Gelijkaardig aan India en Maleisië waren achtereenvolgens de Portugezen en daarna de Nederlanders zeer geïnteresseerd om meer rechtstreekse toegang te verkrijgen tot de luxeproducten die door Arabische koopmannen vanuit Indonesië verhandeld werden: kruiden! Heel specifiek groeiden peper, nootmuskaat en kruidnagel oorspronkelijk zelfs alléén maar op een klein groepje (nu Indonesische) eilanden: de Molukken. De Portugezen arriveerden in de 16e eeuw maar waren niet erg invasief: het ging hun om de kruiden en daartoe onderhielden ze handelsrelaties met de bestaande heersers. In de 17e eeuw kwamen dan de Nederlanders onder de vlag van de 'Vereenigde Oost-Indische Compagnie' die wél langzaam maar zeker vanuit Java terrein veroverden om in begin 20e eeuw te kunnen concluderen dat ze de macht hadden verkregen over het hele land door op strategische wijze concurrerende lokale heersers militair te steunen en dan weer neer te drukken. Verdeel en heers!
Gedurende die drie en halve eeuw van Nederlands bewind werd de landbouw sterk uitgebreid en ontwikkeld en vooral peper, rubber en suiker werden belangrijke exportproducten. Het is moeilijk om een goed beeld te verkrijgen van hoe Indonesiërs tegenover deze periode staan. Langs de ene kant heb je bloedige oorlogen uitgevochten in Sumatra, concentratiekampen voor nationalisten in de jaren '20 op Papoea en arme Indonesische boeren die gedwongen werden om winstgewassen te kweken waar ze zelf nauwelijks iets aan over hielden. Bovendien zorgde dit er voor dat er hongersnood uitbrak omdat er zo minder rijst werd verbouwd. Langs de andere kant spreken oudere Indonesiërs je met veel trots in het Nederlands aan als ze horen dat je van België bent, komen er nog steeds horden Nederlanders hier op vakantie en wordt Nederland door sommigen nostalgisch 'hun oma' genoemd en willen veel Indonesiërs Nederland zeker ooit gaan bezoeken. De musea hier zijn (met uitzondering van het nationale museum in Jakarta) ongelooflijk slecht: meestal is het niet meer dan een hoopje samengegooid in uitstalkasten met enkel Indonesische verduidelijking erbij. Los van wat we lezen in onze reisgids en horen van Indonesiërs zelf worden we dus niet veel wijzer van hun geschiedenis. Jammer!
De Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook de periode daar vlak na ging er nog vuiler aan toe dan in de rest van Azië. Tijdens de bezetting werden Nederlanders die in Indonesië woonden in mensonterende omstandigheden opgesloten in kampen, duizenden Indonesiërs werden geëxecuteerd en wanbeleid leidde tot hongersnood waardoor miljoenen mensen stierven. De Indonesische onafhankelijkheidskoorts werd door de Japanners aangewakkerd waardoor er na de oorlog voor de Indonesiërs geen sprake meer van was om terug te keren naar de status quo als kolonie van Nederland en eind 1949 verkreeg Indonesië onder druk van de Verenigde Naties de onafhankelijkheid.
Net als in alle andere Aziatische landen brak daarna een periode van onrust uit met veel corruptie, economische turbulentie en extremisme met alle gevolgen van dien. Conflicten tussen communisten, het leger, radicale moslims, etnische minderheden etc. leidde tot een reeks coups en gewelddadige confrontaties (zowel intern als ook gekeerd tegen Maleisië) en na de moord op 6 generaals in 1965 (het is nog altijd niet duidelijk wie het brein hierachter was) werden over het hele land naar schatting een miljoen mensen – vooral vermeende communisten en Chinezen - vermoord die ervan verdacht werden achter dit 'complot' te zitten. In de weliswaar politiek stabiele 33 jaar die hierop volgden werd het land ultrastrak bestuurd door generaal Soeharto maar corruptie tierde welig en de oppositie werd volledig onderdrukt. Indonesië werd hard getroffen door de Aziatische financiële crisis eind jaren negentig en na grootschalige protesten trad Soeharto uiteindelijk af. Oost-Timor verkreeg onafhankelijkheid rond die tijd en er werd een 'reformasi' aangekondigd om uiteindelijk te moeten leiden tot een democratischer politiek toneel... dat er jammer genoeg nog altijd niet is. Alle Indonesiërs met wie we spreken hebben het over de ontzettende corruptie in het land op elk niveau van hoog tot laag en of ze in juli nu voor of tegen de net verkozen president Joko Widodo hebben gestemd: iedereen wil van de corruptie af maar niemand verwacht dat dit echt mogelijk zal zijn. Het land heeft onzettend veel grondstoffen maar de bevolking wordt er alvast niet rijker van: meer dan de helft leeft van slechts 2 euro per dag. Sociale onrust en sektarisch geweld blijven de kop opsteken. Gaat het onverdeeld goed met Indonesië? Nee dus. Maar na 11 maanden Azië lijkt dat zowat de status quo te zijn van haast elk land op onze doortocht.
Net als de Filipijnen ligt Indonesië op een breuklijn van aardplaten wat ervoor zorgt dat er een keten van vulkanen doorheen de gehele archipel loopt en het land regelmatig wordt getroffen door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en overstromingen door vloedgolven. Dat hoge aantal vulkanen zorgt natuurlijk ook voor een heel vruchtbare bodem en in combinatie met veel zon en veel regen wil dat zeggen dat het land er toch in slaagt om voor zijn enorme bevolking (meer dan 250 miljoen waarmee ze enkel China, India en de VS moeten laten voorgaan!) op zo'n 'kleine' oppervlakte in voedsel te voorzien. Na Brazilië heeft het de grootste biodiversiteit en het meeste regenwoud ter wereld maar dat verdwijnt jammer genoeg ook in een even snel tempo als daar. Indonesië is ook ontzéttend vuil: er is geen enkel benul van de gevolgen van vervuiling en overal dwarrelt plastic en andere rotzooi rond. Meer dan elders wordt alles gewoon op straat gegooid, ontzettend jammer in zo'n mooi land. Want prachtig is het wel; met een combinatie van heldergroene rijstterrassen en tropisch regenwoud om dan weer over te gaan in gebieden met een keten aan vulkanen en hooggebergte met herfstige dennenbossen,...
Na 4 dagen genieten van het moderne Kuala Lumpur vliegen we op 14 juli naar Sumatra. Sumatra: hoe heerlijk exotisch klinkt dit eiland me al jaren in de oren! Onverwacht is enkel het noorden van Sumatra interessant – of zelfs mogelijk – om in rond te reizen. Zoals ik al zei: Indonesië is gróót, dus we beperken ons in Sumatra tot het noordwesten. We vliegen naar Medan: de grootste stad van Sumatra en één van de lelijkste en meest mistroostige die we tot nog toe hebben gezien. We vinden makkelijk onze weg van de luchthaven naar het centrum maar onze kamer stinkt alsof er een zwavelzuur zwetende tientonner in heeft liggen vergaan en het is bloedheet, de airco werkt niet. Om onszelf te troosten besluiten we naar McDonalds te gaan. Af en toe heb je zin om ergens te gaan eten waarvan je wéét wat je op je bord gaat krijgen. Jammer maar helaas: er is geen coke zero of light (ik besef dat dit een ironische frisdrankkeuze is gezien ik samen met die coke zero ook een caloriebom ga verorberen maar hey, alle beetjes helpen, ook bij frietjes!), onze hamburgers zien zwart, de broodjes zijn hard en onze frietjes zijn slap en koud. Niet dat we bij Mickey D. kwaliteitscuisine verwachten, maar dit is zelfs voor de grote M. toch wel extreem teleurstellend. Het feit dat McDonalds geen suikerloze frisdrank verkoopt blijkt een voorbode voor de rest van Indonesië: het zijn ongelooflijke zoetekauwen! 'Light' is hier haast onvindbaar, je kan hier in tegendeel zelfs aardbeifanta (een andere soort hebben ze hier niet) met gecondenseerde melk bestellen. We kid you not.
De volgende dag vluchten we naar Berastagi, een stadje op 1400m hoogte temidden van een plateau waarop de 'Karo' wonen, één van de vele Indonesische bevolkingsgroepen hier op Sumatra. Het is weer zo'n lekkere rammelbus, zoals we al even niet meer gezien hebben, waar iedereen ons vol verwondering aanstaart. Alles wat we doen is aanleiding tot grote hilariteit, zeker tijdens het tanken gauw de straat oversteken om wat ramboetan te kopen voor onderweg en heel letterlijk teruggetoeterd worden door de chauffeur! Iedereen is supervriendelijk, wat het geval is over héél Indonesië zoals we daarna zullen merken. Iets minder leuk is dat het weer overal discussie is over de prijs. Onze strategie is altijd om aan verschillende mensen, niet gerelateerd aan de aankoop/vervoer die we dadelijk gaan doen/nemen, de correcte prijs te vragen zodat we ook zeker niet te weinig betalen want dat zou wel genant zijn... We betalen dan gepast en meestal is dat voldoende om discussie te vermijden. Niet hier, waar de verkoper/collecteman in de bus ons er nog altijd van probeert te overtuigen dat de prijs eigenlijk hoger is. We lachen dan schaapachtig en voor de niet-geharde probeerders is dat wel genoeg maar op meer toeristische plaatsen volgt er dan alsnog een hele discussie, wat best veel energie kost.
Samenvatting van Berastagi: heerlijk koel en levendig stadje met de beste chocoladepannenkoeken ter wereld op de markt voor 30 eurocent, boeiend museum dat meer info biedt over de Karobevolking die hier woont en vertrekplaats voor onze eerste Indonesische vulkaan!
In het tourist information office krijgen we een lijst voorgeschoteld van alle mensen die vermist zijn of dood werden teruggevonden nadat ze probeerden die vulkaan in hun uppie te beklimmen maar we vermoeden dat ze ons vooral een dure gids willen verkopen en zijn sowieso niet van plan om van het pad af te wijken dus besluiten het er toch op te wagen! Online vinden we allerlei beschrijvingen van hoe het pad eruit ziet en meer details over de kruispunten en we krijgen gezelschap van Ross (Schots) en Sandra (Iers) en Mike (Oekraïense Canadees) en Yen (Chinees) zodat we toch al niet alleen zouden verdwijnen :) Het pad blijkt uiteindelijk echt megamakkelijk te vinden (hoe zijn die mensen toch allemaal verdwenen?) en op 2,5u zijn we boven. Stinkende walmen zwavel komen ons tegemoet vanuit fluogele sissende geisers: cool! We nemen een alternatief pad naar beneden aan de andere kant van de vulkaan dat uitkomt bij warmwaterbaden. Er zouden 'trappen' moeten zijn waarvan we de resten pas na een kwartiertje vinden maar die we wel min of meer kunnen volgen tot beneden. Het hete water in de warmwaterbaden is heerlijk ontspannend na zo'n dagje wandelen en na anderhalf uur weken douchen we met ijskoud water de zwavelstank van ons af :) We vangen een minibus terug waar we ons met zes moeten proppen langs een honderdtal kolen en grote zakken rode pepertjes: fijne dag!
Next stop: Samosir! Een (stiekem schier)eiland temidden van het vulkanische meer 'Lake Toba'. De rit is prachtig, het is heerlijk om weer door berglandschap te rijden! Zonder zever, naast Koh Rong Samloem is Samosir het mooiste eiland dat we op onze reis al hebben gezien! Buiten het feit dat de temperatuur hier die van een perfecte, West-Europese zomerdag is, is het landschap werkelijk schitterend! Rijstvelden in alle mogelijke stadia van aanbouw, mooie huisjes opgefleurd met felgekleurde bloemen, honderden waterbuffels met spierwitte kraanvogels eromheen om de vervelende vliegen rond hen weg te pikken, kunstwerkjes van traditionele houten huizen bewerkt met gedetailleerde, uitgesneden patronen; gigantische, rijkelijk versierde familiegraven waarvoor met plezier kostbare landbouwgrond wordt opgeofferd, kinderen die van school komen en ons vrolijk toewuiven, prachtige vergezichten op het meer en de bergen rondom vanop de heuvels midden op het eiland; koele, fris geurende dennenbossen en wegen omzoomd met massa's varenstruiken,... De foto's die we genomen hebben doen geen recht aan de schoonheid die we met onze eigen ogen hebben gezien tijdens een fantastisch tripje met de motor om het eiland heen. Voor kleinere afstanden huren we ook fietsen en bezoeken we een museum over de plaatselijke Batakcultuur en gaan we koningsgraven bezichtigen. Verder doen we hier niet veel: lekker eten in telkens hetzelfde restaurantje (het eten in Indonesië is niet zo heerlijk als alle Nederlanders ons hebben doen geloven. We hadden Diego in Nepal moeten vertrouwen: “It's only good if you're a big fan of fried stuff and peanutsauce.” Note to self: geen culinair advies aannemen van mensen die kroketten eten uit de muur. No offence to alle Nederlanders we know and love :)) en in een lekker niet-heet zonnetje liggen in een niet-vochtig klimaat!
Sneller dan verwacht moeten we Samosir jammer genoeg achter ons laten. De Ramadan loopt op z'n einde en moslims boeken massaal transport vol om zich te verplaatsen naar hun familie en samen het suikerfeest te kunnen vieren. Maarten slaagt er nog net in de laatste 2 zitjes op de nachtbus naar Bukittinggi te bemachtigen van de komende 10 dagen (!), maar dan moeten we wel al na 4 dagen Samosir vertrekken. So be it! Op onze laatste dag nemen we de ferry naar Parapat op het vasteland en wachten daar op onze nachtbus, die om 21u zou vertrekken. We eten iets onder de loeiende lachtape, toinks en misverstanden van de indonesische FC De Kampioenen en om 22u30 komt de bus dan toch aangebold. We zitten op de achterbank met 6 waar er maar plaats is voor 4 en vóór ons worden nog 2 plastic krukjes gepropt waar 2 indonische jongens er op magische wijze in slagen de hele nacht heen en weer te knikkebollen. Op minder magische wijze knikkebolt ook Maarten's buurman 12 uur lang hardhandig tegen zijn schouder. Ik ben er vrij zeker van dat Maarten hem op zijn beurt hersenschade heeft bezorgd door met zijn schouder diens hoofd telkens weer rechtop te katapulteren maar dan moet het ergste kwaad toch geschied zijn bij de eerste tegenaanval want wakker wordt ie er niet van. We nemen de Trans-Sumatran Highway. De Trans-Sumatran 'Highway'. Geen enkele weg op deze aardbol heeft ooit een minder passende benaming gekregen dan het in-reeds-lang-vervlogen-tijden-ooit-verhard-geweest kutpaadje dat ons met meer haarspeldbochten dan ik kan tellen en meer gaten dan asfalt de ganse nacht geen seconde vast op onze toegewezen 20 cm stoel laat zitten. Top 5 worst busrides ever? Check! Om 11u de volgende ochtend arriveren we meer dood dan levend in Bukittinggi waar we er meteen werk van maken om een vlucht te boeken van Sumatra naar Java. Je kan ook met de bus maar dan neem je diezelfde 'highway' 35u lang rechtstreeks tot in Jakarta. We don't think so...
Bukittinggi ligt ongeveer halfweg het eiland in het westen van Sumatra op 930m hoogte dus het is ook hier koel, heerlijk! Onze eerste dag dwalen we wat rond door het best gezellige stadje, gaan we naar een oud Hollands fort kijken en krijgen we daarbij meteen ook toegang tot de 'zoo'. Meteen de meest zielige zoo die we ooit hebben gezien... De dieren zijn onverzorgd, zitten in véél te kleine ruimtes en zien er echt getraumatiséérd uit!!!! Heen en weer wiegen, doffe ogen: heel triest!!! Van dat kleine wandelingetje zijn we meteen helemaal kapot na zo'n busnacht dus we gaan een dutje doen en worden in de vroege avond gewekt door de muezzin van de moskee vlakbij ons hostel. Etenstijd! Waar we dachten last te ondervinden van de Ramadan is het eigenlijk alleen nog maar positief geweest: in Maleisië vonden we overal Ramadanbazaars waar je heerlijke local food kan kopen en in je hostal opsmullen (weg van de ogen van vastende moslims) en hier op Sumatra vind je die ofwel ook, ofwel zijn er zoveel Christenen en Chinezen dat je toch altijd wel een open restaurantje kan vinden. Omdat iedereen zo blij is dat ze eindelijk mogen eten is het altijd een heel gezellige bedoening in het centrum vol families en groepjes vrienden die samen ergens zitten te smullen. We doen ook een paar tripjes in de omgeving: een wandelingetje om de nabijgelegen canyon over te steken en de omliggende dorpjes wat te verkennen, een motor huren om wat rond te cruisen en een wandeling naar het nabijgelegen en prachtige Maninjaumeer! We nemen de bus tot een viewpoint aan de kraterrand en hiken dan tot beneden aan het vulkanische meer door een mooi bos waar we toevallig een troep zeldzame apen betrappen die zitten te snoepen in de talloze durianbomen. Maarten vindt een ongeopend exemplaar op de grond dat we meenemen naar het dorpje waar we door 'de mannen van de rijstmolen' met de machete worden geholpen om de pijnlijk stekelige vrucht te openen. Jammer genoeg is ie nog niet rijp maar geen nood, we krijgen 2 rijpe exemplaren van onze macheteman die het ons met veel plezier ziet opsmullen, en deze soort stinkt niet eens zo hard! Eenmaal in het dorp aangekomen hebben we er meteen spijt van dat we onze spullen hebben achtergelaten in het hostel omdat we bij het meer met plezier een paar daagjes waren gebleven,... Zo mooi!
Ons meest memorabele wapenfeit in Bukittinggi blijft echter toch Maarten's – en dan ook mijn – ontmoeting met Muslidar. “Ik ga eventjes fruit kopen op de markt”, zei ie. En bijna 2u later zie ik opeens een mailtje in mijn inbox van een onbekend adres. Onderwerp: “Hey dude, ik ben ok!”. Onderweg naar de markt werd Maarten namelijk aangesproken door een zeventigjarige dame die hoogdringend een mail met attachment moest versturen maar daar toch maar niet in slaagde. Of hij haar niet even wilde helpen. Geen probleem natuurlijk! Met Maarten in een paardenkar en zij op haar scooter zetten ze koers naar haar huis net buiten de stad alwaar Maarten met een passievruchtsapje achter haar pc werd geplaceerd terwijl Muslidar even in de moskee ging bidden. Dat attachment kwam natuurlijk in orde, en als dank werden we uitgenodigd om bij haar die avond de vasten te breken. Ze kwam nog even mee naar het centrum om mij te ontmoeten en enkele uren later klopten we met ramadankoekjes van de Chinese bakker aan bij haar huis. We krijgen chirimoyasap voorgeschoteld (in het nederlands heet die vrucht 'zuurzak' maar dat doet linguïstisch geen recht aan hoe lekker het is...) terwijl ze opnieuw even verdwijnt naar de moskee maar daarna zet ze zich bij ons voor het avondeten, wel pas na een rondleiding in haar huis (waar ze een homestay van wil maken) en haar tuin vol fruitbomen, waar we een grote zak passievruchten van meekrijgen. Ze heeft rundsvlees 'rendang' klaargemaakt: suuuuuuuperlekker lokaal 'Padang' gerechtje wat we nog regelmatig opzoeken in de rest van Indonesië! Het vlees wordt 3 dagen (!) lang gaargestoofd tot een droge curry van look, witte ui en sjalotjes, kokosmelk en met een mengsel van kurkuma, steranijs, kardemompeulen, kruidnagel, gember, komijn, korianderzaadjes en galangalwortel op smaak wordt gebracht. Do try this at home :) Enfin, het was heerlijk en de avond gezellig want Muslidar kan uuuuren vertellen over haar onwaarschijnlijke leven van lerares Engels hier op Sumatra met tripjes naar het parlement om corruptie in het onderwijs aan te klagen; tot 10 jaar reizen door Europa deels bekostigd door Rotary (“I still can't believe it myself that I managed to get them pay for it.”), deels gratis door te verblijven bij allerlei mensen die ze hier en daar heeft leren kennen en uitweidingen over haar geloof, haar land en het leven in het algemeen. “You should know that this is not very normal for an Indonesian muslim woman.” zegt ze op een bepaald moment. Er is geen greintje 'gewoon' aan de vrouw die voor ons levendig zit te vertellen en hartelijk overal om moet lachen. En maar goed ook.
Bukittinggi is meteen onze laatste bestemming op Sumatra, van daar nemen we een shared taxi naar Padang voor onze vlucht naar Jakarta waar we vlak voor het suikerfeest aankomen, dat hier 'Idul Fitri' heet. Jakarta heeft de reputatie een ontzettend vervuilde en drukke stad te zijn met legendarische verkeersopstoppingen die urenlang kunnen duren en de stad omhullen in een dikke laag smog. Idul Fitri zorgt echter voor een onwaarschijnlijke semi-post-apocalyptische verlatenheid wanneer 7 van de 9 miljoen inwoners de stad uit trekken weer naar huis om met hun familie het suikerfeest te kunnen vieren. De exodus is zo enorm dat het fenomeen rond het sowieso al circulair geplaagde Jakarta een aparte naam heeft gekregen: 'mudik'. Hele nieuwsuitzendingen worden eraan gewijd, waar je beelden ziet van eindeloze rijen auto's die urenlang in de file staan. En met urenlang wil ik hier even de nadruk leggen op het extreme meervoud hiervan: reistijden worden soms meer dan verdubbeld... Waar wij voor de meeste van onze verplaatsingen op Java nog treintickets te pakken krijgen horen we van meerdere toeristen dat ze 12u ipv 6u en zelfs 30u ipv 12u onderweg zijn geweest van punt A naar B in de dagen rondom Idul Fitri!
Gelukkig zijn er geen opstoppingen als je naar Jakarta toe vliegt in plaats van er vandaan :) We arriveren netjes op tijd, vinden snel een bus naar het centrum en die passeert zelfs ons hotel zodat we door onze lieve 'buschauffeuse' netjes voor de deur worden afgezet: olé! De dag erop word ik jammer genoeg wakker met griep... Ik voel me echt niet in staat om een hele dag vrolijk rond te gaan banjeren in Jakarta dus blijf lekker uitzieken in het hotel terwijl Maarten de stad in trekt, waar niet veel bijzonders aan is vertelt hij me bij terugkomst. Dat kan ik bevestigen wanneer ik me de volgende dag toch buiten waag. Rond het nationale monument, een enorme obelisk (met de onkarakteristiek dirty bijnaam 'Soekarno's laatste erectie') genieten we samen met een heleboel Indonesische gezinnen van het heerlijke kermissfeertje. Als ware 'celebrities' moeten we een twintigtal keer op de foto, één keer worden we zelfs beloond met een doos koekjes :) Alles is ook gesloten dus de dagen die we in Jakarta doorbrengen zit er niets anders op dan instant noedels en hamburgers te eten want bij nadere inspectie van de paar straatstalletjes die we in de omgeving van ons hotel vinden is fast food nog altijd gezonder dan de mie goreng à la salmonella die we daar terugvinden. Slapen doen we ook al niet want Idul Fitri betekent ook onafgebroken gezang van de meerdere muezzins in de omgeving, al dan niet in duosono met een kleuterstemmetje dat regelmatig ei zo na in slaap valt waardoor zijn 'Allahu akbar' niet zo enthousiast meer klinkt. Zouden ze in dat geval telkens een vervangkleuter hebben klaar staan om in te springen? We wonder...
We willen verder reizen na afloop van het suikerfeest maar door de enorme post-Ramadan volksverhuizing zijn onze opties eerder beperkt. De volgende 7 dagen zijn nationale feestweek dus niet alleen gaat iedereen zijn familie bezoeken, ze knopen er ook nog een reisje aan vast. Bogor en Pangandaran verdwijnen zo al van ons lijstje dus trekken we naar Bandung. Gelukkig geen grote trekpleister maar alvast verder richting Yogyakarta, our next stop waar we gaan couchsurfen!
De rest van onze avonturen in Indonesië zijn voor een volgende keer, vanuit Adelaide :)