We reizen eerst naar Bikaner, een stad van een half miljoen inwoners en niet de meest toeristische trekpleister. We snuiven de sfeer op in de oude stad die zoals overal in Rajasthan weg heeft van een Arabische binnenstad met prachtige symmetrisch uitgesneden façades in kleine, drukke steegjes van kopen en verkopen, spelende kinderen, moskee’s en tempels en huizen. Naast koeien lopen er nu ook overal dromedarissen en grappige geitjes met lange afhangende oortjes rond, die van iedereen en niemand lijken te zijn. We bezoeken het prachtige 400 jaar oude fort waarvan de binnenkant doet denken aan het Alhambra in Granada. Alles is afgemaakt met marmer, rode zandsteen, goud en zilver. De Moorse stijl heeft zich vermengd met Indische motieven van echte kunstenaars tot een prachtig resultaat. Een beetje de stijl wel van alle forten en paleizen die we hier in Rajasthan zien. Naast dit fort is het meest bekende in de buurt de ‘rattentempel’. Een bouwwerk uit de 17e eeuw ter ere van een mystica die een incarnatie zou zijn van Durga, één van de vele godheden uit het Hindoestane pantheon. In de tempel leven honderden ratten en muizen waarvan men gelooft dat het reïncarnaties zijn van Hindoestane heiligen. Ze worden door bezoekers vereerd en gevoederd met melk en zoete lekkernijen. Ze kruipen en lopen overal onder, boven en door: heel bijzonder en niet zo vies als we gedacht hadden :)
Onze rit Delhi-Bikaner deden we met de nachttrein wat telkens weer een zalige trip is! We love Indian Railways! Met telkens 4 in een compartiment doezelen we makkelijk in slaap op het regelmatige ritme van de trein. De busrit van Bikaner naar Jaisalmer was andere koek… Die nachtbus vervolledigt toch wel onze top 3 van worst busrides ever… Op nummer 1 de onvergetelijke 18u durende hotsende botsende rit van La Paz naar Rurrenabaque. Rechtopzittend, geen toilet, kinderen met luizen achter ons,eten op onze schoot gemorst door de mensen voor ons, hitte, stof en een berrie op ons hoofd gevallen. Dan een verdienstelijke nummer 2 naar de bus in Marokko van Essouira naar Chefchaouen. 14u in een geur van kots en pis. Geen toilet maar daar stoorden onze medereizigers zich niet aan. En dan nu op nummer 3 een bus zonder ramen waar de springveren je ruggengraat hardhandig willen kietelen terwijl de gierende wind je het ademen beneemt. Wel maar voor 6u. Dat scheelt.
Gelukkig was ons eindpunt het schitterende Jaisalmer. Als een luchtspiegeling in de woestijn ligt er een enorm omwald fort op een berg met rondom een drukke woestijnstad in alle mogelijke tinten beige en bruin. Geradbraakt laten we ons in een mototaxi laden en worden we gedropt in onze oase voor de volgende 3 dagen. We leggen ons nog wat te slapen op het dakterras terwijl het hotel rondom ons wakker wordt. We zien er zo ellendig uit dat de Franse vriendin van de Indische hoteleigenaar onze kamer wijzigt en we een zalig lichte en frisse ruimte toegewezen krijgen. Na zo’n rit en een Delhi-belly is dat een droom! We schrobben de vieze bus van ons af en voeren de rest van de dag niet veel meer uit. Dat gaat ook moeilijk voor mij want ik heb de laatste dagen niet veel meer gegeten en voel me zo mottig als een schup… Na de eerste hitte van de dag dolen we rond het in het labyrint van middeleeuwse straatjes en bewonderen we de vele haveli’s; enorme huizen met fris binnenplein van koopmannen van vroeger. Jaisalmer werd rijk door de tax die het hief op de karavanen uit Perzië die na de Thar woestijn de stad moesten passeren onderweg naar het Oosten. Het was een ontmoetingsplaats voor koopmannen uit het Westen met die van India, Zuid-Oost-Azië en China. Chinese opium en zijde werden verruild voor Indische specerijen en Arabische noten en gedroogde vruchten. Na WO II verliep het grootste deel van de handel via de zee maar omwille van de oorlog met Pakistan is Jaisalmer nog altijd strategisch gelegen, ditmaal voor transport van bevoorrading voor de Indische troepen bij de grens.
Het enorme fort in Jasailmer is erg indrukwekkend en schitterend bewaard. De omwalling is 9km lang en heeft 99 bastions en 1 enorme toegangspoort. Verschillende paleizen van verschillende generaties van Maharaja’s werden nog bewoond tot Groot-Brittannië India overnam als kolonie en hun koninkrijken werden ingelijfd in de provincie Rajasthan. Tot nu zijn er nog Maharaja’s en prinsen. Hun titels blijven gelden zoals bij ons die van baronnen en hertogen maar hun politieke macht is verdwenen. Water is zoals in elke woestijn enorm kostbaar dus binnen de stad in het droogste gebied van India wordt al het water bewaard en herbruikt. Vlak buiten de stad ligt een oase vol kleine ghat’s (tempeltjes) rondom met trappen die het water inleiden en een grote toegangspoort. Het is een heel rustgevende omgeving, zeker bij zonsondergang. Gezinnen komen er de gigantische meervallen voeren die zich bijna op land wringen om een stukje brood, er vliegen reigers en enorme vleermuizen vissen (!) er naar waterinsecten: super om te zien!
Na Jaisalmer reizen we opnieuw met de trein 7u door naar Jodhpur, de zogenaamde ‘blauwe stad’. Opnieuw vroeger een ‘koninkrijk’ op zich, waren alle huizen hier blauw geschilderd om de termieten buiten te houden, nu zijn er nog zo enkele wijkjes over. Na Jaisalmer en Bikaner dachten we niet dat het nog indrukwekkender kon maar toch wel! Het fort van Jodhpur is zo mogelijk nog hoger gelegen, nog groter en massiever, nog verfijnder qua decoratie. Al sinds we in India zijn is het festival van Ganesha (zoon vanShiva met olifantenhoofd) aan de gang, dat langer dan een week duurt. In Jodhpur is het moment van de culminatie van dat festival aangebroken. Elke wijk of buurt maakt zijn eigen Ganesh-standbeeld, versiert een tractor, kruipt er met een hele bende achterop en rijdt onder luid gejoel de stad in, naar het grootste waterbassin. Eenmaal in de stad lopen de jongens en mannen achter de tractor en dansen als gekken. Really, zo uitgelaten als je nog nooit iemand hebt zien dansen... Een voor een mag elke wijk zijn Ganesh-standbeeld het bassin in gooien. Gepaard gaand met de typische Indische muziek uit gigantische boxen en het dansen, is het gooien van gekleurd poeder. Elke wijk heeft een andere kleur en gooit er kwistig mee in het rond. Ons plan is om gewoon een kijkje te gaan nemen en dan op ons gemak een lassi te gaan drinken op het marktplein bij de klokkentoren. Maar daar moet ook de stoet langs passeren. Met alle gevolgen van dien... Danig en toch wel all-over gezegend in fluoroze en felblauw zijn we vervolgens het evenement op het marktplein en omstreken. Maar als jij de bezoeker bent moet je niet zeuren als je door iedereen wordt uitgelachen en gewoon vriendelijk terug lachen. En dat is wat we doen: schaapachtig glimlachen naar alle vrolijk wijzende vingers, helemaal tot aan ons hostal waar het best wel even duurt voor we al dat poeder uit onze haren, huid en kleren gepoetst krijgen...
Van Jodhpur gaat het naar Udaipur in het zuiden, opnieuw met een nachtbus, maar dan de Indian-style deluxe-versie. Bovenin de bus zijn cabines - voor 1 persoon links, voor 2 personen rechts – met rode gordijntjes, in dezelfde kleur als de matrasachtige onderkant en een plexiglazen schuifdeurtje voor meer privacy. Het lijkt eigenlijk alsof je in een disco-doodskist ligt. Maar dan voor 2 personen in ons geval. Om 4u 's nachts komen we aan en worden we door onze rickshaw gedropt in onze zalige haveli met megagroot bed. Udaipur werd gebouwd vlakbij een groot meer en Maharaja na Maharaja werden er doorheen de eeuwen meer artificiële meren bij aangelegd, verbonden met elkaar door een kanaalsysteem. Rond en ook op de kleine eilandjes in de meren liggen overal gigantische, elegante paleizen. Vooral die op het meer lijken er wel op te drijven, ze zijn helemaal rond het eiland heen gebouwd. Opnieuw kijken we onze ogen uit in de vroegere luxe-optrekjes van de plaatselijke koningen en dwalen we rond in de kleine straatjes, gaan we even bekomen van de hitte rond de verschillende meren, in ex-Maharaja-prinsessen-tuinen, wandelen we de heuvels op om Udaipur ver onder ons te zien liggen bij de ondergaande zon,...
Halte 5 in Rajasthan is Pushkar. Een klein stadje gebouwd rond een meer waar Brahma naar verluidt een lotusbloem zou hebben laten vallen en nu dan ook het heiligste water na dat van de Ganges. Brahma is 'de nummer 1' van de heilige drievuldigheid Brahma – Visjnoe – Shiva en is de schepper van de 3. Het hele jaar door komen hier duizenden pelgrims van heinde en verre heen om allerlei complexe rituelen te laten uitvoeren en zich te baden in het meer. Duizenden pelgrims en duizenden hippies. Voornamelijk uit Israël. Die hier ook hun spirituele ei komen leggen, al dan niet vertoevend in de hogere sferen van Mother Ganga. Pushkar heeft zich dan ook, naast Hindoe-pelgrimsplaats, heruitgevonden als Hippie-mekka met alle commerciële gevolgen van dien. Je ruikt overal patchoelie, ziet overal winkeltjes voor hippiekleren en hoort overal Mr. Marley uit de boxen schallen. Peace, love and understanding my brother. Maarten en ik blijven een paar uur zitten in de ghats die toegang geven tot het meer. We zien rijk en arm, gezinnen en koppels passeren om door Brahma-'priesters' rituelen te laten uitvoeren om hun karma te zuiveren. Heel bijzonder. Vreemd ook dat in zo'n restrictieve cultuur wat betreft het tonen van je lichaam of het tonen van affectie, hier iedereen zich vlotjes uitkleedt om zich te baden in het water. Mannen én vrouwen door mekaar.
Na het iets rustigere Pushkar sporen we door naar onze laatste stad in Rajasthan, de hoofdstad Jaipur. We hadden al vaak gehoord dat Jaipur gewoon een klein-Delhi is maar dat valt goed mee! We ontdekken eindelijk een begrijpelijk bussysteem dus naast lange wandelingen kunnen we nu eindelijk ook gemotoriseerd vervoer nemen, want rickshaw's proberen we zowat te vermijden. Er zijn zelfs 2 opties! De sjiekere, stadbussen van de overheid met airco en al, en dan - een beetje Zuid-Amerika-style - zijn er de aftandse busjes waar er iemand uit de 'deur' (of iets wat ervoor moet doorgaan) hangt om te roepen waar de bus heen gaat, mensen er zo snel mogelijk op te stouwen als ze mee willen en ook het geld voor het ritje komen innen terwijl zijn collega de chauffeur in een waanzinnig spelletje 'chicken' door het Indische verkeer laveert, uiteraard onophoudelijk gebruikmakend van zijn claxon... Jaipur ligt zoals we al van Rajasthan gewoon zijn vol forten en paleizen, midden in de stad of met prachtige uitzichten op hoge bergtoppen. Een beetje paleismoe wandelen we enkel naar de hoger gelegen forten en wat een view! Jaipur is een stad die gesticht werd op basis van een heus plan, en niet zomaar gegroeid is vanuit een groepje bewoners. Het volgt de Hindoemap van het universum en is opgebouwd uit een grid van 9 blokken. Je ziet dus mooi het dambordpatroon van grote lanen, afgezoomd met bomen, de paleizen, de waterbassins en het hele sjieke gigantische hemelobservatorium uit 1728 van stadsstichter Maharaja Jai Singh. De lieve man was zeer geïnteresseerd in de hemellichamen en als je Maharaja bent, bestel je natuurlijk alles in't groot. De instrumenten zijn dan ook de grootte van een uit de kluiten gegroeide stadswoning. Heel indrukwekkend! Ons laatste wapenfeit is een busritje naar een fort een tiental kilometer buiten Jaipur dat misschien wel het mooiste gelegen is van allemaal! Opnieuw hoog op een berg met zicht op de omringende heuvels, beneden een groot meer met een prachtige tuin als eiland er middenin. En wat nóg beter is, is dat we er op een olifant gezeten in rijden. Like a boss :)
En daarmee hebben we Rajasthan achter ons gelaten en zitten we nu in Agra, stad van de Taj Mahal. Meer daarover binnen een paar dagen :)
Veel liefs,
Maestro en Divtsje