Jammer genoeg sleept Cambodja ook een heel droeve en gewelddadige recente geschiedenis met zich mee. Van de Japanse invasie tijdens de Tweede Wereldoorlog, een onstabiele beginnende onafhankelijkheid met een steeds verder wegzakkende economie in de jaren vijftig over een Amerikaanse bommenregen tijdens de Vietnamoorlog op zoek naar 'the Ho Chi Minhtrail' naar de staatsgreep van de Khmer Rouge en burgeroorlog die daar nog op volgde in de jaren tachtig en vroege jaren negentig. De gevolgen daarvan zijn nu nog altijd heel zichtbaar in het opvallende gebrek aan ouderen en relatief kleine aantal vijftigers en zestigers (toen jongvolwassenen en vermeende antirevolutionairen of soldaten) die je hier ziet, aan de vele mensen met ontbrekende ledematen van onontplofte cluster- en antipersoonsmunitie en de nog steeds overwegend agrarische economie. Dat laatste komt door een gebrek aan een degelijk aantal mensen met een opleiding om andere economische takken op te starten, gezien alle intellectuelen door de Khmer Rouge werden vermoord en scholen werden afgeschaft. Zelfs de kinderen van toen hebben dus jarenlang opleiding moeten ontberen. Desondanks is Cambodja één van die opvallend vriendelijke landen waar mensen je echt van ver al toezwaaien, maar telkens we terug zwaaien is die trieste geschiedenis niet ver van onze gedachten.
De twee mototaxi's die ons de grens over hebben gebracht komende van Vietnam droppen ons voor de deur van ons hostal in bestemming n°1 in Cambodja, Kep! Een supervriendelijke familie heet ons welkom in hun gloednieuwe hostal en onze kamer lijkt wel die van een hotel: zalig! Kep moet wel het kleinste dorpje zijn dat we al hebben bezocht: een handvol zaakjes bij de smalle en korte kuststrook (met zand aangebracht van Kampot want Kep heeft eigenlijk geen eigen strand), een paar buitenproportioneel grote overheidsgebouwen telkens een kilometer weg van 'het centrum' en op de heuvel erboven een rits verkruimelde en door de Khmer Rouge leeggeroofde Franse villa's van toen Kep begin jaren zestig nog goed op weg was het Saint-Tropez van het oosten te worden. We blijven er niet lang en doen er niet veel: fietstochtjes langs een weg die wel door de zee lijkt te lopen, prachtige zonsondergangen bewonderen, een beetje beachen en héérlijke krab eten! Het dorpje staat bekend om een gerecht dat enkel hier te vinden is: krab in verse groene pepersaus. Gezien Maarten niets eet dat uit de zee komt ben ik de enige die daarbij vingers en duimen kan aflikken: niet erg :)
Next stop: Kampot! Een klein stadje bij de Kampotrivier, gesticht in de 19e eeuw door de Fransen. Zou evenveel Franse charme hebben als Hoi-An en Luang Prabang. Heeft het niet. Wat het wel heeft is het fijnste guesthouse waar we tot nu toe al zijn verbleven: Greenhouse! Op 8km van het stadscentrum en dan nog eens een kilometer van de weg, gelegen in een bocht van de rivier, is het de reden dat we 5 dagen in Kampot blijven hangen. Een fijne bungalow, een prachtig houten huis dat dienst doet als bar/restaurant/chillruimte, de frisse, zuivere rivier als enorm zwembad en de Franse eigenaars die een heerlijke Franse keuken (ze hebben zelfs versgemaakte pesto!!!) voorschotelen aan ultrademocratische prijzen: check! We hangen rond met Estela (Spanje) en Paulinha (Portugal) – 2 seizoensarbeiders in Frankrijk – Craig (vijftigplus pothead bij wie we mogen blijven slapen op zijn ranch van 4,5 hectare wanneer we in Brisbane zijn) en drie stiefzus- en broers uit Mallorca die nadat ze mekaar 7 jaar niet hadden gezien samen een broer komen bezoeken die in Cambodja woont. We bewegen ons de meerderheid van de dagen via volgende route: van bungalow naar gemeenschappelijke huis voor fruitsla en een kokosnoot – van gemeenschappelijke huis naar ligplatform op het water – van ligplatform de rivier in om naar het eiland aan de overkant te zwemmen en terug – van ligplatform naar de grote weg een kilometer verder voor een Cambodjaanse pannenkoek met garnalen en een suikerrietsapje bij een stalletje langs de weg – van straatstalletje naar rivier om af te koelen – van rivier naar ligplatform voor een wijntje – van ligplatform naar gemeenschappelijke huis voor avondeten – van gemeenschappelijke huis terug naar bungalow. Naast nietsdoen, zwemmen, kletsen, eten en wijntjes drinken ondernemen we ook een fietstochtje in Kampot centrum en huren we een moto om een peperplantage te bezoeken bij Kep. Heel boeiend! Nooit geweten hoe peper wordt gemaakt, meer hierover in de 'fun facts'-sectie :) We passeren rond de middag opnieuw door Kep voor een laatste krab met verse groene peper (als je ooit krab moet gaan kopen op de markt, ik weet nu hoe je de béste krab kan herkennen!) en keren terug naar Kampot om verder niets te doen :)
Van het rustige Kep over het rustige Kampot gaan we verder naar het niet zo rustige Sihanoukville om daar als de wiedeweerga te ontsnappen naar rustige bestemming n°3: Koh Rong Samloem! Sihanoukville is een stad aan de kust die wordt gedomineerd door stranden vol afval, massa's prostituees en de vele Westerse oude mannen die hen werk geven. Wat nog degoutanter is, is dat je op vele hostals stickers ziet hangen dat ze 'child free' zijn. Niet dat er geen gezinnen met kinderen welkom zijn - hoewel ik mij niet kan inbeelden wat die hier te zoeken zouden hebben - het gaat hier om kinderprostitutie, een enorm probleem in Cambodja. We maken ons geen illusies dat dit in de omringende landen in het geheel niét voorkomt, maar hier is het nogal in your face en we worden er behoorlijk misselijk van. Gelukkig hebben we de volgende dag de ferry naar Koh Rong Samloem, een eiland op 3u van de kust van Sihanoukville. Die ferry vinden, of vooral de kostprijs, is nogal een missie. We kiezen een guesthouse zo dicht mogelijk bij waar we dachten dat de ferry vertrekt. (achteraf blijkt dat zoiets als 'dé' ferry niet bestaat...) In werkelijkheid blijkt het nog een heel stuk wandelen te zijn maar goed, no biggie. We passeren de haven en na een paar kilometer komt er nog altijd geen ferrydok in zicht,... We proberen de weg te vragen aan een paar mannen langs de straat wat vooral voor veel onbegrijpende blikken en hilariteit zorgt. Dat ligt blijkbaar aan mijn uitspraak, na 'Koh Rong Samloem' en het Khmer woord voor boot al meermaals herhaald te hebben zijn het de handgebaren en tekeningetjes die hen uiteindelijk doen begrijpen wat we zoeken. We moeten de haven in wandelen en daar nog een kilometer een semi-verlaten zandpad volgen vooraleer we voor de gesloten deuren van de ticket office staan. De ene zegt dat de ticketman vandaag niet meer komt, de andere zegt dat ie hem wel kan opbellen en uiteindelijk komt er dan toch iemand aan die ons een ticket wil verkopen voor 20 dollar, waar wij hadden gehoord dat het 15 dollar was... Hmmm... Er hangen nergens prijzen uit en discussiëren heeft niet veel zin dus we vertrekken want we gaan geen 10 dollar voor ons beiden meer betalen als die toch maar verdwijnen in de zak van de ticketman, als dat al de echte ticketman wàs natuurlijk... Een tuktukchauffeur houdt ons een eindje verder tegen op het zandpad: hij kent de kapitein en kan regelen dat we voor 15 dollar kunnen gaan als we rechtstreeks aan de kapitein betalen. Foeffelare dus :) Op zich is het de goedkoopste optie dus we gaan ervoor en bedenken dat we nog altijd rond ons hostal dan es kunnen vragen hoe het nu eigenlijk zit met die ferry want wat we nodig hebben is een heen-en-terugticket. Als bij de terugvaart een andere kapitein aan het roer staat die niets van onze 'deal' weet, staan we daar schoon op ons eiland... We vragen toch es prijs bij hostals die ferrytickets verkopen, gewoon om te kunnen vergelijken, en we vinden ergens 19 dollar voor een heen-en-terugticket met ontbijt en lunch inbegrepen! Dan betalen we 4 dollar voor ontbijt en lunch bovenop de enige prijs voor het ticket die we kennen: schappelijk! We laten weten aan de tuktukchauffeur dat we toch op een andere manier naar het eiland zullen gaan en worden de volgende ochtend opgepikt en een paar kilometer verder gedropt in de ontbijtruimte van een hostal waar tientallen andere toeristen als vee bij mekaar gedreven worden. Na het ontbijt worden we in tuktuks geladen en naar het dok gebracht waar op de boot blijkt dat iedereen een ander verhaal heeft gehoord over de boot: sommigen wisten niet dat eten was inbegrepen, sommigen denken dat het een direct is naar het eiland naar keuze,... Tegen ons zijn ze gelukkig eerlijk geweest dus we wisten waaraan we ons konden verwachten en 3 uur later krijgen we papillot voorgeschoteld met een slaatje en rijst op Koh Rong Samloem: yum! Het klaarmaken van de papillot duurt even en gezien er een paar snelboten zijn en we nog boten zien aanmeren aan andere piers trekt Maarten om de rest voor te zijn er alvast op uit om goedkope accommodatie te vinden, geen sinecure op een eiland... My hunter :) We vinden iets wat nog redelijk betaalbaar is en meer dan eten en drinken gaan we hier toch geen kosten hebben. Na het eten vertrekken we met onze rugzakken over het strand onder de brandende zon: geen pretje! En dan zien we in de verte een koppeltje dat we horen roepen “C'est pas vrai!”. Agnes en Olivier die we door een gigantische route-aanpassing sinds Dien Bien Phu in het noorden van Vietnam niet meer hebben gezien en dat ook niet meer verwacht hadden in Cambodja. Zij zijn uiteindelijk iets sneller door Cambodja gegaan komende uit het noorden en wij iets trager komende uit het zuiden en natuurlijk komen we mekaar dan tegen op een pieniemienie eiland of all places :) Leuk! Een eiland zoals we er nog nooit één gezien hebben trouwens, de bountystranden zijn er niets tegen! Parelwit en superfijn zand en een azuurblauwe badwaterwarme zee: ongelooflijk! Het eiland bestaat uit verschillende aparte baaien en middenin het eiland is er alleen een groot bos. Door het bos lopen er een viertal wandelpaden om van de ene naar de andere kant te kunnen maar verder is er niets: heerlijk! We steken één keer over om de zonsondergang te zien aan de westkant maar het zand is daar saai geel en de zee saai groen, dat kennen we al dus we zijn blij met onze prachtige baai :) Meer dan liggen lezen, een beetje zwemmen en pastiskes als aperitief met Olivier, Agnes en hun 2 vrienden op bezoek uit Parijs doen we niet, maar dat hoeft ook niet :) Het is super om wat te beachen nadat we geen strand meer hebben gezien sinds Goa in India maar te lang willen we er ook niet blijven, er zullen nog meer dan genoeg playas de revue passeren op de rest van onze reis! Na een paar dagen keren we terug naar Sihanoukville (en passeren we daarbij Koh Rong, al verpest door partytourisme resorts zoals de eilanden in Thailand) en nemen we vandaar de bus door naar het noorden, naar hoofstad Phnom Penh in het binnenland.
Phnom Penh heeft maar twee miljoen inwoners en is dus heel klein in vergelijking met Ho Chi Minh of Bangkok. Veel hoogbouw is er nog niet en het is geen mooie stad maar het heeft wel charme en een druk sfeertje! Eigenlijk ongelooflijk hoe de dynamiek van een stad zich zo kan herstellen. Van 100.000 inwoners in de jaren vijftig ging het naar twee miljoen begin jaren zeventig, allemaal mensen die de bombardementen van de VS en de guerrillastrijd ten tijde van de Vietnamoorlog wilden ontsnappen. Toen de Khmer Rouge op 17 april 1975 de stad inmarcheerde, dwongen ze alle inwoners om de stad te verlaten en voerden hen mee naar de rurale uithoeken van het land om te werken als boeren 'voor de revolutie'. Er bleven nog 45.000 mensen over in Phnom Penh, de meerderheid daarvan Khmer Rouge soldaten. In 1979, op het einde van hun regime, bleven er van de oorspronkelijke 2 miljoen inwoners nog maar een paar duizend over. De bevolking van Grote-Brogel verspreid over een stad als Brussel, je kan het je bijna niet inbeelden!
Die geschiedenis ligt nu achter hen en de stad is aan een heuse revival bezig. De tegenstellingen tussen arm en rijk doen me een beetje denken aan Lima. Net als daar leeft een drietal procent van de bevolking in ontstellende luxe en drijft de meerderheid overal kleine handeltjes om verder te kunnen. In Phnom Penh is er een mazennetwerk van micro-onderneminkjes: winkeltjes en straatstalletjes, tuktukchauffeurs en verkopers allerhande. Daartegenover zie je Mercedessen en BMW's voorbijglijden met getinte ruiten en rijke Khmer in dure kledij uit koelkast-geairconditionde handelszaken verschijnen. Er zijn talloze NGO's in Phnom Penh met westerlingen die andere standaarden gewend zijn en die samen met de rijke Khmer het clientèle vormen van dure restaurants en winkelketens, wat maakt dat je je in sommige buurten in Europa waant: minus de herenhuizen, plus de typisch Aziatische, pastelkleurige eenheidsworst van gebouwen.
Wat doen we allemaal in Phnom Penh? Wandelingetjes op de dijk langs de Tonlé Saprivier (die westelijk naar het grootste zoetwatermeer ter wereld voert), de Russische markt afschuimen op zoek naar flipflops (je kan er alles kopen wat je je maar kan indenken maar je vindt er enkel spuuglelijke flipflops jammer genoeg...), de Khmerkeuken exploreren (veel is er niet meer van over na de Khmer Rouge, het land diende te beginnen van nul en zelfs cultureel erfgoed zoals de Cambodjaanse keuken moest eraan geloven. De generaties die hun kookkunsten hadden kunnen doorgeven zijn bijna volledig verdwenen/uitgemoord.), onze vlucht naar de Filippijnen omboeken (de vlucht naar Cebu werd geannuleerd dus worden we omgeleid via Manila op 30 mei) en een illegale kopie van een Filippijnen-reisgids kopen (sorry LP, maar jullie hebben vast al geld genoeg!), elke ochtend de beroemde heerlijke Cambodjaanse mango's als ontbijt (dagelijks zeer kundig met minimaal mangoverlies gesneden door Maarten) en cultureel verantwoorde bezoekjes aan enkele wats, het Nationale Museum (waar wat na plundering, Khmer Rouge en burgeroorlog overbleef aan Angkorbeelden werd ondergebracht), de Zilveren Pagoda (Met volledig zilveren vloer. Niet zo indrukwekkend als het klinkt.) en het missen van het Koninklijk Paleis,... Daar hadden we belachelijk veel voor betaald om dan de toegangsuren verkeerd te begrijpen en zonder uiteindelijk iets te zien buitengezet worden door de koninklijke garde nadat we stiekem een opengelaten poort waren binnengeglipt. Niet zo gemakkelijk om binnen te fixen als het gemiddelde Belgische festival blijkbaar, bummer :) Gelukkig gebeurt Andreas en Christine uit Zwitserland hetzelfde en hebben we na 3 dagen zoeken (we zijn de enige gasten in ons hostal en alle andere mensen die we ad random aanspreken op straat zijn al geweest of gaan er gewoon niet heen gek genoeg) eindelijk een tweetal gevonden om een tuktuk mee te delen naar Choeung Ek, beter bekend als 'The Killing Fields'. Om ons een beetje voor te bereiden gaan we de dag voordien nog naar de Tuol Slenggevangenis, één van de vele geheime 'centra' waar de Khmer Rouge over het hele land mensen die ze ad random oppakten gevangenzetten in mensonterende omstandigheden, folterden en uiteindelijk wegbrachten naar de dichtstbijzijnde 'killing fields' om hen te executeren.
Hoe het eigenlijk precies zat met die Khmer Rouge ontdekken we pas hier in Cambodja. We wisten eigenlijk niet meer dan dat er een genocide had plaatsgevonden en dat daarvoor enkel de kopstukken voor zijn aangeklaagd, bovendien pas vele jaren later.
Cambodja was eigenlijk (en is nu opnieuw) een koninkrijk. Maar na een ingewikkeld patroon van wisselende bondgenootschappen van het koningshuis (voor en dan weer tegen de bezettende Fransen, voor en dan weer tegen Noord-Vietnam) en verslechterende economie werd de koning in 1970 afgezet door maarschalk Lon Nol. Die maakte jammer genoeg ook geen goeie beurt. Onder zijn republikeinse bewind lanceerde de VS massale bombardementen op Cambodja teneinde 'the Ho Chi Minhtrail' te vernietigen, veranderde het slechtbetaalde Cambodjaanse leger in een plunderend zootje ongeregeld, werden kinderen (!) gerekruteerd voor datzelfde leger en de belastingen verhoogd hoewel het grootste deel van de bevolking al afhankelijk was van buitenlandse voedselrantsoenen om te overleven.
De Khmer Rouge was een Maoïstische groepering, aangevoerd door Pol Pot, die om het land te bevrijden van het bewind van Lon Nol een guerrillastrijd begon tegen het leger. Toen de Khmer Rouge uiteindelijk won was de bevolking in eerste instantie dan ook blij en werden ze in Phnom Penh vrolijk verwelkomd! Tot de partij begon aan het realiseren van hun 'Jaar Nul'-beleid en massaal alle bevolking uit de steden en dorpen wegdreef om hen gescheiden van hun families (de staat was vanaf nu hun familie) onder te brengen in werkkampen waar ze werden behandeld als slaven om te werken op het land. Scholen werden gesloten, tempels neergehaald, boeken werden verbrand en iedereen en alles wat rook naar intellectualisme werd vernietigd. Iedereen die een opleiding had genoten of er op de één of andere manier van werd verdacht mogelijk tegen de revolutie te zijn werd (inclusief zijn of haar gehele familie!) opgepakt, gefolterd om meer 'contrarevolutionaire' namen te noemen en uiteindelijk geëxecuteerd. De Khmer Rouge was zo paranoïde dat bijvoorbeeld zelfs mensen met een bril eraan moesten geloven en ook partijgenoten van hoog tot laag bleven niet gespaard van verdenking. De bevolking die in die periode niet door executie aan haar einde kwam stierf door ziekte of ontbering in de genadeloze werkkampen.
De wereld wist van niets, tot Pol Pot het in zijn hoofd haalde om de Mekongdelta – vroeger deel van het Khmerrijk maar door de Fransen na WO II toegewezen aan Vietnam – te heroveren en het Vietnamese leger als tegenreactie Cambodja binnenviel en op twee weken tijd de Khmer Rouge overwon en een nieuwe regering aan de macht stelde. Het bewind van de Khmer Rouge duurde net geen vier jaar maar in die tijd stierven door hun hand naar schatting 3 miljoen Cambodjanen, op een bevolking van 7 miljoen.
Van bittere ellende ging het naar totale chaos en hongersnood. Half de bevolking zwierf het land door op zoek naar overlevende familieleden en terug naar wat ze hoopten dat nog overbleef van hun thuis of verliet Cambodja naar vluchtelingenkampen in Thailand. De gewassen die ze vier jaar lang gedwongen werden te telen werd nauwelijks gebruikt om de bevolking te voeden maar verkocht aan China in ruil voor wapens en de velden die de boeren zelf ooit hadden gehad waren ofwel geconfisceerd als 'staatsveld' of vier jaar lang onbewerkt gebleven.
Verrassend genoeg kreeg de Khmer Rouge nàdat de genocide bekend gemaakt werd (!) een zitje bij de Verenigde Naties en voerde tot 1989 vanuit Thailand een guerrillastrijd tegen de in het zadel geheven regering (overigens bestaande uit Khmer Rougeleden uit de lagere regionen (!)) en de bezettende Vietnamezen. Pas eind jaren '90 werden de ondertussen hoogbejaarde kopstukken opgepakt om berecht te worden, een rechtszaak die overigens niet zonder problemen verliep. Pol Pot was daar niet bij. Hij stierf in '98 na een comfortabel leven in ballingschap in Thailand...
Hoe zit het nu? De communistische 'Cambodian's People's Party' zit na een staatsgreep in de jaren '90 diep ingegraven op elk politiek machtsniveau en vooral de top van deze partij bestaat uit overgelopen leden van de Khmer Rouge. Van de Khmer Rouge werden zoals ik al zei enkel de kopstukken berecht, alle andere Khmer Rouge-leden leven een gewoon bestaan in de maatschappij naast hun slachtoffers wat voor veel Khmer een pijnlijke situatie is. Er is veel corruptie en armoede in het land en de economische groei verloopt zeer traag, zeker in vergelijking met buurlanden zoals Thailand en Vietnam. Het is nog steeds geen rooskleurige situatie met andere woorden, de ellende is voor veel Khmer nog lang niet voorbij.
Met heel deze geschiedenis in het achterhoofd is ons bezoek aan Choeung Ek een zeer confronterende en intrieste dag. Het is een plaats waar mensen zonder dat ze wisten wat hen te wachten stond midden in de nacht naartoe werden gebracht, onder luide propagandamuziek werden doodgeslagen (kogels mochten niet verspild worden en buurtbewoners en gevangenen niet verontrust) en eenvoudigweg in enorme putten werden gedumpt. Het werden er zoveel dat er DDT werd gebruikt om de geur te maskeren en eventueel nog levende slachtoffers definitief af te maken. Het terrein ligt er nu vredig bij maar dat is bedrieglijk. De moesson doet de aardlagen elk seizoen verplaatsen en daardoor komen er nog altijd botten en kledingstukken naar boven die je overal deels uit de aarde ziet steken. De enorme putten, het gedenkmonument vol ingeslagen schedels, de boom waartegen baby's het hoofd werd verbrijzeld,... Het is bevreemdend om na zoiets terug te keren naar de vrolijke drukte van Phnom Penh.
Van Phnom Penh gaat het naar Kampong Thom, waar we een motor willen huren om de omgeving en tempels nabij het Tonlé Sapmeer te verkennen. Maar het is 14 april en de eerste dag van Khmer Nieuwjaar, dan transport regelen is niet eenvoudig... Het feest duurt 3 dagen, de prijzen voor o.a. vervoer worden 10 dagen lang opgetrokken en bijna alles is volgeboekt gezien het hele land in beweging is naar hun dorp van herkomst om te vieren. De minibusjes es checken dus. Wanneer we daar aankomen voltrekt zich een grappig schouwspel! Khmer worden bijna van hun mototaxi's gesleurd in de minibusjesconcurrentiestrijd maar wij worden compleet genegeerd :) Het duurt de volle 5 minuten voor één van de chauffeurs doorheeft dat wij effectief meewillen met de volgepropte busjes die over de krakkemikkige wegen van Cambodja scheuren. Yep, we do :) Het gammele ding brengt ons tot waar we moeten zijn, samen met nog 18 medereizigers, 1 chauffeur, 2 baby's, 2 scooters en iedereens bagage. Allemaal in datzelfde minibusje... We komen dankzij de niet-geasfalteerde weg als bestofte mummies aan in Kampong Thom en doen 2 jammerlijke ontdekkingen... Als eerste blijkt dat tijdens onze busrit er gefermenteerde vispasta gelekt is op onze rugzakken. Zij die al in Azië geweest zijn weten vast wat voor penetrante geur dat goedje precies verspreidt. It ain't pretty... Ten tweede blijkt het onmogelijk om ergens een motor te huren, dat concept is hen hier in Kampong Thom eenvoudigweg vreemd. Dubbele bummer. We spenderen de rest van de dag aan het schoonmaken van onze ranzig ruikende rugzakken en mijn slaapzak in onze douche. Gezellig is anders but prahok happens! Verder is er in Kampong Thom niets te doen dus zonder het Tonlé Sapmeer te kunnen zien reizen we vroeger dan verwacht de volgende dag alweer door naar Siem Reap!
Opnieuw een hele missie want de prijzen die ons genoemd worden zijn vier keer zo hoog als normaal, zélfs voor Khmer Nieuwjaar is dat afzetterij :/ Dan maar liften! Hilariteit alom natuurlijk, liften wordt hier nauwelijks gedaan :) Maar we moeten maar een kwartiertje wachten en er stopt al een busje van een familie (broers, zussen, echtgeno(o)t(e) en kinderen) uit Phnom Penh onderweg naar Angkor om Khmer Nieuwjaar te vieren. Verbale communicatie lukt niet maar Maarten krijgt pintjes toegestopt en we lachen maar zoveel mogelijk :) Aangekomen in Siem Reap beginnen we aan missie 2 van de dag: een betaalbaar hostal zoeken. De prijzen zijn door het dak geschoten omwille van Khmer Nieuwjaar, een moment waarop Siem Reap wordt overspoeld door én buitenlanders én Khmer. Het is superheet en het goedkoopste dat we vinden is nog altijd dubbel zo duur als de normale prijs maar we gaan ervoor. We douchen nog maar eens het zweet van ons af (April is de heetste maand in Cambodja en Siem Reap daarvan nog eens de heetste plaats. Het is op dat moment in het jaar de heetste plaats op aarde na de Sahara. Zweten is niet meer het juiste woord voor hoezeer we onze 70% aan water verliezen...) en dokteren een plan uit voor dé reden waarom we hier zijn: Angkor! Angkor is namelijk niet alleen Angkor Wat maar een gigantisch archeologisch park vól tempels die allemaal ver uit elkaar liggen. We willen niet tempelmoe worden en dus enkel dié tempels zien die het meest de moeite zijn! Actieplan: vertrekken met de fiets om 5u zodat we een halfuurtje later bij de ingang zijn 8km verderop en zoveel mogelijk kunnen genieten van de relatieve koelte van de (vroege) ochtend. We kiezen een mix van klassiekers en minder bekende tempels (waar dan ook minder bezoekers zullen zijn) en houden Angkor Wat en Angkor Thom voor het laatst. Enerzijds 'saving the best for last', anderzijds omdat we onvoorzien op de laatste dag van Khmer Nieuwjaar al in Siem Reap zijn en de site werkelijk krioelt van de picknickende locals...
Ik ga hier geen opsomming maken van alle historische details van wat we gezien hebben want dat is toch maar oersaai als je het niet kan zien :) Conclusie over de tempels: heel indrukwekkende en massieve constructies en tegelijkertijd heel delicate en elegante stucco's en inkervingen. Het is echt fijn om de tempels zowat in je uppie te 'ontdekken' zo vroeg 's ochtends en wat door de gangen te dwalen, je inbeeldend wat voor een ontzagwekkende stad dit moet geweest zijn zoveel honderden jaren geleden op het hoogtepunt van het Khmerrijk! De combinatie dan nog met het alomtegenwoordige tropische woud om je heen is echt heel bijzonder. Los daarvan waren er een paar dingen die we helemaal niet verwacht hadden: er wonen ontzettend veel mensen in het park en je kan overal naartoe via drukbereden geasfalteerde wegen... Er zijn schooltjes, huizen, winkeltjes, restaurants en Khmer uit de buurt gebruiken de wegen in het park als elke andere weg om van punt A naar punt B te gaan. Toch niet zo 'lost-city-in-the-jungle' als we gedacht hadden dus :) Maar gezien het zo ontzettend heet is zijn wij en onze tweewielers - waar de Leuvense studentenfiets uit het laagste eind van de normaalverdeling niets tegen is - hier heel blij mee! Waar we in Bagan in Myanmar ons door het losse zand heen moesten worstelen kunnen we hier fijn over gladde asfalt cruisen: hoi! Verder was Angkor Wat alles wat we ervan verwacht hadden! We kozen ervoor om prachtige foto's van de tempel bij zonsopgang aan de westkant in te ruilen voor de ervaring van de tempel bijna helemaal voor jezelf te hebben aan de oostkant. Het enorme complex doemt voor ons op aan het einde van een door tropisch woud omzoomde laan en wanneer we aankomen zien we net 2 mensen voor ons de tempel binnenglippen. Verder zijn we helemaal alleen, best magisch! Om 14u fietsen we telkens weer terug naar Siem Reap en na 2 dagen tempeltrippen is het ook wel genoeg geweest. 1 dag zou te weinig geweest zijn, 3 dagen teveel. Perfect dus! Ondanks de drukte in het park door de bezoekende Khmer op onze eerste dag hebben we daar eigenlijk weinig last van. Ze gaan allemaal picknicken in en rond Angkor Thom en overspoelen Bayon en Angkor Wat. Er zijn volksspelen en er staan honderden eetkraampjes maar daarbuiten zien we die eerste dag in alle tempels die we dan bezoeken bijna niemand. Siem Reap is geen fijn plaatsje: het lijkt wel een uitgestrekte Khao San Road... Na 2 dagen Angkor nemen we dus de bus naar Battambang, een slaperig stadje in het uiterste Westen van Cambodja, dicht bij de grens met Thailand. Daar zien we Christine en Andreas terug die we hadden leren kennen in Phnom Penh en we bezoeken samen wat tempels in de buurt (leuk!)cen een wijngaard met mogelijk de vortste wijn op aarde. Verder wandelen we wat door het slaperige koloniale stadje, gaan we samen iets eten en drinken en doen we een fietstochtje in de buurt: een chille afsluiter van Cambodja! Zij reizen terug naar Phnom Penh en vandaar naar de Filippijnen en wij nemen de bus naar Poipet, een lelijk grensstadje om voor de derde en laatste keer Thailand in te trekken... Best raar om die 'haven' nu achter ons te laten! En dan enkel nog verder zuidwaarts!