
Paragliden: eindelijk! Het toerisme in Nepal is gezien de geografie van het land heel erg gericht op de outdoors en omdat alles hier zo goedkoop is, is het hier de ideale plaats om dergelijke (hier dus helemaal niet) dure grapjes uit te halen! We spreken met 2 piloten die ons wat uitleg geven: supersympathieke Graham (UK) met 6000 (!) vlieguren en Peter (Tsjechië) met 2000 vlieguren en geen enkele zin voor humor of sociaal wenselijk vriendelijk gedrag. We boeken onze trip en de dag erop is het opnieuw stralend weer, ideaal voor massa’s thermale wind op onze namiddagvlucht! 3 keer raden wie mijn piloot blijkt te zijn? Zijn typische Oostblokkop ziet er niet naar uit alsof zijn humeur gewijzigd is. Laat ik mijn allereerste paraglide-vlucht verknoeien door Mr. Grumpyface? Hell no! Blijkt dat hoe meer ik hem steken geef omwille van zijn vieze kop, hoe sympathieker hij mij vindt. Whatever floats your boat! We rennen van de heuvel af op 1500m en na 5 minuten beledigingen in de lucht zijn we de beste maatjes geworden. We stijgen tot 2000m en in plaats van 25 à 30 minuten blijven we 50 minuten de lucht in en ben ik de laatste om te landen. Cheers Peter! Het uitzicht is schitterend - zelfs al zijn de sneeuwtoppen bedekt door de wolken - en na wat acrobatie scheren we tegen 40km/u in een spiraal naar beneden: yieehaaaaaaaaaa!
Next up: driedaagse raftingkampeertrip via een agentschap dat zich gespecialiseerd heeft in Israeli’s: spannend! Kwaliteit aan een goede prijs verzekerd maar een hele troep kan tegenvallen. Ze staan er niet bepaald om bekend dat ze rustig of beleefd zijn wanneer in kudde. Gelukkig is er met 7 Nepali (raftgidsen en helpers) en 12 Europeanen (4 Ned, 2 België, 2 Fra, 2 UK, 1 Ijsland, 1 Mex/Dui) wat tegenwicht tegenover de overige 10 Israeli’s en is het echt een fijne groep. Dag 1: 3u met de bus naar het begin van de trip op de Kaligandakirivier (niveau 4+) en 3u raften tot de eerste kampeerplaats. We hadden al geraft in Ecuador en Peru - ook allebei zogezegd rivieren niveau 4 - maar dit is echt wel andere koek. De rapids hier zijn echt supervet en veel talrijker en wilder dan waar we in Zuid-Amerika waren! We zijn met 3 raftboten van telkens 6 rafters en 1 gids en elke boot draagt zijn eigen materiaal (je kleren e.d.) mee in het midden. Dan is er nog 1 cargoboot met de tenten en het eten en 4 reddingskayaks. Maarten en ik zitten op 1 boot met Diego (28j, Mex/Dui) en Arnoud (30, Ned) die we al even kennen van Annapurna, Remy (20j, Ned), Bernie (30j, Fra) en onze raftgids Gautam. Aangekomen op ons kampeerstrandje laden we met z’n allen de boten uit (op enkele tamzakken na), zetten we de tenten op, gaan we water halen en zuiveren en beginnen we groenten te schillen. Wanneer alle voorbereidende werk gedaan is, is het bijna donker en schieten we in droge kleren. Een halfuurtje later worden we getrakteerd op de eerste kookkunsten, echt ongelooflijk! We eten hier beter en uitgebreider dan ooit en krijgen ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds een buffet voorgeschoteld van pasta of rijst, patatjes, verse groentjes,… Al wat je maar wil! We krijgen die avond een theetje met wat popcorn om op te warmen, dan verse (!) tomatensoep en daarna avondbuffet met dessert toe! Dag 2: tenten afbreken, ontbijt, boten inladen en weg! Best wel vreemd om nog met een slaapkopje ’s ochtends vroeg meteen een wilde rivier te gaan op raften Enkele rapids, omgekantelde boten en uitgeflikkerde rafters verder stoppen we om te lunchen op een strandje langs de rivier. Hoe ze het doen weet ik niet maar de schragen staan alweer klaar, vol lekkernijen: super! Nog 4u raften in de namiddag en we komen aan op de laatste kampeerplaats, op een grasveldje deze keer dat we delen met wat koeien. Theetje, soep, dinner en opeens komen ze aanzetten met een heuse taart om de laatste avond te vieren bij het kampvuur: heel fijn! Na een dag van 7u raften zijn we best moe dus lang houden we het niet uit. De laatste ochtend dezelfde routine: tenten afbreken, ontbijt, boten inladen en weg. We raften maar een drietal uurtjes waarvan het laatste uur eigenlijk alleen maar varen is; omwille van een dam op het einde van de rivier zijn alle rapids verdwenen. We mogen de kayaks uittesten, Arnoud springt van een 20m hoge brug en dan komen we aan bij het eindpunt. We laden de boten uit en vervolgens de bus die al klaarstaat in terwijl de kookploeg het eten klaarmaakt. Nadat alles stevig het dak op ligt vertrekken we voor de 5u-durende rit terug naar Pokhara. Dezelfde avond nog bekijken we de DVD die het agentschap van de trip heeft gemaakt. Geen enkele naam is juist gespeld in de aftiteling (best grappig) maar whatever: een DVD van onze rafttrip, hoe vet is dat! We zien onszelf in slow-motion begeleid door vette beats over de rapids scheuren: heel cool!
De volgende dag zien we de hele Annapurnatroep terug en gaat de helft ‘s avonds hotdogs eten (Pit-Stop, Pokhara: beste hotdogs ter wereld!) en de andere helft steak: yum! Na een Australische rode (eindelijk iets gevonden dat niet smaakt naar cola met druivensap) en happy hour Mai Tai’s trekken we naar ons dakterras met rum en cola. De dag erop ben ik niet veel waard...
Waar gaan we heen? Het plan was om naar Chitwan National Park te gaan maar we horen heel uiteenlopende verhalen van mensen die er zijn geweest. Gezien het meer richting de grens is met India, besluiten we toch een busticket te gaan halen en van iedereen afscheid te nemen. Heel raar want uiteindelijk spenderen we al bijna een maand al onze tijd met deze groep! Diego gaat naar Lumbini en daarna naar Darjeeling. Mark & Miri vatten een negendaagse rafttrip aan in Pokhara. Evgeni en Arnoud gaan mediteren in een ashram (wat een vreemde keuze is voor de 2 luidste en bier-loving leden van de bende). Sietske zit al in Chitwan en Ken trekt opnieuw Annapurna in. Next day om 7u zitten Maarten en ik alweer in een vrolijk versierde Nepalese rammelbus voor de 5u-durende trip naar Sauraha. Met Mike & Pete (Annapurna) die blijkbaar hetzelfde idee hadden! We laten de bergen achter ons en rijden richting het subtropische plateau vlakbij India. Na 5u stappen we uit de bus en in de hitte. We liften mee met een Jeep en stappen op goed geluk een hostal binnen waar heel toevallig Sietske al blijkt te zitten. Het hostal bestaat uit allemaal minibungalows in een rij, uitkijkend op een grote tuin met palmbomen, bloemenstruiken en pergolaatjes. Er is zelfs een huisolifant! Sauraha: het centrum is 1 lange zandweg met allemaal winkeltjes, hostals en jungle-agentschappen die parallel loopt met een smalle rivier, waar aan de overzijde Chitwan National Park ligt. Je medeweggebruikers: voetgangers, straathonden, geitjes, kippen, fietsers, brommers, jeeps, huifkarren met paard, ossengespannen en olifanten. Dit alles aan het gezapigst mogelijke tempo. Dezelfde namiddag fietsen we met Sietske en haar medekayakvrienden een eind de velden in naar het olifanten-kweekcentrum. Dit werd opgezet in '89 om het gedecimeerde olifantenaantal in Nepal (nog slechts 200) op te krikken. De olifanten worden geruild met nationale parken in India (om de genenpoel gezond te houden) of getraind en tewerkgesteld in toerisme of gebruikt als vervoersmiddel. Er staan zo'n 5 mannetjes en een tiental wijfjes met kalfjes. Ze worden goed verzorgd en uit wandelen genomen maar het blijft een beetje zielig om ze zo met een ketting aan hun poot te zien staan. De dag erop vertrekt Sietske 's ochtends naar Kathmandu en gaan we met Pete & Mike (de Aussie-broers waar we ook mee rondgehangen hebben in Pokhara en Annapurna) naar het olifantenbad kijken. Elke ochtend om 11u worden de olifanten uit het kweekcentrum daar gewassen maar het is een beetje een toeristencircus geworden. Voor 50 rupees krijg je een reddingsvest (er staat misschien 1m water in de bedding...) en mag je de olifant op, die dan water over je heen spuit. No thanks. We boeken met z'n 4 een wandeling in het park de dag erop en huren na de middag nog es fietsen om wat te gaan rondkarren. Zalig fietstochtje, op 5 minuten ben je het 'centrum' van Sauraha uit en zit je middenin de rijstvelden! Het is volop oogst dus je ziet hele en halflege velden waar mannen de rijst uit de aren slaan en verderop de resterende stengels opstapelen die worden weggebracht door ossenkarren. Op de lege velden zie je overal geitjes die worden uitgezet om de resterende stoppels op te eten en bij de tientallen boerderijtjes zitten vrouwen in groepjes op de grond en zeven boven grote doeken de rijst terwijl kinderen achter de kippen en eenden aanlopen. Tegen zonsondergang fietsen we terug naar het centrum want op dat moment verzamelt de lokale muggenpopulatie het grootste deel van hun dagelijkse portie Diew. Ook mét muggenmelk onder mijn lange mouwen en lange broek ben ik megalekker blijkbaar. Ik moet me af en toe bedwingen om mijn huid er niet af te stropen van de jeuk; bij +40 tijgermuggenbeten zeggen mijn zenuwuiteinden namelijk dat het genoeg is geweest. De volgende dag steken we met ons 4 + 2 gidsen de Raptirivier over naar Chitwan om Indische neushoorns te spotten, een bedreigde diersoort waarvan het grootste deel in dit park 'woont'. En van de 495 die er op deze 932km² rondlopen zien Pinxten en De Schutter er 4! Jawel! Chitwan bestaat voor 70% uit bos van tropische Shalabomen met brede, groene bladeren en 20% van het gebied wordt ingenomen door steppegras. De overige 10% is naaldbos op de heuvels aan de buitenrand. Het steppegras staat nu op z'n hoogst tijdens de winter, zo'n 5m. Samen met het feit dat veel dieren in de winter de heuvels intrekken maakt dat het moeilijker om dieren te zien natuurlijk :) Wat je zoal kàn zien is herten, krokodillen, cobra's, python's, tijgers, luipaarden, hyena's, wilde zwijntjes, lippenberen, antilopes, allerlei apen, wilde olifanten en de Indische neushoorn. Een blokske met schofthoogte van 180cm en tot 3 ton zwaar. Ziet niet goed, is in de winter vooral bezig met eten en zonnen en kan dus op het laatste moment pas opeens mensen ruiken, zich bedreigd voelen en in volle vaart afstormen op wat hij ook maar ziet bewegen. Dat is alsof ze een paar piano's jouw kant op zwaaien aan 50km/u. Niet te dichtbij komen dus. Zonder dat te willen, deden we dat bij neushoorn n°1 wél. Een groot mannetje zat rustig te knabbelen, niet ver van het pad dat wij volgden. Op een niet-zo-veilige 10m beginnen zijn oren onrustig te bewegen, draait hij opeens bruusk zijn enorme kop in onze richting en maken wij zo stil en zo snel mogelijk dat we weg zijn. Ahoi adrenaline! Neushoorn n°2 kan het allemaal minder schelen. Op 15m en iets lager gelegen dan ons ligt hij af te koelen in het water, naast een babykrokodil. Vet! N°3 zien we maar van heel ver vanop een heuveltje tussen het steppegras. En n°4 is een wijfje, ook verscholen in het steppegras maar net te zien vanuit de bosrand. We passeren heel wat tijgerpoep en afdrukken van tijgerpoten (indrukwekkend groot eigenlijk) en in de verte horen we bange hertengeluiden (waarvan we ook een kudde zien) maar van dichtbij spotten we jammer genoeg geen tijgers of luipaarden. Maar met die 4 neushoorns zijn wij allang content :) We voelden ons ook iets veiliger toen we hoorden dat Pete wel es gaat jagen op wilde zwijnen. Met 2 honden en een mes. Villen en slachten deed hij ook zelf. 2 echte outback-Aussies die mannen. Pete is schapenboer/renpaardhoefsmid en Mike werkte afwisselend op allerlei boerderijen (van ettelijke honderden hectaren groot) en begon aan een opleiding diepzeelasser. Bij de bosbranden in Australië was hun huis en boerderij afgebrand, die stond midden in een natuurpark. Ze zijn door de brand heen moeten rijden om eruit te geraken. Ze waren ook niet altijd even makkelijk te verstaan :)
Maar het is tijd voor afscheid want zij gaan naar Kathmandu en wij naar Lumbini, de geboorteplaats van Boeddha. Na 6u bus met 1 overstap komen we in een mistroostig samenraapsel van huizen aan. Wat er is aan slaapplaats is overprijsd en afgeleefd, gelukkig maar voor 1 nacht. Dezelfde namiddag nog trekken we naar de ruïnes van het paleis waar prins Siddharta Gautama geboren is ca. 450 BC. Er staat een lelijk wit gebouw rond en er lopen heel veel schoolkinderen op excursie rond met alle lawaai vandien maar ik vind het toch een bijzondere plaats om geweest te zijn.
Onze laatste dag Nepal (en laatste dag van ons visum) is gereserveerd voor transport. Het plan: om 6u30 de bus naar Bhairawa, overstappen op de bus naar Sonauli, grens oversteken, overstappen op de bus naar Gorakhpur, overstappen op de trein naar Mumbai. De realiteit: we staan om 6u15 op straat te koekeloeren wanneer blijkt dat er een algemene staking is uitgebroken bij alle transport. De regerende partij organiseert namelijk toch liever geen verkiezingen. Daar hadden we niet op gerekend. Bovendien wil niemand met een auto het wagen om passagiers te beginnen vervoeren, bij eerdere stakingen werden die voertuigen aangevallen en beschadigd door stakers. Diegenen met een vlucht in Kathmandu zijn gezien, maar Lumbini ligt maar op 26km van India, voor ons moet het lukken. Stap 1: start walking :) En wat een dag! Het hele landschap is in een dikke mist gehuld terwijl wij op een volledig verlaten weg in bijna absolute stilte de velden doorlopen en slechts heel af en toe voorbijgangers kruisen. Als je ze zo van ver de mist ziet uitsloffen lijkt het net een scene uit 'The Walking Dead' :) Na een tijdje passeert ons een motorrijder die we tegenhouden. Hij heeft net zijn vrouw op haar werk afgezet in Lumbini en gaat terug naar huis, Bhairawa, 22km dichter bij de grens. Hij kan (en durft) 1 van ons meenemen, dus we besluiten op te splitsen en af te spreken aan de grens in Sonauli. Wel spannend zo, @ ikhebgeengsmmeeopreis.com. Ik ga eerst, en met natte brillenglazen van de mist en moeite bij remmen (die rugzak duwt dan mij en vervolgens hem bijna van de motor) staan we na een uurtje in Bhairawa. Een vriend van hem zegt dat het qua veiligheid van Bhairawa tot Sonauli wel meevalt, daar is het leger al op post, dus brengt hij mij nog even die 4km verder. Daar moet hij helemaal niet zijn eigenlijk dus ik betaal hem het ritje en ben nog voor de middag al aan de grens: joepie! Maar ook Pinxten weet een motorrijder te charmeren en arriveert niet zolang na mij met een rickshaw van Bhairawa in Sonauli. Exit-stempel in Nepal, Entry-stempel in India en de bus op naar Gorakhpur! We eten iets en bellen Abhi (die we een maand eerder op de trein van Varanasi naar Gorakhpur hebben leren kennen) die ons meeneemt naar zijn thuis om zijn familie te ontmoeten. Het wordt een heel fijne namiddag: we praten met zijn familie, krijgen chai en koekjes en als het donker wordt steken we vuurpijlen, vuurstokjes en crackers af op hun koertje voor Diwali. Zijn mama maakt nog snel paneer, puri, curry en een slaatje en met een homemade Indian dinner in onze maag scheurt Abhi ons luid toeterend naar het station toe. Om 21u35 spoort onze trein Gorakhpur uit naar Mumbai. Ons medegezelschap is niet zo chill als op al onze andere treinritten maar op zich gaat de tijd snel voorbij. Lezen, muziek luisteren, het raam uit staren, een best lekkere 'Food On Wheels' Ltd. (Indian Railway Catering) thali 's middags en 's avonds en lichtjes slaapgedepriveerd staan we 31u en 25 minuten later stipt om 4u te blinken in Mumbai.
Groetjes en happy Diwali!