Terug in Maleisië blijven we maar net 24u in Kuala Lumpur. Lang genoeg om nog es af te spreken met Jan (die onze rugzak nog steeds bijhoudt) en zijn vrouw én met Leila (vroegere sportmaatje) en haar vriend Yanis die héél toevallig ook Jan kennen en bij hem logeren in KL tijdens hun rondreis in Maleisië! We gaan samen iets eten, heel gezellig! En Leila is ook zo lief om wat spulletjes voor ons mee te nemen naar België, weeral met ons gat in de boter gevallen :)
De volgende dag keren we terug naar de luchthaven en landen we na een kort vluchtje in Kota Kinabalu, hoofdstad van de provincie Sabah op Borneo!
Blijkt dat in KK (zoals iedereen Kota Kinabalu hier noemt) eeeeeigenlijk niet zoveel te zien is... We vinden een budgethostal (Gelukkig! Was geen sinecure hier...) dat op het randje is qua properheid maar wel keivriendelijke staf heeft! We slapen er wel supergoed en ze serveren nog es échte koffie en geen zakjes Nescafé, waar we heel blij mee zijn :) Het lijkt alsof er meer shopping malls zijn in KK dan inwoners, het Marinepark voor de kust blijkt al zijn koraal verloren te zijn door dynamietvissers en als we beginnen met uitzoeken waar we naartoe willen blijkt het heel moeilijk om zónder agentschap ergens te geraken en is alles gewoon heel duur... Bummer. Enfin, het is hoe het is, dus de volgende dag trekken we (zonder agentschap) naar een pieniemieniedorpje in het midden van Sabah: Tambunan. Er is een park vlakbij waar de beroemde Rafflesiabloem groeit (Een stinkende, vleesetende bloem die de grootste ter wereld is en bovendien maar 3 tot 5 dagen per jaar bloeit!) maar er staan er geen in bloei dus dat skippen we dan maar. Aangekomen merken we hoe klein Tambunan echt is en hoe weinig mensen hier terecht komen, íédereen staart ons aan. We vinden een hotelletje achter het 'centrale plein' en wanneer we vragen of er wandelingen in de buurt zijn die we op ons uppie kunnen doen belt de receptioniste iemand op en geeft de telefoon meteen aan Maarten. Het is, zo blijkt, de eigenaar die óvergelukkig is dat hij gasten heeft! Hij is leraar en heeft net middagpauze en neemt de tijd om even naar het hotel te rijden om ons uit de nood te helpen. Vlakbij is er niet echt iets wat te doen is op één dag maar er is een mooie waterval waar we naartoe kunnen wandelen in het volgende dorp dus rijdt hij ons even tot daar en dropt hij ons bij de splitsing naar de waterval met de belofte ons om 16u weer op te komen pikken. 20 minuten na aankomst in Tambunan staan we nu op een T-splitsing in the middle of nowhere en zetten we dan maar koers naar de befaamde waterval :) De weg is langer dan we dachten en we liften een stukje mee met de enige auto die ons die hele tijd passeert. 2 Chinese Maleisiërs die in de houtkap werken en onderweg zijn naar het bos rond de waterval: handig! De waterval is mooi maar de wandeling ernaartoe kort dus we besluiten om een afslag te nemen het bos in, we zien wel waar we uitkomen. Het bos is heel mooi maar na 20 minuutjes wandelen hebben we elk een stuk of 8 bloedzuigers verzameld. Niet chill en (voor mij) een beetje creepy, dus we keren op onze stappen terug en maar meteen naar de T-splitsing waar we opgepikt zullen worden. Klokslag 16u kruisen we daar de eigenaar van ons hostal, verrassend stipt :) Toen hij ons 's middags dropte had hij al het onsmakelijke mopje gemaakt dat zijn vrouw er net 70 jaar uitziet en geen 47 en de vrouw die nu bij hem in de auto zit stelt hij voor als zijn 'girlfriend'. Ze lijkt ergens halverwege de 30 te zijn. Na dat mopje vond ik hem al niet meer sympathiek en dat maakt hij nu niet echt meer goed. Zijn echtgenote dissen en dan doodleuk zijn lief meepakken, say what? Hij stelt voor ons 's avonds mee te nemen naar vrienden van zijn kerkgemeenschap (er zijn hier keiveel christenen op Borneo!) waarvan het dochtertje jarig is. Lijkt ons leuk dus we stemmen toe maar we beslissen de volgende dag verder te reizen. Ik kan mijn vuile blikken niet zo goed verbergen, laat staan 2 dagen lang... We gaan op zoek naar een cadeautje voor het meisje (ze wordt 2 jaar) tot grote hilariteit van de winkeliers waar we binnen wandelen op zoek naar speelgoed. Iets zegt ons dat we hét onderwerp van conversatie zullen zijn 's avonds aan tafel :) Om 18u worden we weer opgepikt en rijden we samen met 'zijn lief' en 2 van zijn kinderen naar een nóg kleiner dorpje waar de familie woont in een typisch Malay houten huis waarvan de living goed vol zit! De 22-jarige pastoor is erbij, nog wat leden van de kerkgemeenschap en de uitgebreide familie van de jarige. Er worden religieuze liedjes gezongen (Kennen jullie dit niet? Euh, nee, sorry...) met gitaar erbij en iedereen houdt één voor één een kleine speech voor de jarige (die vooral geïnteresseerd is in ons Hello-Kitty-cadeau: hoera! :)). Tijdens het gebed maken de katten des huizes gebruik van het feit dat iedereen zijn ogen toeheeft om zowel de taart als de tafel vol eten aan te vallen maar gelukkig wordt hun actie net onderschept :) En dan is het tijd voor het buffet! De gebruikelijke lekkere groentenschotels maar ook een paar dingen die volgens mij bij ons geclassificeerd staan onder 'onkruid' en achteraf ook zo blijken te smaken, heerlijke zoete aardappelkoekjes en stoverij van dwerghert. Yup, wij gaan ze bekijken in de zoo, hier gaan ze de pot in... Op de weg terug begin ik in het wilde weg wat vragen te stellen over het huwelijk in Borneo. Ik kan het niet laten, welke hypocriet zit vrolijk kerkliedjes te begeleiden op gitaar maar neemt dan wel zijn lief mee? Uit zijn antwoorden blijkt dat zijn 'girlfriend' effectief zijn vrouw is. Achteraf realiseren we ons ook dat hij misschien niet zei dat ze er 70 uitzag maar waarschijnlijk 17, gezien haar prachtige huid... Woeps :)
De volgende dag reizen we verder naar Ranau, dichtbij het Kinabalu Nationale Park. Er zou elk uur een bus zijn maar blijkt dat er de hele dag eigenlijk maar 1 bus is en die is al vertrokken. Damn. Iemand die ons gesprek met de busmannen opvangt rijdt toevallig naar het volgende dorp en kent de chauffeur van de minibus van dat dorp tot Ranau. Hij stelt voor ons mee te nemen en de chauffeur te bellen dat hij op ons moet wachten. Ok! Nu, dit klinkt allemaal zo klaar als een klontje maar de mensen hier spreken niet veel Engels dus onze conversatie lijkt meer op een spelletje 'hints' dan wat anders. But it gets the job done :) Een halfuurtje later zitten we in de minibus op weg naar Ranau! We vinden er een goedkope kamer met TV: belangrijk voor de match België – VS die nacht :) Ranau is het grootste, dichtstbijzijnde stadje bij Kinabalu Park, waar de Kinabaluberg, 4095m hoog, gelokaliseerd is. Het originele plan was om die te beklimmen maar het park wordt jammer genoeg uitgebaat door een privébedrijf en het is belàchelijk duur om de berg te beklimmen. Je krijgt géén permit voor meerdere dagen om de berg op te gaan (bv. met je eigen materiaal) als je geen reservatiebewijs kan voorleggen voor een overnachting in de lodge op 3273m. Een dormbed daar kost 100 dollar. Honderd. Dollar. Bovendien is de berg beklimmen zó populair geworden bij Aziatische toeristen (omdat die meestal in niet àl te goede conditie verkeren en de berg de meest beklimbare is ter wereld omdat je erop kan wandelen) dat je tegenwoordig in een lange rij naar boven gaat. Daar steken wij onze middelvinger naar op. Het zal niet de hoogste berg zijn die we ooit hebben gedaan, niet de mooiste berg en niet de meest rustige ervaring. Het zou wel de duurste berg zijn die we ooit zijn opgegaan, dus laat ook al maar. We gaan het park wel in om een dagje wat wandelpaden aan mekaar te knopen en het moet gezegd: het bos is prachtig! We lopen er zo'n 6u in rond en liften dan terug naar Ranau zodat we op tijd ons bed in kunnen om om 4u weer op te staan voor de match :) En wat voor één! De moeite om de wekker voor te zetten :) We doen nog even een dutje tot 9u en nemen dan de bus verder naar Sandakan, een stadje aan de kust in het noordoosten van Borneo. De busrit duurt zo'n 4u en de eerste helft ervan is werkelijk schitterend! We slingeren door en over grillige bergheuvels met jungle begroeid en worden afwisselend omringd door bergen en dan weer getrakteerd op prachtige vergezichten vanop de heuvelruggen waar de bus overheen snelt. Het tweede gedeelte toont ons jammer genoeg een minder fraai kantje van Borneo: het regenwoud wordt hier massaal weggekapt om er palmolieplantages aan te leggen... Maleisië is de grootste producent van palmolie ter wereld en ook Borneo, net als het schiereiland, ontsnapt niet aan deze economische realiteit. Twee uur lang zien we niets anders dan rijen en rijen aan palmbomen. Heel triest.
Sandakan is het vertrekpunt om een bezoekje te brengen aan het Rainforest Discovery Center en, belangrijker, aan het Orang-Oetan Rehabilitation Center. Wanneer we een (superchill!) hostal hebben gevonden installeren we ons eerst en dienen we onze applicatie in voor ons Working Holiday visum in Australië We moeten een laaaaaaange lijst aanleggen van àlle plaatsen buiten Europa waar we in de voorbije 5 jaar naartoe zijn gereisd, betalen en hopen op het beste! Voor vertrek had ik gebeld naar het informatiecentrum voor visumaanvragen en die konden me alvast vertellen dat gezien onze bestemmingen vóór we in Australië arriveren we een aantal medische onderzoeken zouden moeten ondergaan. We hebben al een medisch centrum gevonden in Kuala Lumpur dat die van de Australische overheid mag uitvoeren en boeken naargelang onze vlucht van KL naar Sumatra, met 4 dagen speling om alles in KL in orde te brengen. De volgende dag nemen we 's ochtends de bus naar het Rehabilitation Center waar we precies op tijd aankomen voor de ochtendlijke voedingssessie. Echt super om te zien! Het centrum vangt jonge orang-oetans op, meestal wezen gevonden op houtkapsites, palmolieplantages of apen die (illegaal) gehouden werden als huisdier. De dieren zijn geen baby's meer, maar orang-oetans blijven 7 tot 10 (!) jaar bij hun moeder vooraleer ze alles geleerd hebben wat nodig is om alleen te kunnen overleven. En in die tijd kan er met de mama's jammer genoeg veel gebeuren, zeker met de ontbossing die hier in sneltempo om zich heen grijpt... De verzorger brengt een enorme mand met bebladerde twijgjes, bananen, mango's en papaya met zich mee naar een platform rond een boom waar de dieren dan naartoe komen. We zien zo'n 8 orang-oetans en zodra die zich zowat rond hebben gegeten komen de makaken voor de restjes! Het is ongelooflijk hoe ménselijk de orang-oetans zijn! Ze spelen en knuffelen met mekaar, klimmen omhoog en naar omlaag op een trapje en langs slingertouwen en zwieren een beetje aan de touwen die horizontaal van boom tot boom gespannen zijn. Ze lopen ook rond op hun achterste poten, heel gek om te zien! Na een tijdje trekken ze terug het bos in en gaan wij ook nog wat verder het park in via een wandelpad dat naar een waterval leidt. De wandeling is heel mooi en we passeren heel wat infoborden met foto's van de meest kleurrijke, prachtige vogels die je daar zou kùnnen zien. Maar jammer genoeg zien we vooral veel groen en geen vogels... We zweten ons hier een óngeluk, net als in het Kinabalupark. Binnen de kortste keren zijn je kleren doordrenkt van het zweet en glijden er voortdurend druppeltjes van je hoofd, armen en benen af, alsof je in de regen loopt! Maar nee, het is je eigen lichaam dat in sneltempo je 70% aan water aan het verliezen is... Wanneer we terugkomen moeten we de uitgang van de voedingssite nemen en op de houten wandelweg aan de overkant, op 5m van ons af zien we 3 jonge orang-oetans spelen, vlàkbij de uitgang! 2 liggen een beetje met mekaar te worstelen en eentje oefent met weinig succes zijn klim- en springkunsten op de jonge bomen in de buurt. Hij valt een paar keer bijna naar beneden! Het is een heerlijk schouwspel om te mogen aanschouwen en we blijven een kwartier lang staan kijken. Niet dat ze ons nog niet gezien hadden, maar ze trekken zich niet veel van ons aan. Tot er eentje toch de overtocht waagt naar ons toe... We weten niet goed wat te doen dus blijven maar rustig staan tot de orang-oetan zich naar Maarten begeeft en onze waterfles uit zijn broekzak vist! Verbazingwekkend behendig draait hij de dop eraf en drinkt op zijn rug als een baby de laatste paar centiliters op! Hij schudt er nog even mee om dan te beseffen dat er écht niets meer uit gaat komen waarop hij vervolgens zijn aandacht verlegt naar ons camerazakje. Hij trekt er zachtjes aan en Maarten trekt terug met zijn ene hand waarop de aap onze camera in de smiezen krijgt in Maarten's andere hand. Oh. Nee... Hij sluit zijn hand stevig om Maarten's hand die gelukkig de camera goed vast heeft en ik wandel rustig er naartoe met de bedoeling om zo voorzichtig mogelijk zijn lange vingers van de camera af te halen. Hij is niet agressief ofzo, eerder nieuwsgierig maar toch wel verrassend sterk :) Wanneer hij mij ziet aankomen ziet hij ook mijn zonnebril hangen die ik achter de rand van mijn T-shirt had gehaakt. Hij stapt naar me toe, grijpt met zijn ene hand de mijne vast voor evenwicht en trekt met de andere mijn shirt naar beneden! Daar is hij gelukkig minder handig in – doet ie vast niet zo vaak ervaring mee op – en ik kan mijn zonnebril van tussen zijn vingers halen en die veilig in mijn broekzak steken. In tussentijd stopt Maarten de camera weg in het camerazakje en omdat er niet meteen nog iets in de buurt is dat hem kan interesseren, wandelt de orang-oetan dan maar op zijn makkers af, die ondertussen ook zijn overgestoken. Hij pakt nóg een waterfles weg van een Frans meisje dat erbij was komen staan, ledigt die evenzeer en dan wandelen ze weg, terug het park in! Fascinerende ontmoeting maar toch heel blij dat alles goed is afgelopen!
We wandelen het park uit naar het Rainforest Discovery Center, een dikke kilometer verderop. Daar hebben ze in een stuk regenwoud een aantal kruisende wandelpaden aangelegd én een 300m lange canopy wandelweg op 10m hoogte met torens van 17 tot 24m hoog. Heel leuk om het bos eens vanuit een ander perspectief te zien, vanop de grond is het toch vooral groen, groen en groen :) Maar hier zie je duidelijk de verschillende begroeiingslagen (met reuzen van bomen die er tientallen meters bovenuit schieten) en ook de enorme verscheidenheid aan bomen en planten! Er slingeren ontzettend veel makaken langs en over ons heen, deze keer toch maar uitkijken met onze nieuwe waterfles :) We lopen nog door de botanische tuin met een verzameling aan tropische bloemen en planten van over de hele wereld (niet normaal hoe'n gekke planten er bestaan...) en wandelen dan terug naar de hoofdweg voor de laatste bus terug naar Sandakan. Terug in ons hostal blijken we al antwoord te hebben van de Australische immigratiedienst: visa granted! En dat verrassend genoeg zonder medische onderzoeken, hebben we wel 4 dagen op overschot in KL :) Om 18u33 gaan we de straat op op zoek naar avondeten. Dat toch wel heel precieze tijdstip heeft te maken met de Ramadan die hier bezig is sinds 29 juni. Overdag zijn enkel de Chinese restaurants open en pas 's avonds alle Indische en Malay eethuisjes ook, vanaf 18u33 dus :) De volgende dag ontdekken we echter de Ramadanbazaar die er al staat vanaf 's middags! De hele dag staan de mannen en vrouwen van de eetkraampjes in de heerlijke geur van eten, zonder een hapje te mogen nemen: respect! En ook voor de vrouwen (zelden zijn het mannen...) die hier hun inkopen komen doen voor 's avonds natuurlijk. Kip aan het spit, gegrilde vis, allerlei curry's, gebakken rijst en noedels, dessertjes en zoetigheden,... Een feestmaal aan Malaycuisine for your viewing pleasure! Gelukkig mogen wij wel eten :) We hebben op Borneo enkele dagen op overschot omdat de activiteiten hier zo duur zijn, dus we besluiten om twee rustdagen in te lassen in Sandakan. Op zich splitsen we die liever op, maar zo zitten we tenminste niet in de jungle wanneer de Belgen de kwartfinale spelen! Waar we eerst een jungletour wilden doen blijkt dat belachelijk duur te zijn en beslissen we dat in ons uppie uit te zoeken. Dat spaart ons een dag transport uit en veel geld. En hoewel Sipidan één van de mooiste duiksites is ter wereld werd recent beslist om enkel nog mensen met een advanced brevet daar te laten duiken dus vallen wij uit de boot wat ons weer 2 dagen extra oplevert. Een goeie vervangduiksite vinden we niet echt, we zijn wat verwend geraakt en omdat duiken toch altijd weer wat kost doen we het enkel als het écht de moeite is. Je kan hier de gekste zeewezentjes komen spotten maar voor 3 zeldzaamheden willen we geen tientallen euro's uitgeven, zo dedicated zijn we niet :) Dus volgen er twee chilldagen waarop we dagelijks de Ramadanbazaar opzoeken, info opzoeken over Indonesië en Australië en de kwartfinale bekijken tegen Argentinië. Waar het jammer genoeg niet heeft mogen zijn... Volgende keer beter jongens!
Onze volgende bestemming is Sukau waar we naartoe gaan samen met Lindsay en Trevor uit Oregon. Een tof koppel dat ook in ons hostal zat en evenzeer nogal gedegouteerd was geraakt van het overmatige tourgehalte van Borneo. En wij die dachten dat het hier avontuurlijk ging zijn! Stadjes vol hypermoderne winkelcentra, goeie wegen tot in het kleinste dorpje en àlles georganiseerd. Geweldig voor de bevolking hier, zeker ook voordelen voor ons maar tegelijk ook een beetje jammer. Enfin, naar Sukau dus, een klein dorpje langs de Kinabatanganrivier waar je boottochtjes kan doen om dieren te spotten! In het woud aan de overzijde leven neushoornvogels, orang-oetans, pygmee-olifanten, neusapen,... Waar het vaak ontzettend moeilijk en zeldzaam is om wilde dieren te zien is dat hier meestal geen probleem. Leuk voor ons maar eigenlijk erg jammer voor de dieren. De reden waarom ze zo makkelijk te zien zijn, is omdat de palmolieplantages hier nog maar een heel klein stuk van het woud hebben overgelaten, vlakbij de rivier. Het is dus omdat hun territorium zo klein geworden is dat ze zich zo vaak aan de oever van de rivier laten zien. We parkeren ons in de verste B&B die het éénstratige minidorpje Sukau rijk is. Supervriendelijke mensen, tropisch regenwoud in onze achtertuin, zicht op de rivier en basic maar proper, ideaal dus! We komen aan in de late namiddag en besluiten nog een wandelingetje te doen in het bos achter het hostal. Na 45 minuten van groen en opgegeten worden door muggen zijn Lindsay en ik het beu en keren we terug. Natuurlijk zien Maarten en Trevor net dàn een troep makaken en een boom vol neushoornvogels. Hopelijk zien we die morgen ook! De volgende dag zitten we met ons vieren om 6u 's morgens in een klein motorbootje en stuurt Ju, de dochter des huizes, ons behendig over de Kinabatanganrivier en langs de oever aan de overzijde. We zien een troep neusapen (alléén in Borneo te vinden!), zien wat neushoornvogels overvliegen, varanen die incognito liggen te zonnen op dikke takken en een prachtige ijsvogel hoog op een dode boom! Om 8u zijn we terug, ontbijten we en kletsen we nog wat na. Voor de middag wagen we ons nog eens het bos in en opnieuw zetten Maarten en Trevor de achtervolging in van een troep makaken die hen jammer genoeg telkens te snel af is. Hoewel het ook aan Lindsay's en mijn gepraat kan gelegen hebben... Nog eens 20 muggenbeten later ben ik het opnieuw beu, mijn olfactorische vermomming van 98% Deet werkt jammer genoeg niet! We eten iets, laten ons opdrogen (we zijn weer doorwéékt van het zweet...) en wandelen het veld in naar een platform dat ze op 17m in een boom hebben gebouwd om vogels te spotten. We zien enorme valken met een mohawk en een paar neushoornvogels die overvliegen: heel cool! Om 16u trekken we er opnieuw op uit, deze keer de andere kant van de Kinabatangan op. Net voor we zouden vertrekken is er nog een regengordijn overgetrokken en we hopen dat dat de dieren niet te ver in het woud heeft gejaagd! Dat is gelukkig helemààl niet het geval, we zien nog een troep neusapen vlakbij waarvan het mannetje (die heeft de grootste neus en een permanente erectie, we kid you not...) even zijn spreekwoordelijke stekels opzet omdat een andere troep te dicht bij zijn territorium komt: heel cool! We zien ook nog meer neushoornvogels en kunnen ze deze keer makkelijker bewonderen omdat ze hoog op dode bomen zitten rond te kijken alvorens verder te vliegen. Dik de moeite! Om 18u zijn we terug, eten we iets en gaan we op tijd slapen.
De volgende dag trekken Lindsay en Trevor naar Sepilok terwijl Maarten en ik naar Kudat willen, de tip van Borneo helemaal in het noordwesten. Alleen geraken we er niet... De bus weg uit Sukau is heel duur omdat ze weten dat je niet weg geraakt uit het afgelegen dorpje zonder hun hulp. Dat is wel een algemene trend in Borneo: afzetterij als het aankomt op transport. Komen we nergens anders in Maleisië tegen maar hier... Enfin, we laten ons dus afzetten aan het eerste kruispunt met een grote weg en vandaar vinden we vrij snel een lift mee met een takelwagen naar het volgende grote kruispunt een uur verderop. Daar nemen we een bus verder waar we hard moeten onderhandelen voor de prijs en dan nog altijd meer betalen dan de Maleisiërs zelf, maar dan toch al niet meer bijna het dubbele (!) wat ze ons eerst wilden aanrekenen. We laten ons afzetten in een dorpje dat bij de kust ligt en de splitsing is waar onze bus zuidwaarts rijdt naar Kota Kinabalu en waar wij verder naar het noorden moeten. Overal in Azië kan je altijd en overal bussen nemen naar elke mogelijke windrichting. Niet hier zo blijkt... Hoewel het dorpje OP DE WEG ligt die de bussen vanuit KK naar Kudat nemen, stoppen ze hier niet, maar pas in het volgende dorp. Ok dan, minibus vangen naar het volgende dorp. Waar blijkt dat de bus daar evenmin stopt. Er is zelfs geen bus meer naar nóg een dorp verder, daarvoor moet je een taxi nemen. We vragen overal naar een bus aan willekeurige mensen die er echt geen belang bij kunnen hebben om te liegen maar het maakt niet uit, er is écht geen bus naar het volgende dorp. Zelfs àls we die taxi zouden nemen moeten we daar dan nóg een minibus nemen naar nóg een dorp verder en dààr kunnen we pas een bus nemen tot in Kudat. Hopelijk. Weet je wat? Laat ook al maar... Het regent al de hele dag, we zijn moe, we hebben al 4 transportmiddelen genomen voor een ritje dat ocharme nog maar 5u heeft geduurd en dan zouden we nóg 3 extra vervoersmiddelen moeten nemen voor de laatste 2u van het traject? We sayz no. Naar Kota Kinabalu dan maar om opnieuw in te checken in ons randje-te-vuil-om-te-verblijven hostal. Wat doen we daar? Wel, niet teveel meer... De blog typen die u nu leest :) Foto's uitselecteren voor op de website en ons visum regelen voor Indonesië. We hebben daar nu toch tijd voor over en het komt ook goedkoper uit nu blijkt dat de regering een week geleden de visa's on arrival (en hun verlenging) met 10 dollar duurder heeft gemaakt.
Van Borneo vliegen we terug naar mainland Malaysia, Kuala Lumpur! Daar hebben we 4 dagen om wat te chillen, Ramadanbazaars af te schuimen, onze tweede rugzak weer op te halen bij Jan en nog es af te spreken met Stijn en deze keer misschien wél binnen te kunnen in de skybar :)
En dan alweer ons laatste land in Azië: Indonesië! 7 weken Sumatra, Java en Bali, spanneeeund!
De volgende dag keren we terug naar de luchthaven en landen we na een kort vluchtje in Kota Kinabalu, hoofdstad van de provincie Sabah op Borneo!
Blijkt dat in KK (zoals iedereen Kota Kinabalu hier noemt) eeeeeigenlijk niet zoveel te zien is... We vinden een budgethostal (Gelukkig! Was geen sinecure hier...) dat op het randje is qua properheid maar wel keivriendelijke staf heeft! We slapen er wel supergoed en ze serveren nog es échte koffie en geen zakjes Nescafé, waar we heel blij mee zijn :) Het lijkt alsof er meer shopping malls zijn in KK dan inwoners, het Marinepark voor de kust blijkt al zijn koraal verloren te zijn door dynamietvissers en als we beginnen met uitzoeken waar we naartoe willen blijkt het heel moeilijk om zónder agentschap ergens te geraken en is alles gewoon heel duur... Bummer. Enfin, het is hoe het is, dus de volgende dag trekken we (zonder agentschap) naar een pieniemieniedorpje in het midden van Sabah: Tambunan. Er is een park vlakbij waar de beroemde Rafflesiabloem groeit (Een stinkende, vleesetende bloem die de grootste ter wereld is en bovendien maar 3 tot 5 dagen per jaar bloeit!) maar er staan er geen in bloei dus dat skippen we dan maar. Aangekomen merken we hoe klein Tambunan echt is en hoe weinig mensen hier terecht komen, íédereen staart ons aan. We vinden een hotelletje achter het 'centrale plein' en wanneer we vragen of er wandelingen in de buurt zijn die we op ons uppie kunnen doen belt de receptioniste iemand op en geeft de telefoon meteen aan Maarten. Het is, zo blijkt, de eigenaar die óvergelukkig is dat hij gasten heeft! Hij is leraar en heeft net middagpauze en neemt de tijd om even naar het hotel te rijden om ons uit de nood te helpen. Vlakbij is er niet echt iets wat te doen is op één dag maar er is een mooie waterval waar we naartoe kunnen wandelen in het volgende dorp dus rijdt hij ons even tot daar en dropt hij ons bij de splitsing naar de waterval met de belofte ons om 16u weer op te komen pikken. 20 minuten na aankomst in Tambunan staan we nu op een T-splitsing in the middle of nowhere en zetten we dan maar koers naar de befaamde waterval :) De weg is langer dan we dachten en we liften een stukje mee met de enige auto die ons die hele tijd passeert. 2 Chinese Maleisiërs die in de houtkap werken en onderweg zijn naar het bos rond de waterval: handig! De waterval is mooi maar de wandeling ernaartoe kort dus we besluiten om een afslag te nemen het bos in, we zien wel waar we uitkomen. Het bos is heel mooi maar na 20 minuutjes wandelen hebben we elk een stuk of 8 bloedzuigers verzameld. Niet chill en (voor mij) een beetje creepy, dus we keren op onze stappen terug en maar meteen naar de T-splitsing waar we opgepikt zullen worden. Klokslag 16u kruisen we daar de eigenaar van ons hostal, verrassend stipt :) Toen hij ons 's middags dropte had hij al het onsmakelijke mopje gemaakt dat zijn vrouw er net 70 jaar uitziet en geen 47 en de vrouw die nu bij hem in de auto zit stelt hij voor als zijn 'girlfriend'. Ze lijkt ergens halverwege de 30 te zijn. Na dat mopje vond ik hem al niet meer sympathiek en dat maakt hij nu niet echt meer goed. Zijn echtgenote dissen en dan doodleuk zijn lief meepakken, say what? Hij stelt voor ons 's avonds mee te nemen naar vrienden van zijn kerkgemeenschap (er zijn hier keiveel christenen op Borneo!) waarvan het dochtertje jarig is. Lijkt ons leuk dus we stemmen toe maar we beslissen de volgende dag verder te reizen. Ik kan mijn vuile blikken niet zo goed verbergen, laat staan 2 dagen lang... We gaan op zoek naar een cadeautje voor het meisje (ze wordt 2 jaar) tot grote hilariteit van de winkeliers waar we binnen wandelen op zoek naar speelgoed. Iets zegt ons dat we hét onderwerp van conversatie zullen zijn 's avonds aan tafel :) Om 18u worden we weer opgepikt en rijden we samen met 'zijn lief' en 2 van zijn kinderen naar een nóg kleiner dorpje waar de familie woont in een typisch Malay houten huis waarvan de living goed vol zit! De 22-jarige pastoor is erbij, nog wat leden van de kerkgemeenschap en de uitgebreide familie van de jarige. Er worden religieuze liedjes gezongen (Kennen jullie dit niet? Euh, nee, sorry...) met gitaar erbij en iedereen houdt één voor één een kleine speech voor de jarige (die vooral geïnteresseerd is in ons Hello-Kitty-cadeau: hoera! :)). Tijdens het gebed maken de katten des huizes gebruik van het feit dat iedereen zijn ogen toeheeft om zowel de taart als de tafel vol eten aan te vallen maar gelukkig wordt hun actie net onderschept :) En dan is het tijd voor het buffet! De gebruikelijke lekkere groentenschotels maar ook een paar dingen die volgens mij bij ons geclassificeerd staan onder 'onkruid' en achteraf ook zo blijken te smaken, heerlijke zoete aardappelkoekjes en stoverij van dwerghert. Yup, wij gaan ze bekijken in de zoo, hier gaan ze de pot in... Op de weg terug begin ik in het wilde weg wat vragen te stellen over het huwelijk in Borneo. Ik kan het niet laten, welke hypocriet zit vrolijk kerkliedjes te begeleiden op gitaar maar neemt dan wel zijn lief mee? Uit zijn antwoorden blijkt dat zijn 'girlfriend' effectief zijn vrouw is. Achteraf realiseren we ons ook dat hij misschien niet zei dat ze er 70 uitzag maar waarschijnlijk 17, gezien haar prachtige huid... Woeps :)
De volgende dag reizen we verder naar Ranau, dichtbij het Kinabalu Nationale Park. Er zou elk uur een bus zijn maar blijkt dat er de hele dag eigenlijk maar 1 bus is en die is al vertrokken. Damn. Iemand die ons gesprek met de busmannen opvangt rijdt toevallig naar het volgende dorp en kent de chauffeur van de minibus van dat dorp tot Ranau. Hij stelt voor ons mee te nemen en de chauffeur te bellen dat hij op ons moet wachten. Ok! Nu, dit klinkt allemaal zo klaar als een klontje maar de mensen hier spreken niet veel Engels dus onze conversatie lijkt meer op een spelletje 'hints' dan wat anders. But it gets the job done :) Een halfuurtje later zitten we in de minibus op weg naar Ranau! We vinden er een goedkope kamer met TV: belangrijk voor de match België – VS die nacht :) Ranau is het grootste, dichtstbijzijnde stadje bij Kinabalu Park, waar de Kinabaluberg, 4095m hoog, gelokaliseerd is. Het originele plan was om die te beklimmen maar het park wordt jammer genoeg uitgebaat door een privébedrijf en het is belàchelijk duur om de berg te beklimmen. Je krijgt géén permit voor meerdere dagen om de berg op te gaan (bv. met je eigen materiaal) als je geen reservatiebewijs kan voorleggen voor een overnachting in de lodge op 3273m. Een dormbed daar kost 100 dollar. Honderd. Dollar. Bovendien is de berg beklimmen zó populair geworden bij Aziatische toeristen (omdat die meestal in niet àl te goede conditie verkeren en de berg de meest beklimbare is ter wereld omdat je erop kan wandelen) dat je tegenwoordig in een lange rij naar boven gaat. Daar steken wij onze middelvinger naar op. Het zal niet de hoogste berg zijn die we ooit hebben gedaan, niet de mooiste berg en niet de meest rustige ervaring. Het zou wel de duurste berg zijn die we ooit zijn opgegaan, dus laat ook al maar. We gaan het park wel in om een dagje wat wandelpaden aan mekaar te knopen en het moet gezegd: het bos is prachtig! We lopen er zo'n 6u in rond en liften dan terug naar Ranau zodat we op tijd ons bed in kunnen om om 4u weer op te staan voor de match :) En wat voor één! De moeite om de wekker voor te zetten :) We doen nog even een dutje tot 9u en nemen dan de bus verder naar Sandakan, een stadje aan de kust in het noordoosten van Borneo. De busrit duurt zo'n 4u en de eerste helft ervan is werkelijk schitterend! We slingeren door en over grillige bergheuvels met jungle begroeid en worden afwisselend omringd door bergen en dan weer getrakteerd op prachtige vergezichten vanop de heuvelruggen waar de bus overheen snelt. Het tweede gedeelte toont ons jammer genoeg een minder fraai kantje van Borneo: het regenwoud wordt hier massaal weggekapt om er palmolieplantages aan te leggen... Maleisië is de grootste producent van palmolie ter wereld en ook Borneo, net als het schiereiland, ontsnapt niet aan deze economische realiteit. Twee uur lang zien we niets anders dan rijen en rijen aan palmbomen. Heel triest.
Sandakan is het vertrekpunt om een bezoekje te brengen aan het Rainforest Discovery Center en, belangrijker, aan het Orang-Oetan Rehabilitation Center. Wanneer we een (superchill!) hostal hebben gevonden installeren we ons eerst en dienen we onze applicatie in voor ons Working Holiday visum in Australië We moeten een laaaaaaange lijst aanleggen van àlle plaatsen buiten Europa waar we in de voorbije 5 jaar naartoe zijn gereisd, betalen en hopen op het beste! Voor vertrek had ik gebeld naar het informatiecentrum voor visumaanvragen en die konden me alvast vertellen dat gezien onze bestemmingen vóór we in Australië arriveren we een aantal medische onderzoeken zouden moeten ondergaan. We hebben al een medisch centrum gevonden in Kuala Lumpur dat die van de Australische overheid mag uitvoeren en boeken naargelang onze vlucht van KL naar Sumatra, met 4 dagen speling om alles in KL in orde te brengen. De volgende dag nemen we 's ochtends de bus naar het Rehabilitation Center waar we precies op tijd aankomen voor de ochtendlijke voedingssessie. Echt super om te zien! Het centrum vangt jonge orang-oetans op, meestal wezen gevonden op houtkapsites, palmolieplantages of apen die (illegaal) gehouden werden als huisdier. De dieren zijn geen baby's meer, maar orang-oetans blijven 7 tot 10 (!) jaar bij hun moeder vooraleer ze alles geleerd hebben wat nodig is om alleen te kunnen overleven. En in die tijd kan er met de mama's jammer genoeg veel gebeuren, zeker met de ontbossing die hier in sneltempo om zich heen grijpt... De verzorger brengt een enorme mand met bebladerde twijgjes, bananen, mango's en papaya met zich mee naar een platform rond een boom waar de dieren dan naartoe komen. We zien zo'n 8 orang-oetans en zodra die zich zowat rond hebben gegeten komen de makaken voor de restjes! Het is ongelooflijk hoe ménselijk de orang-oetans zijn! Ze spelen en knuffelen met mekaar, klimmen omhoog en naar omlaag op een trapje en langs slingertouwen en zwieren een beetje aan de touwen die horizontaal van boom tot boom gespannen zijn. Ze lopen ook rond op hun achterste poten, heel gek om te zien! Na een tijdje trekken ze terug het bos in en gaan wij ook nog wat verder het park in via een wandelpad dat naar een waterval leidt. De wandeling is heel mooi en we passeren heel wat infoborden met foto's van de meest kleurrijke, prachtige vogels die je daar zou kùnnen zien. Maar jammer genoeg zien we vooral veel groen en geen vogels... We zweten ons hier een óngeluk, net als in het Kinabalupark. Binnen de kortste keren zijn je kleren doordrenkt van het zweet en glijden er voortdurend druppeltjes van je hoofd, armen en benen af, alsof je in de regen loopt! Maar nee, het is je eigen lichaam dat in sneltempo je 70% aan water aan het verliezen is... Wanneer we terugkomen moeten we de uitgang van de voedingssite nemen en op de houten wandelweg aan de overkant, op 5m van ons af zien we 3 jonge orang-oetans spelen, vlàkbij de uitgang! 2 liggen een beetje met mekaar te worstelen en eentje oefent met weinig succes zijn klim- en springkunsten op de jonge bomen in de buurt. Hij valt een paar keer bijna naar beneden! Het is een heerlijk schouwspel om te mogen aanschouwen en we blijven een kwartier lang staan kijken. Niet dat ze ons nog niet gezien hadden, maar ze trekken zich niet veel van ons aan. Tot er eentje toch de overtocht waagt naar ons toe... We weten niet goed wat te doen dus blijven maar rustig staan tot de orang-oetan zich naar Maarten begeeft en onze waterfles uit zijn broekzak vist! Verbazingwekkend behendig draait hij de dop eraf en drinkt op zijn rug als een baby de laatste paar centiliters op! Hij schudt er nog even mee om dan te beseffen dat er écht niets meer uit gaat komen waarop hij vervolgens zijn aandacht verlegt naar ons camerazakje. Hij trekt er zachtjes aan en Maarten trekt terug met zijn ene hand waarop de aap onze camera in de smiezen krijgt in Maarten's andere hand. Oh. Nee... Hij sluit zijn hand stevig om Maarten's hand die gelukkig de camera goed vast heeft en ik wandel rustig er naartoe met de bedoeling om zo voorzichtig mogelijk zijn lange vingers van de camera af te halen. Hij is niet agressief ofzo, eerder nieuwsgierig maar toch wel verrassend sterk :) Wanneer hij mij ziet aankomen ziet hij ook mijn zonnebril hangen die ik achter de rand van mijn T-shirt had gehaakt. Hij stapt naar me toe, grijpt met zijn ene hand de mijne vast voor evenwicht en trekt met de andere mijn shirt naar beneden! Daar is hij gelukkig minder handig in – doet ie vast niet zo vaak ervaring mee op – en ik kan mijn zonnebril van tussen zijn vingers halen en die veilig in mijn broekzak steken. In tussentijd stopt Maarten de camera weg in het camerazakje en omdat er niet meteen nog iets in de buurt is dat hem kan interesseren, wandelt de orang-oetan dan maar op zijn makkers af, die ondertussen ook zijn overgestoken. Hij pakt nóg een waterfles weg van een Frans meisje dat erbij was komen staan, ledigt die evenzeer en dan wandelen ze weg, terug het park in! Fascinerende ontmoeting maar toch heel blij dat alles goed is afgelopen!
We wandelen het park uit naar het Rainforest Discovery Center, een dikke kilometer verderop. Daar hebben ze in een stuk regenwoud een aantal kruisende wandelpaden aangelegd én een 300m lange canopy wandelweg op 10m hoogte met torens van 17 tot 24m hoog. Heel leuk om het bos eens vanuit een ander perspectief te zien, vanop de grond is het toch vooral groen, groen en groen :) Maar hier zie je duidelijk de verschillende begroeiingslagen (met reuzen van bomen die er tientallen meters bovenuit schieten) en ook de enorme verscheidenheid aan bomen en planten! Er slingeren ontzettend veel makaken langs en over ons heen, deze keer toch maar uitkijken met onze nieuwe waterfles :) We lopen nog door de botanische tuin met een verzameling aan tropische bloemen en planten van over de hele wereld (niet normaal hoe'n gekke planten er bestaan...) en wandelen dan terug naar de hoofdweg voor de laatste bus terug naar Sandakan. Terug in ons hostal blijken we al antwoord te hebben van de Australische immigratiedienst: visa granted! En dat verrassend genoeg zonder medische onderzoeken, hebben we wel 4 dagen op overschot in KL :) Om 18u33 gaan we de straat op op zoek naar avondeten. Dat toch wel heel precieze tijdstip heeft te maken met de Ramadan die hier bezig is sinds 29 juni. Overdag zijn enkel de Chinese restaurants open en pas 's avonds alle Indische en Malay eethuisjes ook, vanaf 18u33 dus :) De volgende dag ontdekken we echter de Ramadanbazaar die er al staat vanaf 's middags! De hele dag staan de mannen en vrouwen van de eetkraampjes in de heerlijke geur van eten, zonder een hapje te mogen nemen: respect! En ook voor de vrouwen (zelden zijn het mannen...) die hier hun inkopen komen doen voor 's avonds natuurlijk. Kip aan het spit, gegrilde vis, allerlei curry's, gebakken rijst en noedels, dessertjes en zoetigheden,... Een feestmaal aan Malaycuisine for your viewing pleasure! Gelukkig mogen wij wel eten :) We hebben op Borneo enkele dagen op overschot omdat de activiteiten hier zo duur zijn, dus we besluiten om twee rustdagen in te lassen in Sandakan. Op zich splitsen we die liever op, maar zo zitten we tenminste niet in de jungle wanneer de Belgen de kwartfinale spelen! Waar we eerst een jungletour wilden doen blijkt dat belachelijk duur te zijn en beslissen we dat in ons uppie uit te zoeken. Dat spaart ons een dag transport uit en veel geld. En hoewel Sipidan één van de mooiste duiksites is ter wereld werd recent beslist om enkel nog mensen met een advanced brevet daar te laten duiken dus vallen wij uit de boot wat ons weer 2 dagen extra oplevert. Een goeie vervangduiksite vinden we niet echt, we zijn wat verwend geraakt en omdat duiken toch altijd weer wat kost doen we het enkel als het écht de moeite is. Je kan hier de gekste zeewezentjes komen spotten maar voor 3 zeldzaamheden willen we geen tientallen euro's uitgeven, zo dedicated zijn we niet :) Dus volgen er twee chilldagen waarop we dagelijks de Ramadanbazaar opzoeken, info opzoeken over Indonesië en Australië en de kwartfinale bekijken tegen Argentinië. Waar het jammer genoeg niet heeft mogen zijn... Volgende keer beter jongens!
Onze volgende bestemming is Sukau waar we naartoe gaan samen met Lindsay en Trevor uit Oregon. Een tof koppel dat ook in ons hostal zat en evenzeer nogal gedegouteerd was geraakt van het overmatige tourgehalte van Borneo. En wij die dachten dat het hier avontuurlijk ging zijn! Stadjes vol hypermoderne winkelcentra, goeie wegen tot in het kleinste dorpje en àlles georganiseerd. Geweldig voor de bevolking hier, zeker ook voordelen voor ons maar tegelijk ook een beetje jammer. Enfin, naar Sukau dus, een klein dorpje langs de Kinabatanganrivier waar je boottochtjes kan doen om dieren te spotten! In het woud aan de overzijde leven neushoornvogels, orang-oetans, pygmee-olifanten, neusapen,... Waar het vaak ontzettend moeilijk en zeldzaam is om wilde dieren te zien is dat hier meestal geen probleem. Leuk voor ons maar eigenlijk erg jammer voor de dieren. De reden waarom ze zo makkelijk te zien zijn, is omdat de palmolieplantages hier nog maar een heel klein stuk van het woud hebben overgelaten, vlakbij de rivier. Het is dus omdat hun territorium zo klein geworden is dat ze zich zo vaak aan de oever van de rivier laten zien. We parkeren ons in de verste B&B die het éénstratige minidorpje Sukau rijk is. Supervriendelijke mensen, tropisch regenwoud in onze achtertuin, zicht op de rivier en basic maar proper, ideaal dus! We komen aan in de late namiddag en besluiten nog een wandelingetje te doen in het bos achter het hostal. Na 45 minuten van groen en opgegeten worden door muggen zijn Lindsay en ik het beu en keren we terug. Natuurlijk zien Maarten en Trevor net dàn een troep makaken en een boom vol neushoornvogels. Hopelijk zien we die morgen ook! De volgende dag zitten we met ons vieren om 6u 's morgens in een klein motorbootje en stuurt Ju, de dochter des huizes, ons behendig over de Kinabatanganrivier en langs de oever aan de overzijde. We zien een troep neusapen (alléén in Borneo te vinden!), zien wat neushoornvogels overvliegen, varanen die incognito liggen te zonnen op dikke takken en een prachtige ijsvogel hoog op een dode boom! Om 8u zijn we terug, ontbijten we en kletsen we nog wat na. Voor de middag wagen we ons nog eens het bos in en opnieuw zetten Maarten en Trevor de achtervolging in van een troep makaken die hen jammer genoeg telkens te snel af is. Hoewel het ook aan Lindsay's en mijn gepraat kan gelegen hebben... Nog eens 20 muggenbeten later ben ik het opnieuw beu, mijn olfactorische vermomming van 98% Deet werkt jammer genoeg niet! We eten iets, laten ons opdrogen (we zijn weer doorwéékt van het zweet...) en wandelen het veld in naar een platform dat ze op 17m in een boom hebben gebouwd om vogels te spotten. We zien enorme valken met een mohawk en een paar neushoornvogels die overvliegen: heel cool! Om 16u trekken we er opnieuw op uit, deze keer de andere kant van de Kinabatangan op. Net voor we zouden vertrekken is er nog een regengordijn overgetrokken en we hopen dat dat de dieren niet te ver in het woud heeft gejaagd! Dat is gelukkig helemààl niet het geval, we zien nog een troep neusapen vlakbij waarvan het mannetje (die heeft de grootste neus en een permanente erectie, we kid you not...) even zijn spreekwoordelijke stekels opzet omdat een andere troep te dicht bij zijn territorium komt: heel cool! We zien ook nog meer neushoornvogels en kunnen ze deze keer makkelijker bewonderen omdat ze hoog op dode bomen zitten rond te kijken alvorens verder te vliegen. Dik de moeite! Om 18u zijn we terug, eten we iets en gaan we op tijd slapen.
De volgende dag trekken Lindsay en Trevor naar Sepilok terwijl Maarten en ik naar Kudat willen, de tip van Borneo helemaal in het noordwesten. Alleen geraken we er niet... De bus weg uit Sukau is heel duur omdat ze weten dat je niet weg geraakt uit het afgelegen dorpje zonder hun hulp. Dat is wel een algemene trend in Borneo: afzetterij als het aankomt op transport. Komen we nergens anders in Maleisië tegen maar hier... Enfin, we laten ons dus afzetten aan het eerste kruispunt met een grote weg en vandaar vinden we vrij snel een lift mee met een takelwagen naar het volgende grote kruispunt een uur verderop. Daar nemen we een bus verder waar we hard moeten onderhandelen voor de prijs en dan nog altijd meer betalen dan de Maleisiërs zelf, maar dan toch al niet meer bijna het dubbele (!) wat ze ons eerst wilden aanrekenen. We laten ons afzetten in een dorpje dat bij de kust ligt en de splitsing is waar onze bus zuidwaarts rijdt naar Kota Kinabalu en waar wij verder naar het noorden moeten. Overal in Azië kan je altijd en overal bussen nemen naar elke mogelijke windrichting. Niet hier zo blijkt... Hoewel het dorpje OP DE WEG ligt die de bussen vanuit KK naar Kudat nemen, stoppen ze hier niet, maar pas in het volgende dorp. Ok dan, minibus vangen naar het volgende dorp. Waar blijkt dat de bus daar evenmin stopt. Er is zelfs geen bus meer naar nóg een dorp verder, daarvoor moet je een taxi nemen. We vragen overal naar een bus aan willekeurige mensen die er echt geen belang bij kunnen hebben om te liegen maar het maakt niet uit, er is écht geen bus naar het volgende dorp. Zelfs àls we die taxi zouden nemen moeten we daar dan nóg een minibus nemen naar nóg een dorp verder en dààr kunnen we pas een bus nemen tot in Kudat. Hopelijk. Weet je wat? Laat ook al maar... Het regent al de hele dag, we zijn moe, we hebben al 4 transportmiddelen genomen voor een ritje dat ocharme nog maar 5u heeft geduurd en dan zouden we nóg 3 extra vervoersmiddelen moeten nemen voor de laatste 2u van het traject? We sayz no. Naar Kota Kinabalu dan maar om opnieuw in te checken in ons randje-te-vuil-om-te-verblijven hostal. Wat doen we daar? Wel, niet teveel meer... De blog typen die u nu leest :) Foto's uitselecteren voor op de website en ons visum regelen voor Indonesië. We hebben daar nu toch tijd voor over en het komt ook goedkoper uit nu blijkt dat de regering een week geleden de visa's on arrival (en hun verlenging) met 10 dollar duurder heeft gemaakt.
Van Borneo vliegen we terug naar mainland Malaysia, Kuala Lumpur! Daar hebben we 4 dagen om wat te chillen, Ramadanbazaars af te schuimen, onze tweede rugzak weer op te halen bij Jan en nog es af te spreken met Stijn en deze keer misschien wél binnen te kunnen in de skybar :)
En dan alweer ons laatste land in Azië: Indonesië! 7 weken Sumatra, Java en Bali, spanneeeund!