Blijkt dat je er niet met de boot naartoe kan (het kan wel, maar buitenlanders mogen niet...) maar vluchten zijn goedkoop en die resorts, dat valt allemaal nog wel mee. Ze zijn er vast en zeker, maar goedkope accommodatie is er ook! En het feit dat het in vergelijking met de andere Zuid-Oost-Aziatische landen weinig populair is, maakt de Filipijnen voor ons alleen maar aantrekkelijker :) Dàt en de paradijslijke stranden en prachtige onderwaterwereld natuurlijk!
Edus kochten el Pinxten en ikzelve ons in Phnom Penh een illegale Lonely (want de Filipijnen zijn niet opgenomen in onze Zuid-Oost-Azië-gids) en boekten we een vlucht vanuit Kuala Lumpur naar Cebu op 30 mei en terug vanuit Manila op 27 juni!
Juni is het begin van het regenseizoen dus besluiten we ons te beperken tot de regio's die hier het minst last van hebben: de Visayas en Luzon. De Visayas liggen 'in het midden' van de archipel, daardoor worden ze door de omliggende eilanden beschut van de hevigste regens. Luzon is het grootste Filipijnse eiland (en 'thuis' van hoofdstad Manila) en ligt helemaal in het noorden waar de regen pas echt een probleem wordt in juli. Uiteindelijk maakt dat niet uit want we vinden de Visayas zo leuk dat we niet eens in Luzon zijn geraakt :)
Eenmaal het moment daar is, besluiten we om onze bewegingen op de Visayas zelf ook te beperken. Een regio van 15+ eilanden herleiden we tot 3, met wat dagtripjes erbij. We zitten ondertussen in de helft van onze trip en voelen na 9 maanden rondhoppen reismoeheid optreden. Het langst dat we ergens ter plekke zijn gebleven is 5 dagen en dat is maar 3 keer voorgevallen. We hebben echt zin om eens ergens wat langer onze rugzak in een hoek te kunnen laten staan en op die plaats dan ook liefst zo weinig mogelijk te gaan exploreren, hoe vreemd dat ook mag klinken :) Gezien we veel bevreemde reacties kregen toen we zeiden ook richting de Filipijnen te trekken, hier een korte introductie voor iedereen die ons zei: “De Filipijnen, daar kan ik me echt niets bij voorstellen!”
Geografisch gezien zijn de Filipijnen een enorme archipel van meer dan 7000 eilanden (“afhankelijk van het tij” is het plaatselijke mopje...) in de Pacifische Oceaan. De meesten hebben een heuvelachtig en tropisch bebost binnenland en rondom een kustlijn met aquamarijnkleurig water en prachtige koraalriffen! Boven tektonische platen gesitueerd zijn in de Stille Oceaan heeft echter zo zijn nadelen... Een landschap bedekt met vulkanen, aardbevingen die de eilanden regelmatig door mekaar schudden en tropische megastormen die weinig overeind laten van de nipahutjes wanneer ze over de regio razen.
Religie! Jaarlijkse beelden op het nieuws van mensen die zich met Pasen aan een kruis laten nagelen doen vast een belletje rinkelen. De ultrakatholieke Spanjaarden hebben hier vanaf hun aankomst in de 16e eeuw de Filipino's Jezus, Maria en Jozef 400 jaar lang en met veel succes door de strot geramd! In combinatie met hun onmiskenbaar uitgelaten natuur ('gezichtsverlies' is hier zoals overal in Azië het ergst denkbare maar gelukkig wordt de emotie 'blijdschap' hier wél kwistig tentoongespreid!), het overweldigende belang van familie en het bevreemdend ijzersterke bijgeloof (geesten, '(on)geluk', 'het lot',... worden hier allemaal héél serieus genomen!) zorgt dat voor een beleving van het Christendom dat maar weinig gelijkenissen vertoont met wat we kennen uit Europa... Passioneel en vol overgave, fanatiek en fervent, op de letter van de Bijbel en tegelijk zo schizofreen animistisch als maar zijn kan, puriteins maar ook op een vreemde manier losbandig. Kleurrijk is het sleutelwoord hier, letterlijk en figuurlijk... Maria wordt aangekleed in felle gewaden, Jezus blinkt in flashy spuitverf en met dramatisch rollende ogen op de flanken van jeepney's en de talloze tricycles trakteren je van elke mogelijke zijde met de meest willekeurige bijbelcitaten.
De Filipino's zijn trouwens met veel. Héél veel. In 2011 waren ze met meer dan 100 miljoen maar geboortebeperking is hier op z'n zachtst gezegd nogal een taboe. De economie is over de jaren heen wel een beetje gegroeid maar de bevolkingsexplosie doet dat effect per inwoner volledig teniet. Persoonlijke ruimte is een concept dat hier dan ook op gefronste wenkbrauwen wordt onthaald. Persoonlijk? Ruimte? Samen. Gedeeld. En daar leg je je, net als in India, beter bij neer of anders word je gek. Jeepney's worden voller dan vol geladen, zodat je met je ogen toe en lang nadat je uitgestapt bent elke porie, elk geurtje en geluid van je medepassagiers kan dromen. In Pinoyrestaurants worden op de menukaart de gerechten opgedeeld volgens het aantal mensen met wie je elke schotel kan delen. Huisjes op het strand worden door meerdere Filipinofamilies gedeeld om een weekendje door te brengen en natuurlijk breng je ten allen tijde je eigen picknick mee, voldoende om een leger mee te voeden!
Filipino's die werken in het buitenland doet waarschijnlijk ook een belletje rinkelen. Het BNP wordt zowat gedragen door het geld dat expat Filipino's terugsturen naar huis om hun familie's te onderhouden. Ze werken als huishoudster, keukenhulp, bouwvakker, mijnwerker of op vrachtschepen en zonder de miljarden die ze jaarlijks overschrijven zouden veel familie's hier waarschijnlijk in nog veel schrijnendere armoede leven. Want armoede is er, zoals we sinds India niet meer hebben gezien. Vooral in de steden. We komen aan in Cebu City en hoewel Maarten de stad charmant vond in z'n groezeligheid was ik eigenlijk voor de eerste keer in lange tijd geschokt door de armoede, ellende en algemeen verval overal om ons heen. Alles schreeuwde een desolaat 'roeien met de riemen die we hebben' en overal zagen we straatkinderen in lompen bedelen bij de auto's aan kruispunten. De rest van onze tijd brengen we vooral door buiten de steden en hoewel mensen hier écht met weinig moeten toekomen en meestal leven in golfplaten, palmbladeren of houten hutjes valt het op het platteland iets beter mee. Een industrie om van te spreken is hier niet echt en we vragen ons oprecht af wat mensen hier van werk doen...
Na 400 jaar repressief koloniaal beleid van Spanje werden de Filipijnen eind 19e eeuw na een Spaans-Amerikaanse oorlog (een dispuut rond suikerhandel op Cuba) 'verkocht' aan de Verenigde Staten. Niet dat ze de Spanjaarden zo'n warm hart toedroegen, maar begrijpelijkerwijze waren de Filipino's hier niet blij mee. Een opstand werd echter neergedrukt door de Amerikanen, met de belofte van onafhankelijkheid op termijn. Scholen werden gebouwd, infrastructuur ontwikkeld en de situatie voor de Filipino's verbeterde aanzienlijk. Niet dat de Amerikanen zo'n voorbeeldige altruïsten waren, de eilanden zijn strategisch nu éénmaal goed gelegen. Dit zorgde er jammer genoeg wel voor dat ook de Filipijnen werden betrokken in Wereldoorlog II. De Japanse invasie en vervolgens de Amerikaanse herovering maakte tienduizenden slachtoffers en een platgebombardeerd Manila, ooit de Parel van het Oosten, als resultaat. Het einde van WOII bracht onafhankelijkheid maar daarmee (het wordt een trend!) was de ellende natuurlijk nog lang niet voorbij. Het repressieve beleid van Ferdinand Marcos en Imelda met al haar schoenen duurde tot in de jaren '80. Corruptie, schandalen en een kwakkelende economie zijn nog altijd schering en inslag.
Een voorliefde voor junkfood (Thank you, USA!) ook. Hamburgers vind je altijd en overal en de Filipijnse variant is er één van nóg meer vet en nóg meer suiker. Suiker wordt hier trouwens zowat overal ingeflikkerd. Spaghettisaus van ketchup en suiker. Rijst met goulash vol suiker. Brood met suiker. Banketbakkertjes kom je hier om de 10 meter tegen en de patisserie is niet eens zo slecht, spotgoedkoop en zit tsjokvol suiker! Maar hét geliefde gerecht blijft rijst met varkensvlees. Als ontbijt. Lunch. En avondeten. Varkensvléés is eigenlijk al teveel krediet geven aan wat ze je voorschotelen. Als je je bord gaat dissecteren schat ik dat 20% vlees is, 50% vet en 30% bot en kraakbeen. Voor de culinaire ontdekkingen hoef je niet naar de Filipijnen te komen. Chance dat het hier mangoseizoen is of we zouden zwaar ondergevitamineerd terugkeren!
Die recente aanwezigheid van de US of A heeft er gelukkig ook voor gezorgd dat het niveau van Engels hier echt heel goed is! Dat is niet alleen praktisch, maar zorgt er ook voor dat het net als in Maleisië en India mogelijk is om een praatje te slaan met mensen die je hier ontmoet. Iets wat we in de rest van Azië toch wel wat gemist hebben... Ze zijn bovendien supervriendelijk en hyperbeleefd! Excuse me ma'aaaaaaaaaaaam, thank you siiiiiiiiiiiiiir, have a nice daaaaaaay! Hun zangerige Engels en gemeende glimlachen gaan we nog missen :)
Voilà! En dan nu wat we daar allemaal precies uitgevoerd hebben :) Wel, zoals ik al zei: niet zoveel als elders. Onze rechtstreekse vlucht naar Cebu werd enkele weken voordien geannuleerd en omgeleid over Manila dus we zijn iets langer onderweg dan voorzien. Onze vlucht loopt 1u vertraging op omdat de motor niet lijkt te willen starten... Niet zo bemoedigend maar we stijgen dan toch op en landen met nog eens 20 minuten vertraging daar bovenop (door een gebrek aan landingsplaats) in Manila, hoofdstad van de Filipijnen. We hebben maar een uurtje meer over tot onze connecterende vlucht naar Cebu dus we maken ons een beetje zorgen. We kennen de luchthaven niet en ik herinner me nog levendig 2 gelegenheden waarbij ik hard heb moeten crossen door de gigantische luchthavens van Newark en Madrid om een connectie niet te missen... De Filipijnse stewardesse giechelt wanneer ik vraag hoe ver de terminals uit mekaar liggen en zegt dat ik me geen zorgen hoef te maken. Een halfuur later weten we waarom... Ik zal er niet veel naast zitten als ik zeg dat de luchthaven waar we landen (er zijn er 2, de andere is blijkbaar beter) ongeveer de grootte heeft van het Lijnbussenplatform bij het station in Leuven. De uitgang naar het tarmac ligt op 3m van de immigratiehokjes, die op 3m gesitueerd zijn van de bagageband die op 2m ligt van de douane, die een klein bureautje hebben vlakbij de deur naar buiten. Buitengekomen moeten we ongeveer 5m wandelen naar de volgende terminal, waar alles opnieuw nogal op mekaar gepropt staat, om het zacht uit te drukken. De check-in balie's hebben een A4-tje achter zich hangen met de bestemming en achter de stewardessen loopt er een man heen en weer om de bagage van elke balie op de automatische transportband 1m achter hen te leggen. Onze vlucht naar Cebu heeft ook vertraging maar na een uurtje in een overvolle wachtzaal zien we vooraan iemand een kartonnetje met 'Cebu' opheffen en onze bestemming over het geroezemoes gillen. Time to go!
Taxi's blijken hier spotgoedkoop en voor 2 euro staan we na een halfuurtje rijden vanaf de luchthaven van Cebu City in ons geboekte hostal. Om 20u is alles wat vaagweg lijkt op een restaurant al gesloten, horen we bij de receptie, en sowieso liggen alle eetgelegenheden op minstens een halfuur stappen. Maarten waagt zich toch de groezelige stadsjungle in en het enige wat nog open is, is Jollibee's, de plaatselijke McDo. Gesuikerde hamburgers in gesuikerde broodjes met cocktailsaus: welcome to the Philippines! De volgende dag blijkt er in Cebu City echt de ballen te zien. We wandelen langs het monument voor Ferdinand Magellan (Cebu is waar de Spanjaarden in 1521 op de Filipijnen geland zijn) en het kruis dat hij hier neergepoot heeft, we gaan naar de markt en kopen spotgoedkope mango's, we bezoeken het Spaanse fort (of wat ervan overblijft...), we zoeken vruchteloos naar een bankcontact zonder belachelijk lage afhaallimiet en vluchten dan zowat terug naar ons hostal. Gelukkig hebben we de volgende dag al een activiteitje op stapel staan! Toen we in Thailand mijn verjaardag vierden met Seth (die we in Nepal hadden leren kennen) was daar ook Dee bij, een vriendin van hem. Dee is Filipijnse en woont intussen al 12 jaar in Thailand waar ze les geeft op een middelbare school. Toen we vertelden dat we naar de Filipijnen gingen bracht ze ons in contact met Jaimie, een vriendin van haar die daar nog woont. Die organiseert elke zondag samen met de leden van haar kerk een gaarkeuken voor straatkinderen in Cebu City. Dit keer is er echter ook een trip naar Bantayan Island gepland, een klein eilandje ten noordwesten van Cebu dat hevig getroffen werd door superstorm Haiyan. De kerk zamelde fondsen in om schoolmateriaal te kopen voor de lagereschoolkinderen. Veel gezinnen zijn alles kwijt en hoewel school lopen gratis is, is voor veel gezinnen een schriftje en potlood aankopen al te duur. Zeker nu. We gaan mee om te helpen het materiaal uit te delen! Nu, als ik zeg 'kerk', moet je je daar niet teveel bij voorstellen... Zondagavond worden we opgepikt door een busje met de ganse kerkpopulatie in: een Filipijns koppel vijftigers dat 25 jaar in Australië heeft gewoond en gewerkt en nu op pensioen is in hun thuisland, Jaimie, de 24-jarige pastoor, en nog een jong koppel twintigers. De man van het Australisch/Filipijnse koppel heeft 7 jaar geleden het licht gezien en heeft zich laten dopen tot evangelist. Hij heeft zich een pastoor gezocht en een kerk opgestart in Melbourne, die intussen meer dan 100 leden telt! Zodra de kinderen het huis uit waren en ze genoeg hadden om toe te komen op de Filipijnen, zijn ze terug geëmigreerd naar hun thuisland. Daar heeft hij zich opnieuw een pastoor gezocht, grond gekocht, daar een kerk op gebouwd en een busje aangekocht. Een deel van hun spaargeld is enkel voorzien voor de kerk en de goede doelen die ze daarmee steunen. De rest hebben ze geïnvesteerd in 3 appartementen die nu al het driedubbele waard zijn omwille van recente investeringen van Zuid-Korea in die regio van Cebu... The man has a plan :) We zijn danig onder de indruk van de manier waarop ze zich inzetten voor de mensen rondom zich die het minder getroffen hebben dan zijzelf.
Off we go to Bantayan! Het ritje naar noord-Cebu duurt 5 uur, daar wachten we tot 3u 's nachts op de ferry en om 5u 's morgens komen we aan op Bantayan, waar we om 6u aankomen in het huis van een bevriende pastoor. Eindelijk de benen strekken! Als ontbijt krijgen we de restjes van het verjaardagsfeest van hun zoontje die gisteren 7 is geworden. Hét gerecht bij feestgelegenheden? Varken aan het spit! Wat over is, wordt op verschillende wijzen verwerkt in stoofpotjes en de volgende dag gegeten met (wat anders?) rijst. Best lekker! Om 7u30 vertrekken we naar het schooltje van zijn parochie, waar de leerlingen allemaal in rijen buiten staan te wachten om ons welkom te heten: ongelooflijk! De dozen worden uitgeladen en we delen in sneltempo pakketjes schoolmateriaal en tandenborstels uit aan de lange, lange rijen! Wanneer we door Bantayan rijden zien we overal vernielde huizen en hutjes met daarnaast iglotentjes van de Verenigde Naties, waar de bewoners 'tijdelijk' in kunnen wonen. De tyfoon is ondertussen meer dan 7 maanden geleden maar de heropbouw verloopt traag. Ook de directrice van de school woont nog steeds in een tentje en het dak van de school is, vlak voor het regenseizoen, nog steeds niet gerepareerd. Daar is geen geld voor. Het is één ding om de gevolgen van een dergelijke natuurramp op het nieuws te zien maar nog iets heel anders om echt tussen de ruïnes te lopen van de mensenlevens die hierdoor werden getroffen. Hoe vreemd de religieuze overtuigingen van de leden van Jaimie's kerk voor ons ook mogen zijn, we kunnen niet anders dan hen bewonderen om het werk dat ze leveren. Het instituut Kerk dat wij kennen van pompeuze gebouwen en weelde heeft niets te maken met wat we hier bij hen zien.
De volgende dag trekken Maarten en ik naar het uiterste zuidwesten van Cebu, Moalboal. Een klein plaatsje vooral bekend om de prachtige koraalmuur op slechts 30m (!) van de kust en 'Pescador Island' waar je mooi kan gaan duiken. Aangekomen horen we echter dat er niet al teveel meer te zien is bij Pescador (en wanneer we daar gaan snorkelen kunnen we dat alleen maar beamen...) dus we beperken ons tot het rif bij de kust (waar we meer vissen zien dan bij Pescador) én gaan een kijkje nemen bij de school sardientjes die hier af en aan huist, gelukkig ook wanneer wij er zijn! On-ge-looflijk vet! Als ik zeg dat het honderdduizenden sardientjes zijn overdrijf ik niet eens! Maarten zegt dat het er miljoenen zijn (en ik, eerlijk is eerlijk, kan niet schatten) maar wat er ook van zij: het waren er alleszins vééééééél! Vlakbij de kust zwermt een dikke, zwarte stroom visjes zover je kan zien. Wanneer je erin zwemt, wijken ze in één vloeiende beweging uit mekaar en weg, heel cool om te zien! Aan de koraalmuur zien we prachtig koraal en supermooie visjes maar vooral: zeeschildpadden! Voor Maarten niet de eerste keer, voor mij wel! Ze komen naar het rif om zeewier te eten en trekken zich weinig aan van hun omgeving dus je kan er best lang langs zwemmen om ze te bewonderen: heel leuk! Moalboal is best chill, we vinden een gigantische bungalow voor een prijsje waar ze bovendien héél lekker Westers eten klaarmaken (we zijn de rijst en noedels even beu, ook omdat de Filipijnse variant daarvan niet zo geslaagd is...) en het snorkelen is tof maar na 3 dagen hebben we het er wel gezien en trekken we verder. Via het uiterste zuidelijke tipje steken we over van Cebu naar het eiland Negros waar we even stoppen in Dumaguete, een universiteitsstadje. Veel is er niet te zien, het stadje is best lelijk. Gelukkig wel is er een grote faculteit geneeskunde vlakbij ons hostal want de stroom babykwalletjes die we in Moalboal telkens door moesten om zeeschildpadden te spotten bij de koraalmuur was op het moment zelf onaangenaam, maar nu ronduit vervelend gezien ik overal waar ik gestoken werd jeukende, rode huiduitslag heb gekregen... Yep, again... My skin says NO to Asia! Na een halfuurtje kunnen we al terecht bij een dermatologe die meteen vraagt of ik toevallig tussen de kwallen heb liggen zwemmen en me het nodige voorschrijft. Ze weet me ook te vertellen dat ze inschat dat mijn mysterieuze huiduitslag die ik in Noord-Thailand had opgelopen en die met de regelmaat van de klok nog altijd opduikt waarschijnlijk zal verdwijnen zodra we van klimaat veranderen. Ergo: weg hitte en vochtigheidsgraad 99%, weg huiduitslag. Ik kijk er al naar uit!
De volgende dag zetten we onze tocht verder naar ons doel op Negros: Sugar Beach bij Sipalay, aan de westkust. Een verlaten strand waar je niet zomaar geraakt, waar slechts een handvol hostals zijn en bovendien eentje met superlekker eten: check! De ideale plaats om onze te lang uitgestelde rustpauze te houden van het backpacken. Ja ja, een luxeprobleem, we know! Maar van telkens weer in en uit te pakken, constant rond te hoppen en nooit ergens twee keer na mekaar hetzelfde te zien/proeven/ruiken/meemaken wordt je ook moe, zo blijkt :) We doen er de hele dag over om er te geraken en nemen in totaal 2 tricycles, 3 bussen en één bootje dat zo smal is dat ik héél hard hoop dat het niet omslaat! Maar we geraken er! Een wandelingetje over het strand brengt ons bij Taka Tuka Lodge (dit komt Pipi Langkouskenners wellicht bekend voor...) waar we 'The Room of Rock' toegewezen krijgen: toepasselijk! Het hostal en de kamers zijn echt crazy en prachtig! Alles is op de meest fantasierijke en creatieve manier aangekleed: van het plafond, tot de bar, tot de lichten boven de tafeltjes, tot de toiletten, de tuin en de kamers. Niet te geloven! Ons bed is een podium, de leeslampjes zijn elektrische gitaren, er zijn plectrums verwerkt in de douche en boven ons eigen terrasje buiten bestaat de verlichting uit 2 groene lampen verwerkt in de oogkassen van een buffelschedel. We love it :) We hadden geen betere plaats kunnen kiezen om niets te doen! Er is een uitgebreide bibliotheek, er hangt een TV-scherm met 20 gratis en recente films in de kamer, ons privéstrandje is het mooiste van de hele baai en het eten is om je duimen en vingers bij af te likken! De Zwitserse eigenaars zijn supersympathiek en we zijn het grootste deel van de tijd de enige gasten (het is laagseizoen), best prettig :) Wat doen we daar? Wel, niks :) Eten, drinken, lezen, zwemmen, luieren op het strand, filmpjes kijken 's avonds (een streepje thuis!) en dat zal het zowat zijn! We doen wel één uitstapje op maandag naar de plaatselijke markt in Sipalay met de hostalboot waar we de vissers jonge tonijn zien verkopen: 50kg per stuk, nog niet volgroeid!
Na 7 dagen voelen we dat het terug tijd is om verder te trekken, we willen toch íets van de Filipijnen hebben gezien, en beginnen aan de lange weg terug naar Dumaguete. Op zich niet erg want de rit is adembenemend mooi! De weg slingert door de bergen, langs rijstvelden en kleine dorpjes: echt prachtig!
Het hostal waar we (opnieuw) verblijven regelt een duiktrip naar één van de mooiste duikplekken op de Filipijnen die goedkoper uitkomt dan het allemaal zelf te regelen, dus de volgende dag vertrekken we met Patrick & Karen (Australië), een stille Koreaan en Aymen uit Tunesië naar Apo Island. Het is één van de mooiste plekken die wel al gezien hebben! Veel leven en heel gevarieerd en prachtig gekleurd zacht en hard koraal: wapperende oudroze bonzaïbosjeskoraal, zachtblauw hersenkoraal, oranje versteendebomenkoraal,... We weten niet waar we naar kijken, maar het ziet er mooi uit :) Dichtbij het eiland kunnen we na het duiken nog even snorkelen en ik heb er spijt van dat ik door een kwallencreche ben gezwommen om zeeschildpadden te zien in Moalboal want waar we hier ook kijken: overal snackende zeeschildpadden! Anderhalve meter groot met prachtig getekende schilden, kleintjes die helemaal mosgroen gekleurd zijn en allemaal even indrukwekkend! Ze trekken zich niets aan van onze bewonderende aanwezigheid en eten rustig verder: enorm vredig zicht.
We krijgen van Aymen de tip om de dag erop de trip terug te maken naar Cebu om aan de oostkust in Oslob te gaan snorkelen met walvishaaien. Het seizoen loopt op z'n laatste benen dus we waren niet van plan om er naartoe te gaan mààr blijkbaar houden ze de walvishaaien maximaal daar door ze te voederen. Niet héél koosjer natuurlijk maar bij aankomst om 7u krijgen we een briefing over wat we wel en niet mogen rond de walvishaaien en horen we dat er een marinebioloog op de site aanwezig is. Toch iets gerustgesteld :) Wat kan ik hierover zeggen? Het was een ongelooflijke ervaring! We moeten in principe op een afstand blijven van minimaal 4m maar in de praktijk blijkt dat al snel schier onmogelijk... Er is voer en ze hebben honger :) De dieren zijn enorm groot, 7 à 8m schatten we. Hun mond is zo breed als hun lichaam en zuigt het water binnen waar ze vanop de bootjes voer in gooien. Als je naast hen zwemt, voel je langs hun kieuwen een stroom van water weer naar buiten geduwd worden! Ze trekken zich weinig aan van je aanwezigheid dus je kan rustig met je zwembril en snorkel toekijken terwijl ze rond je zwemmen en happen. Tenzij je achteruit zwemt om er één te ontwijken die naar je toe komt om dan te merken dat er achter je óók één zich al happend naar je toe werkt. Dan is het niet zo rustig en zwem je best heel snel opzij weg :) Een halfuur lang mogen we van dit schouwspel genieten en dan worden we weer naar de kust gebracht.
Een uurtje later zijn we opnieuw in Dumaguete op Negros! 's Avonds is Aymen er niet meer, maar hebben we opnieuw afgesproken met Patrick en Karen om te gaan eten én de wedstrijd België-Alergije te zien! Fijn dat we met een pintje of rum-mango in de hand van de overwinning kunnen genieten :)
De volgende dag nemen we opnieuw de ferry en varen we voorbij Cebu door naar Bohol, een klein eilandje van een dikke 60 op 80km. We verblijven aan de kust in hoofd'stad' Tagbilaran en van daaruit huren we de volgende dag een motor om het eiland mee te verkennen! We rijden het binnenland in naar de 'Chocolate Hills', één van de highlights van Bohol. Een veld van kalkstenen ronde heuvels, allemaal ongeveer dezelfde grootte, bedekt met gras. Eigenaardig en best mooi! Maar dé attractie van vandaag zijn toch de tarsiers... Het op één na kleinste aapje ter wereld (ter grootte van de palm van je hand!) die je enkel op Bohol kan zien (laten ze ons geloven...). Ze zien er heel grappig uit met hun enorme bolvormige ogen die niet kunnen draaien (!) terwijl hun hoofd dat weer wel de volle 180° kan! Ze hebben lange, dunne vingertjes waarmee ze zich aan de takken vastgrijpen. We bezoeken een klein natuurpark waar je ze in hun natuurlijk habitat kan zien. Het zijn nachtdieren, maar er zijn op strategische plaatsen met grote, donkere bladeren 'schaduwplekjes' gemaakt, waar de aapjes vanzelf naartoe komen om overdag te slapen. Je kan ze eigenlijk dus heel goed zien en sommigen zijn zelfs wakker, hoera :) We zien er zeven en dan rijden we verder. We besluiten niet dezelfde weg terug te nemen maar een grote loop te maken verder het binnenland in en zo opnieuw richting Tagbilaran te gaan. Het ritje door kleine dorpjes, bossen en rijstvelden is adembenemend mooi! Het is het begin van het regenseizoen (waar we héél veel geluk mee hebben want los van een paar buitjes is het 4 weken lang stralend weer!) dus alle boeren zijn in de weer met hun jonge rijstplantjes die in het meest heldere uraniumgroen dat we ooit gezien hebben op een kluitje geplant staan. Die worden nu uitgetrokken en verplaatst naar grotere velden waar ze tijdens het regenseizoen voldoende ruimte hebben om volwassen planten te worden. Het is zwaar en langzaam werk waarbij de boeren de ganse dag voorovergebogen staan. We willen niet weten hoeveel hernia's hen dat al gekost heeft... Gemotoriseerde middelen om de vaste kleigrond om te woelen zie je hier trouwens amper: waterbuffel met ploeg is waar ze het meestal mee moeten doen... Onderweg terug passeren we een dorpje waar er net hanengevechten bezig zijn op het lokale basketbalplein (dé nationale sport!) :) Middenin staat er een boksring en op de tribunes stikt het van de joelende Filipino's. Wanneer de weddenschappen voor de volgende 'match' worden ingezet weerklinkt er een oorverdovend gejoel! De gevechten duren trouwens hoop en al 30 seconden. De haan die verloren heeft wordt nog even op zijn pootjes gezet maar als ie omvalt is de wedstrijd beslist en belandt ie onverbiddelijk in de pot. Er kan ethisch best wel iets gezegd worden voor het haarscherpe centimeterslange mes dat aan één van hun poten wordt bevestigd maar dat zal de Filipino's worst wezen! Kippenworst dan welteverstaan. We zijn 's avonds laat pas terug in Tagbilaran en besluiten een Pinoy restaurant te proberen dat in onze reisgids staat. Upmarket Filipinofood, dat moet goed zijn, toch? Nee hoor... Mijn groenten zijn nog ok (hoewel overgoten met saus) maar Maarten's gegrild varkensvlees bestaat voornamelijk uit bot, kraakbeen en vet. Again. We geven het op: de Filipinokeuken trekt op niks...
Next stop: Panglao Island! Een klein eilandje vlak voor de kust van Bohol waar het mooi duiken is. We zijn ondertussen eind juni en we tarten de weergoden maar ook vandaag is de lucht stralend blauw en wanneer we onze duiktrip boeken voor de volgende dag horen we dat het zo nog 3 dagen lang zou moeten blijven: perfect! Alleen zit de plaatselijke Frank De Boosere er ook wel eens langs... Wanneer we opstaan is de hemel muisgrijs en de zee zo slechtgezind dat ons bootritje naar Balicasag, de duiksite, niet zo chill verloopt... Halverwege breekt het roer zelfs af! Maar als je weinig geld hebt, is plantrekkerij een belangrijke eigenschap :) Twee dikke en lange scheepstouwen worden uitgeworpen die, zolang we traag varen, ons op koers houden. Slim! De duik zelf is gelijkaardig aan wat we zagen bij Apo Island en dus heel mooi! De 2e duik van de dag zit er jammer genoeg niet in, de opkomst van het tij na de middag zou het te moeilijk maken om met het 'scheepstouwroer' naar de kust terug te kunnen varen. Jammer, maar helaas! Onze volgende en laatste dag op Panglao is wel weer schitterend mooi en we zwembadcrashen in het chique resort langs ons hostalletje waar de ganse dag lang niemand ons doorheeft :) We hebben intussen al wel genoeg strand gezien en omdat het motorritje in het binnenland van Bohol ons zo is meegevallen besluiten we terug te gaan naar Tagbilaran en daar onze laatste dag mee te vullen, voor we onze vlucht hebben in Cebu City naar Manila. Rijstvelden, grillige heuvelruggen in een bergachtig landschap, kleine dorpjes waar de mensen ons verrast aankijken en gezellige marktjes waar we kokoswijn met pepsi proeven :) Een heel leuke en mooie laatste dag op Bohol! Onze voorlaatste dag Filipijnen is puur transport: van Bohol de ferry naar Cebu, daar een taxi naar de luchthaven en vliegen naar Manila waar we 's avonds aankomen in de gortigste dorm in 8 maanden Zuid-Amerika en 9 maanden Azië. Shit happens, zeker in Manila! We zijn blij dat we er maar één dag hebben. Ons plan om nog naar het noorden van Luzon te trekken hebben we ergens halverwege de Filipijnen laten varen... Maar het land is zo mooi, voor Palawan en Luzon komen we met plezier nog een keertje terug! Alleen nemen we dan misschien een koffer mondvoorraad mee :)
Enfin, Manila dus. Druk verkeer, vuil, veel prostituees, veel shopping malls, veel fast food, veel Koreanen, weinig te zien. We gaan naar het historische stadsgedeelte 'Intramuros' (bleh,...), wandelen door het Rizalpark (de plaatselijke onafhankelijkheidsheld), steken de rivier over naar Chinatown (Chinatown is àltijd goed!) en keren per jeepney terug naar ons hostal. We komen net aan bij een gigantische shopping mall (one of many...) wanneer het ontzéttend hard begint te gieten! Dan de solden maar es checken :) Maarten vindt niet de verhoopte cheapass jeans maar ik wel de ultieme little black dress en na een groentenfestijndiner bij een saladebuffet (EINDELIJK!!!) gaan we op tijd slapen en staan we om 3u45 alweer op om de match België-Zuid-Korea te zien :) We zien de scheidsrechter nog net een rode kaart uitdelen aan Defour maar dan moeten we een taxi vangen naar de luchthaven voor onze vlucht terug naar Kuala Lumpur! Licht paniekske wanneer we aan de verkeerde luchthaven worden afgezet maar gelukkig liggen ze dicht bij mekaar en staan we netjes op tijd (en met onze allerlaatste pesootjes!) nog een uur aan te schuiven voor check-in in de pieniemienieterminal van AirAsia alwaar een Maleisische voetbalfanaat ons met zijn 3G op de hoogte houdt van de match. Gejuich in de rij voor immigratie wanneer Vertonghen scoort!
Na another on-time flight met AirAsia landen we opnieuw in de cleane hypermoderniteit van Maleisië. KL, I've missed you!
Nog een dikke 2 weken zullen we in Maleisië doorbrengen, verdeeld over Borneo en nog een paar dagen KL om ons work & travelvisum voor Australië te regelen.
Daarna: Indonesië! Het begint zowaar te korten :)