische landen brak daarna een periode van onrust uit met veel corruptie, economische turbulentie en extremisme met alle gevolgen van dien. Conflicten tussen communisten, het leger, radicale moslims, etnische minderheden etc. leidde tot een reeks coups en gewelddadige confrontaties (zowel intern als ook gekeerd tegen Maleisië) en na de moord op 6 generaals in 1965 (het is nog altijd niet duidelijk wie het brein hierachter was) werden over het hele land naar schatting een miljoen mensen – vooral vermeende communisten en Chinezen - vermoord die ervan verdacht werden achter dit 'complot' te zitten. In de weliswaar politiek stabiele 33 jaar die hierop volgden werd het land ultrastrak bestuurd door generaal Soeharto maar corruptie tierde welig en de oppositie werd volledig onderdrukt. Indonesië werd hard getroffen door de Aziatische financiële crisis eind jaren negentig en na grootschalige protesten trad Soeharto uiteindelijk af. Oost-Timor verkreeg onafhankelijkheid rond die tijd en er werd een 'reformasi' aangekondigd om uiteindelijk te moeten leiden tot een democratischer politiek toneel... dat er jammer genoeg nog altijd niet is. Alle Indonesiërs met wie we spreken hebben het over de ontzettende corruptie in het land op elk niveau van hoog tot laag en of ze in juli nu voor of tegen de net verkozen president Joko Widodo hebben gestemd: iedereen wil van de corruptie af maar niemand verwacht dat dit echt mogelijk zal zijn. Het land heeft onzettend veel grondstoffen maar de bevolking wordt er alvast niet rijker van: meer dan de helft leeft van slechts 2 euro per dag. Sociale onrust en sektarisch geweld blijven de kop opsteken. Gaat het onverdeeld goed met Indonesië? Nee dus. Maar na 11 maanden Azië lijkt dat zowat de status quo te zijn van haast elk land op onze doortocht.

Net als de Filipijnen ligt Indonesië op een breuklijn van aardplaten wat ervoor zorgt dat er een keten van vulkanen doorheen de gehele archipel loopt en het land regelmatig wordt getroffen door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en overstromingen door vloedgolven. Dat hoge aantal vulkanen zorgt natuurlijk ook voor een heel vruchtbare bodem en in combinatie met veel zon en veel regen wil dat zeggen dat het land er toch in slaagt om voor zijn enorme bevolking (meer dan 250 miljoen waarmee ze enkel China, India en de VS moeten laten voorgaan!) op zo'n 'kleine' oppervlakte in voedsel te voorzien. Na Brazilië heeft het de grootste biodiversiteit en het meeste regenwoud ter wereld maar dat verdwijnt jammer genoeg ook in een even snel tempo als daar. Indonesië is ook ontzéttend vuil: er is geen enkel benul van de gevolgen van vervuiling en overal dwarrelt plastic en andere rotzooi rond. Meer dan elders wordt alles gewoon op straat gegooid, ontzettend jammer in zo'n mooi land. Want prachtig is het wel; met een combinatie van heldergroene rijstterrassen en tropisch regenwoud om dan weer over te gaan in gebieden met een keten aan vulkanen en hooggebergte met herfstige dennenbossen,...

Na 4 dagen genieten van het moderne Kuala Lumpur vliegen we op 14 juli naar Sumatra. Sumatra: hoe heerlijk exotisch klinkt dit eiland me al jaren in de oren! Onverwacht is enkel het noorden van Sumatra interessant – of zelfs mogelijk – om in rond te reizen. Zoals ik al zei: Indonesië is gróót, dus we beperken ons in Sumatra tot het noordwesten. We vliegen naar Medan: de grootste stad van Sumatra en één van de lelijkste en meest mistroostige die we tot nog toe hebben gezien. We vinden makkelijk onze weg van de luchthaven naar het centrum maar onze kamer stinkt alsof er een zwavelzuur zwetende tientonner in heeft liggen vergaan en het is bloedheet, de airco werkt niet. Om onszelf te troosten besluiten we naar McDonalds te gaan. Af en toe heb je zin om ergens te gaan eten waarvan je wéét wat je op je bord gaat krijgen. Jammer maar helaas: er is geen coke zero of light (ik besef dat dit een ironische frisdrankkeuze is gezien ik samen met die coke zero ook een caloriebom ga verorberen maar hey, alle beetjes helpen, ook bij frietjes!), onze hamburgers zien zwart, de broodjes zijn hard en onze frietjes zijn slap en koud. Niet dat we bij Mickey D. kwaliteitscuisine verwachten, maar dit is zelfs voor de grote M. toch wel extreem teleurstellend. Het feit dat McDonalds geen suikerloze frisdrank verkoopt blijkt een voorbode voor de rest van Indonesië: het zijn ongelooflijke zoetekauwen! 'Light' is hier haast onvindbaar, je kan hier in tegendeel zelfs aardbeifanta (een andere soort hebben ze hier niet) met gecondenseerde melk bestellen. We kid you not.

De volgende dag vluchten we naar Berastagi, een stadje op 1400m hoogte temidden van een plateau waarop de 'Karo' wonen, één van de vele Indonesische bevolkingsgroepen hier op Sumatra. Het is weer zo'n lekkere rammelbus, zoals we al even niet meer gezien hebben, waar iedereen ons vol verwondering aanstaart. Alles wat we doen is aanleiding tot grote hilariteit, zeker tijdens het tanken gauw de straat oversteken om wat ramboetan te kopen voor onderweg en heel letterlijk teruggetoeterd worden door de chauffeur! Iedereen is supervriendelijk, wat het geval is over héél Indonesië zoals we daarna zullen merken. Iets minder leuk is dat het weer overal discussie is over de prijs. Onze strategie is altijd om aan verschillende mensen, niet gerelateerd aan de aankoop/vervoer die we dadelijk gaan doen/nemen, de correcte prijs te vragen zodat we ook zeker niet te weinig betalen want dat zou wel genant zijn... We betalen dan gepast en meestal is dat voldoende om discussie te vermijden. Niet hier, waar de verkoper/collecteman in de bus ons er nog altijd van probeert te overtuigen dat de prijs eigenlijk hoger is. We lachen dan schaapachtig en voor de niet-geharde probeerders is dat wel genoeg maar op meer toeristische plaatsen volgt er dan alsnog een hele discussie, wat best veel energie kost.

Samenvatting van Berastagi: heerlijk koel en levendig stadje met de beste chocoladepannenkoeken ter wereld op de markt voor 30 eurocent, boeiend museum dat meer info biedt over de Karobevolking die hier woont en vertrekplaats voor onze eerste Indonesische vulkaan!

In het tourist information office krijgen we een lijst voorgeschoteld van alle mensen die vermist zijn of dood werden teruggevonden nadat ze probeerden die vulkaan in hun uppie te beklimmen maar we vermoeden dat ze ons vooral een dure gids willen verkopen en zijn sowieso niet van plan om van het pad af te wijken dus besluiten het er toch op te wagen! Online vinden we allerlei beschrijvingen van hoe het pad eruit ziet en meer details over de kruispunten en we krijgen gezelschap van Ross (Schots) en Sandra (Iers) en Mike (Oekraïense Canadees) en Yen (Chinees) zodat we toch al niet alleen zouden verdwijnen :) Het pad blijkt uiteindelijk echt megamakkelijk te vinden (hoe zijn die mensen toch allemaal verdwenen?) en op 2,5u zijn we boven. Stinkende walmen zwavel komen ons tegemoet vanuit fluogele sissende geisers: cool! We nemen een alternatief pad naar beneden aan de andere kant van de vulkaan dat uitkomt bij warmwaterbaden. Er zouden 'trappen' moeten zijn waarvan we de resten pas na een kwartiertje vinden maar die we wel min of meer kunnen volgen tot beneden. Het hete water in de warmwaterbaden is heerlijk ontspannend na zo'n dagje wandelen en na anderhalf uur weken douchen we met ijskoud water de zwavelstank van ons af :) We vangen een minibus terug waar we ons met zes moeten proppen langs een honderdtal kolen en grote zakken rode pepertjes: fijne dag!

Next stop: Samosir! Een (stiekem schier)eiland temidden van het vulkanische meer 'Lake Toba'. De rit is prachtig, het is heerlijk om weer door berglandschap te rijden! Zonder zever, naast Koh Rong Samloem is Samosir het mooiste eiland dat we op onze reis al hebben gezien! Buiten het feit dat de temperatuur hier die van een perfecte, West-Europese zomerdag is, is het landschap werkelijk schitterend! Rijstvelden in alle mogelijke stadia van aanbouw, mooie huisjes opgefleurd met felgekleurde bloemen, honderden waterbuffels met spierwitte kraanvogels eromheen om de vervelende vliegen rond hen weg te pikken, kunstwerkjes van traditionele houten huizen bewerkt met gedetailleerde, uitgesneden patronen; gigantische, rijkelijk versierde familiegraven waarvoor met plezier kostbare landbouwgrond wordt opgeofferd, kinderen die van school komen en ons vrolijk toewuiven, prachtige vergezichten op het meer en de bergen rondom vanop de heuvels midden op het eiland; koele, fris geurende dennenbossen en wegen omzoomd met massa's varenstruiken,... De foto's die we genomen hebben doen geen recht aan de schoonheid die we met onze eigen ogen hebben gezien tijdens een fantastisch tripje met de motor om het eiland heen. Voor kleinere afstanden huren we ook fietsen en bezoeken we een museum over de plaatselijke Batakcultuur en gaan we koningsgraven bezichtigen. Verder doen we hier niet veel: lekker eten in telkens hetzelfde restaurantje (het eten in Indonesië is niet zo heerlijk als alle Nederlanders ons hebben doen geloven. We hadden Diego in Nepal moeten vertrouwen: “It's only good if you're a big fan of fried stuff and peanutsauce.” Note to self: geen culinair advies aannemen van mensen die kroketten eten uit de muur. No offence to alle Nederlanders we know and love :)) en in een lekker niet-heet zonnetje liggen in een niet-vochtig klimaat!

Sneller dan verwacht moeten we Samosir jammer genoeg achter ons laten. De Ramadan loopt op z'n einde en moslims boeken massaal transport vol om zich te verplaatsen naar hun familie en samen het suikerfeest te kunnen vieren. Maarten slaagt er nog net in de laatste 2 zitjes op de nachtbus naar Bukittinggi te bemachtigen van de komende 10 dagen (!), maar dan moeten we wel al na 4 dagen Samosir vertrekken. So be it! Op onze laatste dag nemen we de ferry naar Parapat op het vasteland en wachten daar op onze nachtbus, die om 21u zou vertrekken. We eten iets onder de loeiende lachtape, toinks en misverstanden van de indonesische FC De Kampioenen en om 22u30 komt de bus dan toch aangebold. We zitten op de achterbank met 6 waar er maar plaats is voor 4 en vóór ons worden nog 2 plastic krukjes gepropt waar 2 indonische jongens er op magische wijze in slagen de hele nacht heen en weer te knikkebollen. Op minder magische wijze knikkebolt ook Maarten's buurman 12 uur lang hardhandig tegen zijn schouder. Ik ben er vrij zeker van dat Maarten hem op zijn beurt hersenschade heeft bezorgd door met zijn schouder diens hoofd telkens weer rechtop te katapulteren maar dan moet het ergste kwaad toch geschied zijn bij de eerste tegenaanval want wakker wordt ie er niet van. We nemen de Trans-Sumatran Highway. De Trans-Sumatran 'Highway'. Geen enkele weg op deze aardbol heeft ooit een minder passende benaming gekregen dan het in-reeds-lang-vervlogen-tijden-ooit-verhard-geweest kutpaadje dat ons met meer haarspeldbochten dan ik kan tellen en meer gaten dan asfalt de ganse nacht geen seconde vast op onze toegewezen 20 cm stoel laat zitten. Top 5 worst busrides ever? Check! Om 11u de volgende ochtend arriveren we meer dood dan levend in Bukittinggi waar we er meteen werk van maken om een vlucht te boeken van Sumatra naar Java. Je kan ook met de bus maar dan neem je diezelfde 'highway' 35u lang rechtstreeks tot in Jakarta. We don't think so...

Bukittinggi ligt ongeveer halfweg het eiland in het westen van Sumatra op 930m hoogte dus het is ook hier koel, heerlijk! Onze eerste dag dwalen we wat rond door het best gezellige stadje, gaan we naar een oud Hollands fort kijken en krijgen we daarbij meteen ook toegang tot de 'zoo'. Meteen de meest zielige zoo die we ooit hebben gezien... De dieren zijn onverzorgd, zitten in véél te kleine ruimtes en zien er echt getraumatiséérd uit!!!! Heen en weer wiegen, doffe ogen: heel triest!!! Van dat kleine wandelingetje zijn we meteen helemaal kapot na zo'n busnacht dus we gaan een dutje doen en worden in de vroege avond gewekt door de muezzin van de moskee vlakbij ons hostel. Etenstijd! Waar we dachten last te ondervinden van de Ramadan is het eigenlijk alleen nog maar positief geweest: in Maleisië vonden we overal Ramadanbazaars waar je heerlijke local food kan kopen en in je hostal opsmullen (weg van de ogen van vastende moslims) en hier op Sumatra vind je die ofwel ook, ofwel zijn er zoveel Christenen en Chinezen dat je toch altijd wel een open restaurantje kan vinden. Omdat iedereen zo blij is dat ze eindelijk mogen eten is het altijd een heel gezellige bedoening in het centrum vol families en groepjes vrienden die samen ergens zitten te smullen. We doen ook een paar tripjes in de omgeving: een wandelingetje om de nabijgelegen canyon over te steken en de omliggende dorpjes wat te verkennen, een motor huren om wat rond te cruisen en een wandeling naar het nabijgelegen en prachtige Maninjaumeer! We nemen de bus tot een viewpoint aan de kraterrand en hiken dan tot beneden aan het vulkanische meer door een mooi bos waar we toevallig een troep zeldzame apen betrappen die zitten te snoepen in de talloze durianbomen. Maarten vindt een ongeopend exemplaar op de grond dat we meenemen naar het dorpje waar we door 'de mannen van de rijstmolen' met de machete worden geholpen om de pijnlijk stekelige vrucht te openen. Jammer genoeg is ie nog niet rijp maar geen nood, we krijgen 2 rijpe exemplaren van onze macheteman die het ons met veel plezier ziet opsmullen, en deze soort stinkt niet eens zo hard! Eenmaal in het dorp aangekomen hebben we er meteen spijt van dat we onze spullen hebben achtergelaten in het hostel omdat we bij het meer met plezier een paar daagjes waren gebleven,... Zo mooi!

Ons meest memorabele wapenfeit in Bukittinggi blijft echter toch Maarten's – en dan ook mijn – ontmoeting met Muslidar. “Ik ga eventjes fruit kopen op de markt”, zei ie. En bijna 2u later zie ik opeens een mailtje in mijn inbox van een onbekend adres. Onderwerp: “Hey dude, ik ben ok!”. Onderweg naar de markt werd Maarten namelijk aangesproken door een zeventigjarige dame die hoogdringend een mail met attachment moest versturen maar daar toch maar niet in slaagde. Of hij haar niet even wilde helpen. Geen probleem natuurlijk! Met Maarten in een paardenkar en zij op haar scooter zetten ze koers naar haar huis net buiten de stad alwaar Maarten met een passievruchtsapje achter haar pc werd geplaceerd terwijl Muslidar even in de moskee ging bidden. Dat attachment kwam natuurlijk in orde, en als dank werden we uitgenodigd om bij haar die avond de vasten te breken. Ze kwam nog even mee naar het centrum om mij te ontmoeten en enkele uren later klopten we met ramadankoekjes van de Chinese bakker aan bij haar huis. We krijgen chirimoyasap voorgeschoteld (in het nederlands heet die vrucht 'zuurzak' maar dat doet linguïstisch geen recht aan hoe lekker het is...) terwijl ze opnieuw even verdwijnt naar de moskee maar daarna zet ze zich bij ons voor het avondeten, wel pas na een rondleiding in haar huis (waar ze een homestay van wil maken) en haar tuin vol fruitbomen, waar we een grote zak passievruchten van meekrijgen. Ze heeft rundsvlees 'rendang' klaargemaakt: suuuuuuuperlekker lokaal 'Padang' gerechtje wat we nog regelmatig opzoeken in de rest van Indonesië! Het vlees wordt 3 dagen (!) lang gaargestoofd tot een droge curry van look, witte ui en sjalotjes, kokosmelk en met een mengsel van kurkuma, steranijs, kardemompeulen, kruidnagel, gember, komijn, korianderzaadjes en galangalwortel op smaak wordt gebracht. Do try this at home :) Enfin, het was heerlijk en de avond gezellig want Muslidar kan uuuuren vertellen over haar onwaarschijnlijke leven van lerares Engels hier op Sumatra met tripjes naar het parlement om corruptie in het onderwijs aan te klagen; tot 10 jaar reizen door Europa deels bekostigd door Rotary (“I still can't believe it myself that I managed to get them pay for it.”), deels gratis door te verblijven bij allerlei mensen die ze hier en daar heeft leren kennen en uitweidingen over haar geloof, haar land en het leven in het algemeen. “You should know that this is not very normal for an Indonesian muslim woman.” zegt ze op een bepaald moment. Er is geen greintje 'gewoon' aan de vrouw die voor ons levendig zit te vertellen en hartelijk overal om moet lachen. En maar goed ook.

Bukittinggi is meteen onze laatste bestemming op Sumatra, van daar nemen we een shared taxi naar Padang voor onze vlucht naar Jakarta waar we vlak voor het suikerfeest aankomen, dat hier 'Idul Fitri' heet. Jakarta heeft de reputatie een ontzettend vervuilde en drukke stad te zijn met legendarische verkeersopstoppingen die urenlang kunnen duren en de stad omhullen in een dikke laag smog. Idul Fitri zorgt echter voor een onwaarschijnlijke semi-post-apocalyptische verlatenheid wanneer 7 van de 9 miljoen inwoners de stad uit trekken weer naar huis om met hun familie het suikerfeest te kunnen vieren. De exodus is zo enorm dat het fenomeen rond het sowieso al circulair geplaagde Jakarta een aparte naam heeft gekregen: 'mudik'. Hele nieuwsuitzendingen worden eraan gewijd, waar je beelden ziet van eindeloze rijen auto's die urenlang in de file staan. En met urenlang wil ik hier even de nadruk leggen op het extreme meervoud hiervan: reistijden worden soms meer dan verdubbeld... Waar wij voor de meeste van onze verplaatsingen op Java nog treintickets te pakken krijgen horen we van meerdere toeristen dat ze 12u ipv 6u en zelfs 30u ipv 12u onderweg zijn geweest van punt A naar B in de dagen rondom Idul Fitri!

Gelukkig zijn er geen opstoppingen als je naar Jakarta toe vliegt in plaats van er vandaan :) We arriveren netjes op tijd, vinden snel een bus naar het centrum en die passeert zelfs ons hotel zodat we door onze lieve 'buschauffeuse' netjes voor de deur worden afgezet: olé! De dag erop word ik jammer genoeg wakker met griep... Ik voel me echt niet in staat om een hele dag vrolijk rond te gaan banjeren in Jakarta dus blijf lekker uitzieken in het hotel terwijl Maarten de stad in trekt, waar niet veel bijzonders aan is vertelt hij me bij terugkomst. Dat kan ik bevestigen wanneer ik me de volgende dag toch buiten waag. Rond het nationale monument, een enorme obelisk (met de onkarakteristiek dirty bijnaam 'Soekarno's laatste erectie') genieten we samen met een heleboel Indonesische gezinnen van het heerlijke kermissfeertje. Als ware 'celebrities' moeten we een twintigtal keer op de foto, één keer worden we zelfs beloond met een doos koekjes :) Alles is ook gesloten dus de dagen die we in Jakarta doorbrengen zit er niets anders op dan instant noedels en hamburgers te eten want bij nadere inspectie van de paar straatstalletjes die we in de omgeving van ons hotel vinden is fast food nog altijd gezonder dan de mie goreng à la salmonella die we daar terugvinden. Slapen doen we ook al niet want Idul Fitri betekent ook onafgebroken gezang van de meerdere muezzins in de omgeving, al dan niet in duosono met een kleuterstemmetje dat regelmatig ei zo na in slaap valt waardoor zijn 'Allahu akbar' niet zo enthousiast meer klinkt. Zouden ze in dat geval telkens een vervangkleuter hebben klaar staan om in te springen? We wonder...

We willen verder reizen na afloop van het suikerfeest maar door de enorme post-Ramadan volksverhuizing zijn onze opties eerder beperkt. De volgende 7 dagen zijn nationale feestweek dus niet alleen gaat iedereen zijn familie bezoeken, ze knopen er ook nog een reisje aan vast. Bogor en Pangandaran verdwijnen zo al van ons lijstje dus trekken we naar Bandung. Gelukkig geen grote trekpleister maar alvast verder richting Yogyakarta, our next stop waar we gaan couchsurfen!


De rest van onze avonturen in Indonesië zijn voor een volgende keer, vanuit Adelaide :)


3 Comments
<<Previous

    Author

    "Reminds me of my safari in Africa. Somebody forgot the corkscrew and for several days we had to live on nothing but food and water."

    Archives

    February 2015
    January 2015
    December 2014
    November 2014
    October 2014
    September 2014
    August 2014
    July 2014
    June 2014
    May 2014
    April 2014
    March 2014
    February 2014
    January 2014
    December 2013
    November 2013
    October 2013
    September 2013

    Categories

    All

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.